Kapitein Lagaaij , Generaal de Gaulle aan boord van de Westernland, 1940

Generaal De Gaulle aan boord van de “Westernland”
Geheel links Kapitein Pieter Lagaaij, daarnaast de eerste officier H. Löhr.
Rechts de Britse generaal Spears.

In zijn boek “Legionnair, van Marokko’s vagevuur naar de hel van Indo-China” beschreef de Nederlandse legionair Ernst Lamberty, in zijn karakteristieke schrijfstijl, de volgende gebeurtenis op 30 augustus 1940:

De 30e Augustus werden wij in Liverpool ingescheept; mijn bataljon kwam aan boord van een Nederlands schip, ik werd, diable! beroerd van die vlag. Er stond een zwaar gegalonneerde scheepsofficier aan de loopplank en ik zei: “Goeje middag! je mag straks wel op je tafelzilver letten, want je krijgt het Vreemdelingenlegioen aan boord!”
De man verstuikte zijn ogen, een half uur later wist het hele schip dat wij legionnairs waren en dat er een stel Hollanders tussen zaten, voor wij die nacht uitvoeren, doel de Vichy-havenstad Dakar, hadden wij ons allemaal verbroederd.

Aan de verscheping van de Franse troepen naar Dakar namen twee Nederlandse schepen deel de “Westernland” en de “Pennland” [1]. Kapitein van de Westernland was de uit Rotterdam afkomstige Pieter Lagaaij. Bij hem aan boord was ook de Franse Generaal Charles De Gaulle.

In haar laat verschenen auto-biografie uit 2000 “Tomorrow to Be Brave” beschreef de engelse verpleegster Susan Travers haar ontmoeting met Pieter Lagaay. Interessant is ook de vermelding van de verduisteringsmaatregel.

Ik zal die maanloze zomernacht nooit meer vergeten. We voeren de grote haven van Liverpool uit, met alle lichten gedoofd vanwege de Duitse vliegtuigen boven ons die ons met hun boordgeschut wilden bestoken.
We moesten benedendeks blijven, een verduisteringsmaatregel omwille van onze veiligheid. Ik zat op een onbewapend Nederlands passagiersschip, het SS Westernland, het zusterschip van het SS Pennland, waarop bijna duizend mannen van de net opgerichte 13e Demi-Brigade van het Legion Etrangère (de DBLE) waren ondergebracht.
Ons schip voerde het Lotharinger kruis (het embleem dat de vrije Fransen hadden gekozen), de Franse en de Nederlandse driekleur. Generaal De Gaulle was aan boord met zijn adviseurs, star-chefs en een aantal Britse verbindingsofficieren, onder wie generaal-majoor Sir Edward Spears, Churchills persoonlijke vertegenwoordiger bij de Franse regering.
We voeren in een konvooi van tegen de dertig schepen […]

De reis zou een aantal weken in beslag nemen. We maakten een grote omweg om Duitse onderzeeërs en vliegtuigen te ontwijken en pasten onze snelheid aan aan de kleinere vrachtschepen die ons vergezelden. Op de tweede dag mochten we voor het eerst aan dek komen. […]
We werden aan dek opgesteld door onze gezagvoerder kapitein P. Lagaay, een vriendelijke Hollander, en officieel aan generaal De Gaulle voorgesteld […]

Dat een Nederlands schip met een Nederlandse Kapitein De Gaulle en zijn Vrije Fransen aan boord hadden gehad en tot voor Dakar hadden getransporteerd kwam voor het eerst in het nieuws kort na het einde van de oorlog. Diverse kranten brachten de “interessante belevenissen” van Pieter Lagaaij, zoals de “Nieuwe Haarlemsche courant” 31 juli 1945:

Toen Pieter Lagaaij in 1948 met pensioen ging, werd de gebeurtenis weer onder de aandacht gebracht.
Twintig jaar later verscheen zijn verhaal over deze periode in meer detail o.a. in de Holland Reporter. Veertig jaar later plaatste Rob Vader het verhaal op internet [1].
Zoals wel vaker, zeker in artikelen en boeken geschreven tijdens of kort na de Tweede Wereldoorlog, werd het feit dat het zich bij deze Franse Troepen voor het merendeel om Legionairs van het Vreemdelingenlegioen handelde niet vermeld.
Dat Kapitein Pieter Lagaaij niet onder de indruk was van de discipline van deze troepen aan boord van zijn schip blijkt wel uit het verhaal.
Of hij de “zwaar gegalonneerde scheepsofficier” was die destijds bij de loopplank stond zullen we wel niet meer te weten komen.

Uit de Holland Reporter, datum onbekend

Twintig jaar geleden zei kapitein Lagaay tot de Gaulle:
“Hang uw gevoel maar in de garderobekast”

Op zekere avond had kapitein Pieter Lagaay van de Holland-Amerika Lijn er schoon genoeg van. Hij liet het bofors-kanon één schot afvuren. De twaalfhonderd Franse soldaten aan boord schrokken zich een ongeluk, omdat ze dachten aan torpedo’s en zeeslagen. Maar de verduisteringsvoorschriften werden meteen stipt in acht genomen.

Dit was één van de vele gebeurtenissen in het oorlogsjaar 1940, toen een grote vloot oorlogsschepen en koopvaardijschepen op weg was naar Dakar en generaal Charles de Gaulle in zijn hut aan boord van de Westernland nog eens de als vredelievend bedoelde invasieplannen aandachtig bestudeerde.….

De historie vond zijn aanloop tijdens de nederlaag van het Franse leger tegen de Duitse pantserbrigades en stuka formaties. In juni 1940 viel Parijs, het Franse leger capituleerde en de oude maarschalk Pétain vormde een Franse regering in de nieuwe hoofdstad Vichy, die geheel naar de Duitse pijpen diende te dansen.

De vrij jonge brigadegeneraal Charles de Gaulle, die de Duitsers bij Abbeville, niet ver van de Kanaalkust toch nog een gevoelige nederlaag wist toe te brengen, kon zich niet neerleggen bij de gang van zaken. Eerst probeerde hij nog het Franse leger en de vloot van het moederland over te laten brengen, resp. te laten varen naar de Franse gebieden in Noord-Afrika. Geen enkele Franse minister, Paul Reynaud uitgezonderd, durfde in te gaan op zijn voorstellen. Daardoor konden De Gaulle’s plannen, de strijd tegen de Duitsers vanuit de Franse koloniën voort te zetten, voorlopig geen doorgang vinden. Het gros van de vloot bleef in Toulon en het leger werd ontwapend.

Contra Vichy

De Gaulle vloog naar Londen, waar hij direct begon aan de organisatie van het Vrije Franse leger. Tevens lukte het hem een belangrijk gedeelte van de Franse koloniën, met name die in Centraal-Afrika; het Midden-Oosten, in de Stille Zuidzee en de enclaves in Indië via de BBC los te praten van het bewind van Vichy. Het verdroot de rijzige generaal dat zijn radiotoespraken geen succes hadden in Senegal, waar de gouverneur Boisson louter uit plichtsbesef trouw bleef aan Vichy.

Een gevaarlijke situatie vond De Gaulle – en Churchill was het met hem eens – omdat Dakar wel eens als U-boot-basis voor de Duitse vloot zou kunnen gaan dienen. Dan zou het leed voor de Geallieerden niet te overzien zijn geweest, omdat Dakar, dat nog geen 3000 km van Brazilië verwijderd is, een groot gedeelte van de Atlantische oceaan beheerste. En als men dan bedenkt dat de Britse konvooien naar het strijdtoneel in Noord-Afrika (Egypte, Cyrenaika) via Kaap de Goede Hoop werden gedirigeerd, omdat de Middellandse zee te onveilig was, begrijpt men hoe belangrijk het bezit van Dakar voor de Geallieerden was.

Reeds in de zomer van 1940 kwamen Churchill en De Gaulle overeen, dat met gezamenlijke krachtsinspanning van Vrije Fransen en Britten, geassisteerd door schepen van andere bondgenoten, een vredelievende aanval op Dakar gedaan zou worden. Men ontwierp het volgende ‘krijgsplan’: in het diepste geheim zou een groot konvooi bestaande uit oorlog uitgerust, bewapend en bemand. Dat konvooi zou naar Dakar varen en daar op zekere morgen in volle sterkte op de rede verschijnen met de Franse driekleur in alle masten. In haar enthousiasme zou de bevolking het Vichy-gouvernement wel weten te bewegen zich achter De Gaulle te scharen, zodat de stad zonder bloedvergieten in Geallieerde handen zou vallen.

‘Westernland’ verbouwd

Onkundig nog van hetgeen zich aan de Nederlandse grenzen en boven het Nederlandse luchtruim afspeelde, voer kapitein Pieter Lagaay, gezagvoerder van het ruim 16.000 ton metende H.A.L.-schip ‘Westernland’, komende van New York, op 10 mei 1940 Het Kanaal in. Tijdig ontving hij van zijn directie het bevel onmiddellijk de koers te wijzigen en naar Falmouth te varen. Daarmee ontliep de Westernland het lot van de (oude) Statendam. Even heeft de Westernland in de haven van Falmouth dienst gedaan als hotelschip voor Nederlandse regeringsfunctionarissen. Maar eind juli kwam het bevel, dat het schip naar Liverpool moest varen. Daar werd het omgebouwd tot troepentransportschip, met haken voor hangmatten, sterk vergrote keukens, een soort cafetaria­restaurant, uitgebreide wasplaatsen, een betonnen commandobrug, een luxueus ingerichte hut voor een nog onbekende persoonlijkheid en één boforskanon tegen vliegtuigen. Kapitein Lagaay wist niet wat er met zijn Westernland zou gebeuren.

Totdat op 30 augustus 1200 Franse soldaten aan boord kwamen, onder aanvoering van generaal De Gaulle. Tevens bleek, dat de Westernland het vlaggenschip zou zijn van een groot konvooi dat naar Dakar zou varen. Dat de zaak minder geheim was gebleven dan men gehoopt had, bleek uit de Duitse radio, die bralde dat men daar heel goed wist waar De Gaulle zat. En inderdaad, de volgende nacht werd de haven van Liverpool op helse wijze door de Duitsers gebombardeerd. Noch de Westernland, noch het zusterschip de Pennland werden getroffen.

Op 31 augustus voer het konvooi uit. Franse en Engelse torpedojagers, vracht- en passagiersschepen uit Frankrijk, Polen, België en Nederland voeren in een wijde boog over de oceaan in de richting van Dakar. De eerste dag, dat men op zee, was, hoorde men dat de Volendam was getorpedeerd door de Duitsers, die dit schip kennelijk hadden aangezien voor het vlaggenschip van De Gaulle.

Moeilijkheden

Toen men Dakar al aardig was genaderd, kwam het bericht over de radio dat zes Franse Vichy-kruisers Toulon hadden verlaten, ongehinderd door de Straat van Gibraltar waren gevaren en nu met volle kracht naar het zuiden opstoomden.
Aan boord van de “Westernland” had men inmiddels zwaar te kampen met de verduisteringsvoorschriften. Die Vrije Fransen soldaten namen het niet zo nauw. En steeds waarschuwende de andere schepen, dat sommige patrijspoorten licht uitstraalden. De nadering van de Vichy-kruisers betekende voor De Gaulle een ernstige streep door zijn rekening. Men voer door naar Freetown (Sierra Leorie) om daar krijgsraad te houden. Toen werd besloten de onderneming toch maar te wagen.
Versterkt door het Engelse vliegdekschip Ark Royal verscheen het konvooi in de ochtend van 23 september op de rede van Dakar in zeer dichte mist. Het beoogde effect ging hierdoor geheel en al verloren. De Gaulle liet zowel per vliegtuig als per boot onderhandelaars sturen naar Dakar, in de hoop dat de autoriteiten zich zouden laten vermurwen. Het mocht niet baten, sommige parlementairs werden gevangen genomen, anderen werden met mitrailleurvuur op de vlucht gedreven. Toen namen de Geallieerden hun toevlucht tot geweld.

Achterop een menukaart (wegens zuinigheid) werd een oproep gedaan voor vrijwilligers, om deel te nemen aan de landingsmanoeuvres. Van de Nederlanders meldden zich 98%. [3]

Landing

Men ondernam een landing bij Rufique, even buiten Dakar, die door hevige tegenstand mislukte. Niet minder dan 98 procent van de Nederlandse bemanning had zich aangemeld als roeier, waarover De Gaulle later in een persoonlijk schrijven aan kapitein Lagaaij zijn bewondering en zijn dank uitsprak.

Het persoonlijk schrijven van De Gaulle aan Kapitein Lagaaij van 25 september 1940 [3]

Na de mislukte landing vond over en weer een heftig artillerieduel plaats, waarbij aan beide zijden zware verliezen werden geleden. Toen werd het De Gaulle, die gedurende de 42 dagen, die hij aan boord van de Westernland doorbracht goede vrienden met kapitein Lagaay was geworden, te machtig “Fransen, die Fransen doden, dat strijdt tegen mijn gevoel.” Hij gaf bevel de strijd te staken. Hierop ontstak kapitein Lagaay in een soort heilige toorn. “Toe generaal, schiet ze plat die Vichy-verraders en hang uw gevoel maar zolang in mijn garderobekast.”

Maar De Gaulle peinsde er niet over bet risico te lopen dat Vichy zich definitief aan de zijde van de Duitsers zou scharen, met de kans dat de grote vloot in Toulon in Duitse handen zou vallen. Het konvooi vertrok naar Frans Congo en zette daar de troepen aan land, die later het onwillige Gabon aan de macht van Vichy zouden ontrukken.

Onderscheiden

Voor de moedige en beleidvolle wijze waarop Pieter Lagaaij gezag op zijn schip had uitgeoefend onder oorlogsomstandigheden werd hij op 16 januari 1946 onderscheiden met het Kruis van Verdienste.

Kapitein Pieter Lagaaij, met op zijn uniform de battons van zijn onderscheidingen.
1e rij links het Kruis van Verdienste, rechts het Oorlogs Herinnerings Kruis met gesp.
Op de 2e rij Britse onderscheidingen: 39-45 star, Atlantic star en Pacific star
3e rij Amerikaanse onderscheidingen: Atlantic war zone bar, Mediterranean war zone bar
en Pacific war zone bar [2]

Kruis van Verdienste: Lagaay, P.
Datum Koninklijk Besluit: 16-01-1946 No. 10
Datum en plaats uitreiking: 3 april 1946 paleis Noordeinde ‘s-Gravenhage
Registernummer: 1174
Mutatie: Diverse wateren – meer dan 2 jaren op moedige en beleidvolle wijze het gezag op zijn schip onder oorlogsomstandigheden uitgeoefend.
Mutatieperiode: Sedert mei 1940

[1] http://www.rvader.nl/Lagaaij/Verhalen/aan_boord_van_de_westernland.htm
[2] http://www.rvader.nl/Lagaaij/databasenl/d11.htm#i648
[3] Artikel “42 dagen voor Generaal de Gaulle op mijn schip” Tijdschrift “ABC” van 30 augustus 1950.

Dank aan SRO lid J. de Waard voor hulp bij het identificeren van de onderscheidingen van Pieter Lagaaij.

Notes


Amidst heavy fog, from on board the Westerland, at 6:00 a.m. de Gaulle began to radio appeals to Dakar to join the Free French while British planes dropped pro-Allied pamphlets to the city’s inhabitants. However, these messages appeared to have little effect. Batteries from the French ships Goree Island and Richelieu opened fire almost immediately after de Gaulle’s unarmed negotiators attempted to land, shortly after 7:00 a.m.1 Free French forces attempted at 1:38 pm. to begin landing operations at Rufisque as part of plan Charles, however fierce resistance led to its cancellation at 4:47 p.m.2 De Gaulle and Cunningham lost communication early in the operation and the latter was unable to locate the transports carrying Free French troops in the heavy fog. Both factors contributed to the decision to cancel the attempted landing.3

1 “Summary of Operations 23-25 September 1940, Westerland,” September 1940, AG/3(1)/251, Dossier 3, AN.
2 “H.M.S. Ark Royal, Cedric Holland, Timeline of Operations,” 29 September 1940, ADM 199/907, TNA.
3 Roskill, The War at Sea, 317.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over