Leij, Pieter


Personalia

Achternaam Voornamen Geboorte datum Naam vader Naam moeder
Leij Pieter 1900, Dokkum Leij, Oene Postma, Tiemkje

Legioen periode: 1926 - 1936

No Matricule Engage Libere Libere Plaats
[-] 1926 [-] [-] / [-] 1936 / [-] [-] / [-]

Biografie


1936 “Tien jaar vreemdelingenlegioen.
Wat een Fries te Ossendrecht vertelde”.

Op 10 januari 1936 berichtte het “Dagblad van Noord-Brabant” als volgt over een Fries die na tien jaar dienst in het Vreemdelingenlegioen naar Nederland terug keerde:


Men- schrijft ons uit Ossendrecht: Komende over de grens werd de aandacht van de grenspolitie getrokken door het gebrande en door de tropen zongebruinde gelaat van den 35-jarigen P. Ley, Nederlander en afkomstig uit Dokkum in Friesland. Hij verklaarde en ook de in zijn bezit zijnde papieren wezen het uit, dat hij Nederlander was en sedert 10 jaar soldaat bij het Fransche Vreemdelingenlegioen, welke jaren hij had door gebracht in de Fransche bezittingen in Afrika, waarna hij d.d. 4 Januari j.l. te Marseille was ontslagen. In het bezit van een paar militaire onderscheidingen en in totaal 35 Nederlandsche centen, voelde hij zich gelukkig na zovele jaren In den vreemde te hebben vertoefd, weder terug te zijn op vaderlandschen bodem, alwaar hij hoopte zijn ouders, die door hem in jeugdigen overmoed waren verlaten in 1923, weder terug te vinden en onder het ouderlijke dak uit te rusten van de vermoeienissen, welke het soldaatspelen als Legionnair inde Sahara, hem In die jaren had bezorgd.

Drie jaren had hij gevochten tegen de opstandige stammen en het vorige jaar was hij slachtoffer geweest van een spoorwegongeluk in de bergen, waarvan de littekens nog op zijn hoofd te zien waren.
Hij had gestaan aan de grenzen van Abessinië, en den strijd gezien tusschen de Italianen en Abessiniërs, waarbij hij als zijn vaste overtuiging uitsprak, dat de Italianen niet zijn opgewassen tegen de vele ziekten en tuberculose, als gevolg van de uitgestrekte moerassen waar zij door moeten; en daarbij de zieke soldaten door hun aanvoerders gewoon worden neergeschoten, hetgeen haat deed ontstaan bij het vreemdelingenlegioen tegen de Italianen, wat de Fransche officieren ook openlijk te kennen gaven.

Zijn stijfhoofdige koppigheid waarmede hij “op 23-jarigen leeftijd zijn ouders en vaderland had verlaten, wat totaal gebroken en de tien jaren verblijf inde Afrikaansche woestijn hadden hem sterk doen verouderen en zeer goed waarneembaar physiek geknakt.

“Een jachtpartij op wilde dieren in de wildernis van Afrika”

Een jachtpartij op wilde dieren in de wildernis van Afrika

Omtrent zijn in dienst treden bij het Legioen deelde hij gelaten mede, dat hij met nog een viertal anderen, te Marseille werd aangeworven, echter niet beter wetende of hij toekende voor een expeditie, deel uitmakende van een jachtpartij op wilde dieren in de wildernis van Afrika, waarbij hun werd beloofd, dat de huiden van geschoten tijgers enz. door hen mochten worden behouden.
Zulks werd hem medegedeeld op zijn vraag, wat de stukken, gesteld in het Fransch (dat hij niet kende) inhielden, alvorens hij die teekende.
Toen hij eenmaal had geteekend en men met uniformen aankwam, weigerde hij die aan te trekken.
Vier dagen heeft hij daarna in het cachot doorgebracht, waarna hij tenslotte uit over macht gedwongen de uniform heeft aangetrokken en aldus tegen wil en dank als Legionair scheep ging naar Afrika.
Vijftien jaar moest hij dienen om eenig pensioen te verkrijgen, doch hij had er genoeg van en wilde liever, indien noodig, zijn eigen vaderland als soldaat dienen.

Een goede waarschuwing voor anderen die eventueel zin voor het Legioen mochten hebben.

Het bericht werd o.a. overgenomen door het Friesch dagblad. Deze publiceerden het op 16 januari 1936 onder de titel “Een Fries tien jaar in het Vreemdelingenlegioen”.
Wie was P. Ley uit Dokkum?

Onderzoek

Op basis van het krantenartikel was P. Ley in januari 1936, 35 jaar oud en moet dus in 1900 of 1901 geboren zijn.
Als geboorteplaats werd Dokkum in Friesland opgegeven.

In 1923 zou hij zijn ouderlijk huis verlaten hebben.

Franse Vreemdelingenlegioen

In 1925 of 1926 zou hij dienst genomen hebben in het Franse Vreemdelingenlegioen.

Hij vertelde aan de krant een bijzondere variant op het klassieke ronselverhaal, dat hij niet wist waarvoor hij tekende en dacht in Afrika op wilde dieren o.a. tijgers [sic] te gaan jagen.

Ondanks dat hij tegen zijn zin dienst had genomen diende P. Ley 10 jaar. De normale verplichting was voor 5 jaar. Hij moet dus na 5 jaar weer bijgetekend hebben.
Zijn verklaring dat Legionnaires pas na 15 jaar dienst recht hadden op een pensioen klopt.

Spoorwegongeluk, Turenne

Interessant is de vermelding van betrokkenheid bij een spoorwegongeluk.
Het meest bekende waarbij het Vreemdelingenlegioen betrokken was, was de treinramp bij Turenne in Algerije die plaats vond op 14 september 1932.
Dit jaar komt echter niet overeen met de in het artikel genoemde “vorige jaar was hij slachtoffer geweest”, 1935 dus.

In Nederland werd destijds ook uitvoerig over de treinramp bij Turenne bericht.
De Volkskrant schreef er op 15 september 1932 als volgt over:

LATERE BERICHTEN. DE TREINRAMP IN ALGIERS. VERMOEDELIJK 120 DOODEN.

Een onderspoelde dijk of een misdadige aanslag.

Men seint ons uit Parijs: Volgens de laatste berichten die vanmorgen te Parijs zijn ontvangen over het spoorwegongeluk bij Themcen in Algiers zou 11^ aantal dooden 120 bedragen, terwijl 150 soldaten zouden zijn gewond. Do eerste trein met ongeveer 50 gewonden is gisterenavond laat te Themcen aangekomen. De meeste overlevenden, die tot nu toe zijn gered, zijn zoo zwaar gewond, dat zij waarschijnlijk ook spoedig zullen overlijden. Het opruimingswerk geschiedt heel moeilijk omdat de streek waar het ongeluk gebeurde erg onherbergzaam is en het hulpmateriaal moeilijk ter plaatse kan komen. Men verwacht dat men pas vanavond een juist begrip van den omvang van de ramp zal verkrijgen, omdat de meeste dooden en gewonden diep onder de puinhoopen liggen.
De verongelukte trein, die uit 31 rijtuigen bestond had gisterenmorgen vroeg het garnizoen van het eerste regiment van het vreemdelingenlegioen Sidi-del-Abbes verlaten om het te Oedzjda gedetacheerde regiment af te lossen.
Tegen drie uur gisterenmiddag bevond de trein zich op eenige K.M. afstand van Tourenne, waar de spoorweg over een traject van eenige honderden meters vlak langs den steilen 100 K.M. diepen afgrond voert.
Een inboorling, die als eenige ooggetuige de ramp zag geschieden deelde mede dat hij plotseling de locomotief zag overhellen en met den trein in den afgrond storten. Met donderend geraas stortten de wagens in de diepte waar zij eenige seconden later één grote puinhoop vormden, waaruit gegil en gereutel opsteeg.
De oorzaak van de ramp is nog niet bekend, doch algemeen wordt aangenomen, dat de spoordijk door den langdurigen regenval der laatste dagen was onderspoeld.
Echter houdt men ook rekening met een aanslag, aangezien een ingenieur van de spoorwegmaatschappij hetzelfde traject te voet heeft afgelegd, om, in afwachting van het militaire transport, de lijn te onderzoeken.
Hij heeft hierbij echter geen aanwijzingen verkregen dat de spoorlijn in slechten toestand zou verkeeren.

Identificatie “Piet Marokko”

P. Ley uit Dokkum zou jaren later een markante Leeuwarder worden, beter bekend onder de bijnaam “Piet Marokko”.
Hij wordt op de website Markant Leeuwarden als volgt omschreven:

“Piet Marokko heeft jarenlang in het vreemdelingenlegioen gezeten.
Hij boeide jong en oud uren lang met zijn mooie verhalen die een tikkeltje werden aangedikt”.

Geboren was hij als Pieter Leij op 14 juli 1901 te Kollum.
Op 9 juni 1979 berichtte de Leeuwarder krant ” ’t Kleine Krantsje ” over hem onder de titel:
” Van Scheepsjongen tot Legionnaire “Piet Marokko” zeventien jaar de klos in ‘t Vreemdelingen Legioen”
Het artikel is grotendeels geschreven op de wijze waarop Pieter Leij destijds gesproken moet hebben.
Het begint met hoe Pieter Leij in het Vreemdelingenlegioen terecht kwam:

“Tremmer wa’k, tremmer oppe ouwe Barneveld, een tweepieper uut Amsterdam en we lagen die dag in Duunkerken.
“Kom” zei ik teugen Piet, de stoker, “ik haal even wat sigretten oppe wal. Wa’k mar nooit op dat idee komen, mar ja, weet alles mar es vooruut. Ik gaan dus de wal op – Piet feit nog: “nim Oek wat met voor mij” – en daar raak ik met een stel Singalezen verzeild in een knokpetij. Se krijg mie te pakken, se nimmer mie met en zette mie twee flessen champagne voor de neus. “Bon garçon” segge ze, “courage” en se bedde mie, da’k die champagne denke mag. Nou, dat doen ‘k, ik oud benauwd, ik zeil weg en … ik oud wakker in Algiers. Hadden se mie ronselt voor ‘t Vreemdelingen legioen.
fut en daaluk prebeerde ik uut te naaien, mar louw kans vanself.
Oek later he’k wek honderd keer prebeerd er tussen uut te kniepen, mar vergeet ut mar. Uuteindelijk is ‘t mie dan toch lukt, mar toen sat ik er al zeventien jaar. Zeventien jaar met Sukke veskrikkingen, dat je se niet love, a’k se je vetel.”

Geronseld door dronken gevoerd te worden, proberen weg te komen en daar niet in slagen en dan 17 jaar later toch gedeserteerd, het klassieke verhaal van een legionnaire, wat krantenverslaggevers en hun lezers destijds schijnbaar wilden horen.

Acht jaar later publiceerde dezelfde krant nogmaals een artikel over Pieter Leij, ze halen hard naar hem uit. Een lezer had destijds ook het artikel uit het Dagblad van Noord-Brabant uit 1936 gevonden. Het hele artikel uit 1979 werd nog een keer afgedrukt en kort werd er een vergelijk gemaakt. De titel van het artikel is:
” Zeventien jaar in ‘t Vreemdelingenlegioen” Heeft Piet Marokko ons maar wat wijsgemaakt? “
Verder dan de conclusie dat Pieter Leij zeer waarschijnlijk niet geronseld is, maar vrijwillig dienst heeft genomen en niet na 17 jaar gedeserteerd is maar na 10 jaar zijn dienst, na verlenging van 5 jaar, er op had zitten en dat zijn verwondingen van een treinongeluk komen en niet van gevechten, kwam de verslaggever niet.
Zonde blijft dat dat wat Pieter Leij daadwerkelijk in het Vreemdelingenlegioen mee gemaakt heeft zo onderbelicht blijft. Maar wat kunnen we wel uit de artikelen halen?

Jeugd

Zoals reeds eerder geschreven werd Pieter Leij op 14 juli 1901 te Kollum geboren als zoon van Oene Leij en Tiemkje Postma.
Met zijn eigen woorden: “toen de ouwelui nog niet eens waren getrouwd”.
Zijn ouder zijn getrouwd op 2 oktober 1904 te Dokkum, Friesland [4].
Hij werd opgevoed door zijn opa en oma van moeders kant: “moeke’s ouders in Dokkum”.

Via Openarchieven is deze registratie te vinden. Als kleinzoon staat hij ingeschreven bij het echtpaar Geert Postma en Pietertje de Jong.


1917 Naar zee

Naar eigen zeggen ging Pieter Leij al op zijn zestiende naar zee en voer 3 jaar “de hele wereld door”,
dat zou dan tot 1920 moeten zijn.

Het artikel spring dan naar het voorval in Duinkerken. [ Eerdere inschatting 1925 – 1926 ].
Over het zijn tijd in het Legioen is hij verder kort:

Een iezeren diesepliene, eksersere, marchere, tachtig kilometer lope deur de woestijn, terwiel je alles metsjouwe mutte en dan omme anderhalf uur vijf minuten rust en … knokke altied mar weer in ‘t gevecht, dan hier, dan daar ….

Andere Nederlanders

Pieter Leij noemt in het artikel wel drie andere Nederlanders:

Een uut Wierum-Moddergat
een uut Amsterdam en
een uut Nijmegen.
Die jongen uut Wierum, of uut Hantum, dat was een Abe Timmermans zoon. van een schaapenkoopman.

1935 Frans Somalieland

De enige campagne die hij noemt is die in Frans Somalieland tijden de oorlog in 1935 van Italië en Abessinië.
Daar zou hij ontsnap zijn tijdens verwarring veroorzaakt door een aanval van een Duitse boot de met zwaar geschut vuurde.

Frans Somaliland, Djibouti




Legioen eenheden: 1926 - 1936

Van Tot Regiment Bataljon Compagnie Plaats Land



Legioen onderscheidingen

Onderscheidingen Datum Uitreiking


Info

Verder onderzoek gaande, heeft U meer informatie laat het mij weten via: info@nllegioen.eu

Datum:

Bronnen

[1] Markant Leeuwarden
[2] AlleFriezen te Leeuwarden, Bevolkings­register Periode: 1900-1910, Kollumerland c.a., Kollumerland, Kollum, 1900-1910 (H-P)
[3] Gezin van Tiemkje Postma
[4] AlleFriezen te Leeuwarden, BS Huwelijk Burgerlijke Stand Dokkum - Tresoar, Bron: boek, Deel: 2028, Periode: 1904, Dokkum, archief 30-09, inventaris­num­mer 2028, 2 oktober 1904, Huwelijksregister 1904, aktenummer 20