Lever, Lucien


Personalia

Achternaam Voornamen Geboorte datum Naam vader Naam moeder
Lever Lucien 27-05-1929, Berchem, België Lever, Lukas Lems, Janna Johanna

Legioen periode: 1950 - 1950

No Matricule Engage Libere Libere Plaats
[-] (a) 1950 [-] [-] / [-] 07-07-1950 / Mort pour la France (ongeluk) Cao Bang / Tonkin

Biografie


Een ongeluk in Cao Bang, 7 juli 1950

Luchtfoto, Cao-Bang 1950
[ Armée de l’air ECPAD ]

Op 7 juli 1950 kwam in de stad Cao Bang in het noorden van Tonkin aan de grens met China een jonge legionnaire 2e classe van het 3e régiment étranger d’infanterie om het leven. Zijn naam was Lucien Lever geboren in Berchem België als zoon van Nederlandse ouders.

Uit de kroniek van zijn eenheid, het 3e régiment étranger, blijkt dat circa een maand eerder sinds 5 juni 1950, het 3e bataillon op transport gezet werd naar Cao-Bang om daar de verdediging te organiseren
More-majorum geeft aan dat op 16 juni 1950 de eenheid vanuit Dong-Dang naar Cao-Bang vertrok.

De strijd in Indo-China die sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog tussen Frankrijk en de Vietminh woede nam alsmaar in heftigheid toe. De Vietminh kreeg daarbij steeds meer steun van het communistische China.
De Fransen zagen zich genoodzaakt hulp te vragen aan Engeland en Amerika, zoals ook beschreven in dit Nederlandse krantenbericht van 8 april 1950. De bedreigde stad Cao Bang wordt hierin met name genoemd.

Frankrijk vraagt hulp voor strijd in Indo-China

Naar aanleiding van versterkte activiteit van de Vietminh-strijdkrachten heeft de Franse generale staf in Indo-China een dringend verzoek gericht tot Engeland en Amerika om militaire uitrusting, aldus wordt uit gewoonlijk betrouwbare diplomatieke bron vernomen. Naar gezegd wordt, heeft Washington het verzoek „in gunstige overweging” genomen.
Het Franse hoofdkwartier zegt, dat de strijdkrachten van de Vietminh bij de Chinese grens in de buurt van Cao Bang vele zendingen wapenen en munitie hebben ontvangen uit het door de communisten beheerste China.
Neutrale diplomatieke waarnemers toonden zich geneigd geloof te hechten aan de hardnekkige berichten, dat te Yen Minh, het regionale hoofdkwartier van de Vietminh — ongeveer dertig km. binnen de grens van Vietnam — Chinese officieren en een Russische adviseur ziin aangekomen.

[ Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant 08-04-1950 ]

Kaart van Vietnam uit krantenbericht oktober 1950.
Cao Bang ligt helemaal in het noorden van Vietnam aan de grens met China.
De donker gearceerde gebieden zijn volgens de legenda “door opstandelingen bezet” [2]

Lucien Lever zal de heftige strijd om de stad die gaat volgen en die uitloopt op een zeer gevoelige nederlaag voor de Fransen, niet meemaken.
Hoe penibel de situatie van Frankrijk in Indo-China ondertussen geworden is blijkt uit die krantenartikel van 4 november 1950. De Franse pogingen om Cao-Bang te behouden wordt hierin ronduit als verkeerd omschreven.

Ongunstige wending

HET BELANGRIJKSTE ASPECT van de strijd in Indochina is dat de guerilla is uitgegroeid tot een volledige oorlog, waarin de Franse en Vietnamese troepen zich zien gesteld tegenover een zwaar bewapende en goed geoefende strijdmacht van Indochinese opstandelingen, die de laatste weken opmerkelijke successen hebben behaald. Het Franse opperbevel heeft opdracht gegeven tot een strategische terugtocht (vanochtend werd gemeld, dat Thatkhe is ontruimd) aangezien de gebieden langs de grens van China niet langer als verdedigbaar kunnen worden beschouwd.
Deze ontruiming is begonnen enkele weken geleden toen de opstandelingen de buitenpost Dong Khé overmeesterden, waarna de Franse troepen geen aanstalten maakten om dit fort te heroveren.
De huidige actie van de Vietminh maakt de bedreiging van Hanoi groter, ofschoon kort geleden nog de hoop werd gekoesterd, dat het strijdgewoel deze stad niet zou naderen.
Uit de thans aan de gang zijnde bewegingen der Franse troepen kan worden geconcludeerd dat het Noordelijk deel van Vietnam zal worden prijsgegeven. Het ongelukkig verloop van deze oorlog doet in Frankrijk vele vragen rijzen. De mogelijkheid wordt geopperd dat de verbindingslijnen van de troepen, die meer dan duizend kilometer lang zijn, een te grote handicap vormen voor de strijdmacht die de communisten van Ho Chi Ming moet bevechten.
Deze bestaat weliswaar uit 140.000 man, maar een groot aantal hunner is ingeschakeld voor de verdediging van de etappelijnen, zodat in verhouding slechts een gering aantal troepen daadwerkelijk aan de strijd kan deelnemen.
De sterkte van de tegenstander is onbekend, maar het staat vast dat de communistische opstandelingen in China zijn geoefend en uitgerust. Afgezien van deze oorlog in het Noorden van Indochina — een oorlog die zich voor het grootste deel in het oerwoud afspeelt en zware eisen aan de troepen stelt — zetten de opstandelingen die ook in het uiterste Zuiden en vrijwel langs de gehele Oostkust in kleine groepen opereren de Fransen voor moeilijke problemen. Overvallen en moorden zijn aan de orde van de dag en nog onlangs moest een Franse militaire expeditie bij Haiphong, de op een na grootste havenstad van Indochina die in het Noorden ligt, optreden omdat de guerilla’s de watervoorziening hadden afgesneden.

Talrijke keren hebben tot oordelen bevoegde autoriteiten gewezen op de moeilijkheden waarvoor de Franse troepen zich, als gevolg van een onvoldoende organisatie, zijn gesteld en in deze dagen nu de situatie een ongunstige wending heeft genomen vragen velen zich af of er al iets gedaan is om te voorzien in de gebreken waarvan een rapport blijk geeft, dat de vroegere Franse stafchef Revers — bekend uit de „affaire der generaals” — na een inspectie-reis in Indochina heeft uitgebracht.
Zoals gebruikelijk is wordt er nu met grote ijver gespeurd naar onvolkomenheden. In de Franse bladen komt de wens tot uiting dat men ofwel tot de laatste man blijft strijden, ofwel dat men terugtrekt.

Het wordt verkeerd geacht, dat er zoals bij Cao Bang geschiedde, een poging is ondernomen om het zware materiaal te redden, hetgeen tot gevolg heeft gehad dat een strijdmacht van 2500 man is overweldigd, terwijl dit materiaal toch verloren is gegaan.
Frankrijk heeft nu een dringend beroep gedaan op de Ver. Staten om een versnelde verscheping van wapens naar Indochina, teneinde aan de krachtiger wordende actie van de opstandelingen het hoofd te bieden, terwijl dit weekeinde de minister voor de gelieerde rijksdelen Letourneau en generaal Juin per vliegtuig naar Indochina zullen vertrekken. Vooral het rapport van «generaal Juin, die bekendheid heeft verworven in de strijd tegen de Kabylen in Noord-Afrika, wordt te Parijs met grote belangstelling tegemoet gezien.

“Generaal Juin reikt aan een officier die ontsnapt is uit Cao-Bang, het officierskruis van het Legioen van Eer uit in het ziekenhuis van Hanoi.
[ Trouw 04-11-1950 ]

Voor de familie Lever is het wederom oorlogsslachtoffer in het gezin.

Jeugd

Lucien Lever werd geboren op 7 mei 1915 te Berchem België als zoon van Lukas Lever en Janna Johanna Lems.
Zijn ouders waren op 28 juli 1914 in Antwerpen getrouwd. Zijn vader was afkomstig uit Groningen zijn moeder uit Rotterdam
Van 1916 tot 1919 woonde het gezin, mogelijk als een gevolg van de Eerste Wereldoorlog in Nederland.
In 1919 keert het gezin naar Antwerpen terug en verhuisd later naar Berchem.

De Tweede Wereldoorlog

Lucien Lever had een 14 jaar oudere broer Hendrik Lever die tijdens de Tweede Wereldoorlog eveneens diende in het Franse Vreemdelingenlegioen. Zowel Hendrik Lever alsook hun moeder Janna Lems zullen door oorlogsgeweld om het leven komen, Hendrik Lever bij een bombardement en Janna Lems bij een aanval met een V2 raket.

Franse Vreemdelingenlegioen

Wanneer Lucien Lever dienst genomen heeft in het Franse Vreemdelingenlegioen kon tot nu toe nog niet vastgesteld worden.

Lucien Lever ligt begraven op het militaire kerkhof van Frejus.

Mémoire des Hommes

Lucien LEVER
Mort pour la France le 07-07-1950 (Cao Bang (ex Tonkin), Tonkin)
Né(e) le/en 27-05-1929 à Berchem (Belgique)
21 ans, 1 mois et 11 jours
Carrière
Statut militaire
Grade soldat de 2e classe
Unité 3e régiment étranger d’infanterie (3e REI)
MentionMort pour la France
Cause du décès accident
Lieu de transcription du décèsParis 1er arrondissement

Nécropole Nationale ‘FREJUS’

Nom : LEVER Prénom : Lucien Date de naissance : 0000-00-00
Mention : Mort pour la France Grade : soldat
Unité : 3e régiment étranger d’infanterie (3e REI)
Date de décès : 1950-07-07 Lieu de décès : Cao Bang
Lieu de sépulture : Frejus Département de sépulture : Var
Pays de sépulture : France
Intitulé du lieu de sépulture : Nécropole Nationale ‘FREJUS’
Type de sépulture : tombe individuelle Carré de sépulture : R44 Rang de sépulture : C16





Legioen eenheden: 1950 - 1950

Van Tot Regiment Bataljon Compagnie Plaats Land
3 REI



Legioen onderscheidingen

Onderscheidingen Datum Uitreiking


Info

Verder onderzoek gaande, heeft U meer informatie laat het mij weten via: info@nllegioen.eu

Datum:

Bronnen

[1] Service historique de la Défense, Caen
[2] Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant 13-10-1950
[3] Cao Bang 1950. Photo aérienne Armée de l'air ECPAD