Quaedvlieg, Charles

Biografie

Jeugd

Charles Marie Auguste Quaedvlieg werd geboren op 26 januari 1876 te Valkenburg als zoon van Maria Maximiliaan Richard Joseph Quaedvlieg en Maria Maximiliana Frederica Philomena Schilgen [1].

Immigratie België 1886

In 1886, Charles Quaedvlieg was toen 10 jaar oud, werd hij in België geregistreerd als immigrant :

Charles Marie Auguste Quaedvlieg, geboren in 1876 te Fauquemont, écolier van beroep [2, Dossiernummer
448144 ].

Franse Vreemdelingenlegioen 1898

Op 30 april 1898 nam Charles Quaedvlieg, 22 jaar oud, te Lille dienst in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Het werd ingedeeld bij het 2e Regiment Etranger.
Hij arriveerde bij zijn eenheid als soldat de 2 klasse op 12 mei 1898.
Op 1 februari 1900 werd hij bevorderd tot Caporal.
Precies 5 jaar na zijn in dienst treden, verliet hij met een Certificaat de bonne Conduite op 30 april 1903 het Vreemdelingenlegioen.

1903

Naturalisatie

Op 4 mei 1903 werd Charles Quaedvlieg genaturaliseerd tot Fransman, zeer waarschijnlijk was dat op eigen verzoek. [3]

Slechts enkele dagen later nam hij op 9 mei 1903 weer dienst, dit keer te Parijs. Hij werd dit keer ingedeeld bij het 1 Regt Etranger. Op 14 mei 1903 kwam hij als Soldat de 2 classe bij zijn eenheid aan.
Op 9 april 1904 werd hij bevorderd tot Soldat 1re classe en op 21 januari 1905 tot Caporal.

1908

Kort voor de beëindiging van zijn 5 jaar diensttijd verlengde Charles Quaedvlieg op 14 maart 1908 te Marma zijn contract met 5 jaar.

1913

Op 9 mei 1913, nadat hij in totaal 15 jaar in het Vreemdelingenlegioen gediend had verliet Charles Quaedvlieg, wederom met een Certificaat de bonne Conduite, het Vreemdelingenlegioen.
Zijn 15 jaar diensttijd samen met dit bewijs van goed gedrag gaven hem recht op een pensioen.

Volgens zijn staat van dienst vertrok hij vervolgens naar Lille adres 4 Rue du Toruiau [slecht leesbaar]
Daar werd hij op 9 juni 1913 als reservist ingeschreven. Lichting, “Classe de mobilisation” 1896.

Campagnes

Algerije 1898 – 1900

Charles Quaedvlieg, diende van 6 mei 1898 tot 12 augustus 1900 bij het 2e Regiment Etranger in Algerije.

Tonkin 1900 – 1902

Hij werd overgeplaatst naar Tonkin waar hij diende van 13 augustus 1900 tot 24 januari 1902.
Voor zijn diensttijd in Tonkin werd Charles Quaedvlieg onderscheiden met de “Medaille coloniale” met de gesp “Tonkin”

Algerije 1902 – 1903

Hij keerde terug naar Algerije op 25 januari 1902 waar de verblijvende periode van zijn eerst 5 jaar uitdiende tot 27 april 1903.

Algerije en Regions Sahariennes 1903 – 1907

Na weer opnieuw dienst genomen te hebben, nu als Fransman, diende hij bij het 1re Regiment Etranger, van 12 mei 1903 tot 19 januari 1904 weer in Algerije.

Hoe nauwkeurig de militaire administratie deze “Campagnes” bijhielden blijkt in het geval van Charles Quaedvlieg duidelijk uit het registreren van het feit dat hij van 20 tot 21 januari 1904 zich bevonden had in het gebied wat aangeduid werd als de “Regions Sahariennes”. Precies één dag dus.

De volgende meer dan drie jaren, was hij weer in Algerije van 22 januari 1904 tot 19 september 1907. Daarna weer één dag in de “Regions Sahariennes” van 20 tot 21 september 1907.
Daarna:
Algerije van 22 september 1907 tot en met 30 oktober 1907.
“Regions Sahariennes” 31 oktober 1907 tot 2 november 1907
Algerije van 3 november 1907 tot 7 december 1907.

l’Amalat d’Oujda 1907 – 1910

Op 8 december 1907 kwam Charles Quaedvlieg met zijn eenheid in actie in het gebied dat werd aangeduid als l’Amaltad d’Oujda.

In het voorjaar van 1907 hadden de Fransen de eerste stappen gezet om Marokkaans grondgebied te controleren naar aanleiding van subversieve gebeurtenissen. Frankrijk exploiteerde de moord op de Franse arts Mauchamp in Marrakech om de stad Oujda in het oosten van Marokko te bezetten.

Niet alleen via de kranten, maar ook via de destijds immens populaire prentbriefkaarten konden de gebeurtenissen aan de Algerijns-Marokkaanse grens haast op de voet gevolgd worden.

Affaire de Aïn Sfa 15 Décembre 1907

Onder de kop “Blessures et Citations” staat in Charles Quaedvlieg zijn staat van dienst vermeld:

Affaire de Aïn Sfa 15 Décembre 1907

Of Charles Quaedvlieg bij deze actie dan wel gewond is geraakt of eervol vermeld is niet duidelijk.

De Nederlandse pers, berichten over deze gebeurtenis destijds als volgt:

Parijs, 16 December. (Reuter). Van de Marokkaansche Algerijnsche grens wordt door generaal Lyantey gemeld, dat de colonne-Felineau Zondag de toegangen tot Aïn Sfa bezette, benevens drie dorpen.
De troepen hadden 13 gewonden, waarvan 3 ernstig.

[ Leeuwarder courant 17-12-1907 ]

Charles Quaedvlieg verbleef tot 21 maart 1910 in Oost Marokko.

Hij kwam hiervoor in aanmerking voor de “médaille commémorative du Maroc” ingesteld bij de wet van  22 juli 1909. Hij kreeg deze onderscheidingen met de gesp “Oudjda” voor diegene die deelgenomen hadden aan operaties in de periode van 29 maart 1907 tot 1 januari 1909.

Daarna verbleef hij van 22 maart 1910 tot 31 maart 1910 weer in Algerije.

Tonkin 1910 – 1912

Charles Quaedvlieg werd op 1 april 1910 voor een tweede keer uitgezonden naar Tonkin.
Hij verbleef hier ditmaal meer dan 2,5 jaar, tot 9 december 1912.

Algerije 1912 – 1913

Daarna keerde Charles Quaedvlieg terug naar Algerije waar hij verbleef tot het einde van zijn diensttijd op 8 Mei 1913.

1914 – 1918

Op 11 september 1915 werd de inmiddels 39 jaar oude, oud-legionair Charles Quaedvlieg te Lille opgeroepen voor de strijd tegen Duitsland.

“Contre l’Allemagne du 12 septembre 1915 au 11 aout 1918” staat o.a. in zijn staat van dienst geregistreerd.

De eenheid waarbij hij werd ingedeeld is helaas moeilijk te lezen, mogelijk 5^e Regt [?] d’ Inf^ie a Cognac.

Met pensioen 11 augustus 1918

Charles Quaedvlieg overleefde de Eerste Wereldoorlog.
Op 11 augustus 1918, 42 jaar oud, kreeg Charles Quaedvlieg een ouderdomspensioen.

Info

Bronnen