Van Leijen, Cornelis


Personalia

Achternaam Voornamen Geboorte datum Naam vader Naam moeder
Van Leijen Cornelis 06-12-1824, Zwolle Van Leijen, Jacob Smitz, Christina

Legioen periode: 1846 - 1873

No Matricule Engage Libere Libere Plaats
[-] 07-09-1846 [-] [-] / [-] 1873 / Libérable (a) [-] / [-]

Biografie


De bewaker van de grafkapel van Maarschalk De Castellane

Op 9 januari 1905 verscheen in het het dagblad “Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant” onder de titel “Een oud Zollenaar” het volgende artikel over een Nederlandse oud-legionair. Zoals vermeld is de informatie uit het artikel ontleend aan een artikel uit de Franse krant “Le petit Journal”.

Een oud Zwollenaar.

In Lyon aan den Chemin des Soldats, die van Lyon naar het veld van Sathonay voert, staat een kleine kapel, door Sophie de Beaulancourt opgericht boven het graf van haar vader, den maarschalk De Castellane. ‘t Graf zelf, aan den voet van het hoogaltaar, is doodeenvoudig en draagt het opschrift:
Ci-gît un soldat!
Als een onzer Zwolsche lezers dit graf bezoekt, dan kan hij — mits hij niet te lang wacht — daar een oud-stadgenoot treffen in den bewaker.
Deze, Cornelis van Leyen — Le petit Journal , waaraan wij de mededeeling ontleenden, noemt hem Cornelius van Legen, in strijd met de registers van den burgerlijken stand hier ter stede — werd op 6 Dec. 1824 te half elf geboren en den 9 Dec. ingeschreven als zoon van den metselaarsknecht, Jacob van Leyen en Christina Smitz.
Niet lang werd onze stad de eer gegund den jeugdigen Cornelis te herbergen, in 1830 vertrok de familie naar Transvaal. Toen het ook daar niet vlotte, vestigde de familie zich in Digne, een alpenstadje.
Hier was het dat Kees van Leyen — zoo noemt hem hier de volksmond nog — dienst nam in ‘t Fransche leger en aan dit vaandel bleef hij trouw tot hij in 1873 te Calvi ontslag vroeg en kreeg als soldaat tweede klasse van het vreemdenlegioen, na eerst ook bij de Afrikaansche jagers te hebben gediend.
In de 27 jaren dienst heeft Van Leyen, achtereenvolgens het koningschap van Louis Philippe, de republiek van 1848, het keizerrijk en wederom de republiek: gediend, maar wat beteekent voor een soldaat het regeeringssysteem? Was hij niet al dien tijd in dienst van Frankrijk?
In 1860 den 19 September werd hij door den keizer benoemd tot ridder van ‘t legioen van eer.
Dat was in Algiers.
Bovendien was hij nog drager van de médaille militaire, en eereteekenen verworven in de veldtochten naar de Krim, in Italië, Mexico, de Fransche colonies en Midjidié.
Zes en veertig campagnes maakte hij mee en meer dan twintig veldslagen, waaronder die van d’Alma, d’Inkermann, Montebello, Magenta, Solferino.
Nog was hij getuige van de belegeringen van Zaatcha, Sebastopol, Puebla en Straatsburg.
Zijn staat van dienst wijst bovendien verschillende eervolle vermeldingen aan wegens betoonden moed, zoo redde hij b.v. bij Magenta het leven van zijn kapitein Mariotti.
Ook zijn lichaam draagt de sporen van wat hij doorstond in den vorm van acht litteekens.
In 1870 werd hij door de Duitschers gevangen genomen, maar wist te ontsnappen.
Nadat hij ontslagen was ging hij naar Lyon en werd door generaal Zédé, gouverneur van Lyon, die zich zijner nog herinnerde, aangesteld als bewaker der kapel. Nu onderhoudt hij zijn tuintje en rust uit van zijn tochten, die hij, de bajonet op ‘t geweer, bijna door heel de wereld heeft gedaan.

Jeugd

Cornelis van Leijen werd geboren op 6 december 1824 te Zwolle als zoon van Jacob van Leijen, 34 jaar oud, metselaar van beroep en Christiena Smitz. [1].

1830

In 1830, Cornelis van Leijen was toen 5 jaar oud, vertrok het gezin Van Leijen naar Transvaal.
Toen daar volgens het artikel niet vlotte, vestigde het gezin zich in Digne. Digne voluit Digne-les-Bains is de hoofdstad van het departement Alpes-de-Haute-Provence.

1835 Overlijden moeder

Lang bleef het gezin daar waarschijnlijk ook niet en keerde terug naar Zwolle. Op 22 mei 1835 overleed Christina Smitz de moeder van Cornelis van Leijen in Zwollerkerspel (Zwolle).

Zijn vader hertrouwde nog in datzelfde jaar. Zijn tweede vrouw Willemina Voet overleed echter kort daarop op 15 september 1836 in Zwollerkerspel (Zwolle).

1838 Overlijden Vader

Op 29 januari 1838 overleed de vader van Cornelis van Leijen in Zwollerkerspel (Zwolle). Cornelis van Leijen, nu wees, was toen 13 jaar oud.
Onbekend is waar Cornelis van Leijen toen ging wonen.

Franse Vreemdelingenlegioen

Wanneer Cornelis van Leijen precies dienst nam in het Franse Vreemdelingenlegioen is tot nu toe nog niet bekent.
Een bron geeft aan dat dat was toen hij meerderjarig was. In Frankrijk was dat met 18 jaar in Nederland met 21.
Dit geeft dus een periode van 1842 tot 1845. Aangezien hij in December geboren werd is het dan ook vaak pas in het jaar daarop dus 1843 of 1846. Dit laatste jaar wordt vermeld in een van de Franse artikelen [2]. In een ander artikel word hetzelfde jaar ook genoemd als het jaar dat wanneer Cornelis van Leijen precies dienst nam in het Franse Vreemdelingenlegioen is tot nu toe nog niet bekent.
Een bron geeft aan dat dat was toen hij meerderjarig was. In Frankrijk was dat met 18 jaar in Nederland met 21.
Dit geeft dus een periode van 1842 tot 1845. Aangezien hij in December geboren werd is het dan ook vaak pas in het jaar daarop dus 1843 of 1846. Dit laatste jaar word vermeld in een Frans krantenartikel uit 1907.
In een ander artikel word hetzelfde jaar ook genoemd als het jaar dat Cornelis van Leijen genaturaliseerd tot Franse Staatsburger. Vrij vertaald:
“Oud genoeg om te vechten, werd de jonge Cornelius op 7 september 1846 genaturaliseerd tot Frans door een vrijwillige verbintenis in het Vreemdelingenlegioen aan te gaan”.

Naturalisatie

Op 7 september 1846 werd Cornelis van Leijen genaturaliseerd tot Franse Staatsburger.

Algerije

In 1849 raakte Cornelis van Leijen gewond door een geweerschot bij het beleg te Zaatcha, Algerije.
Dit beleg vond plaats van 16 juli 1849 tot 26 november 1849.

Krim oorlog

Cornelis van Leijen nam deel aan de campagne op de Krim. Hij zou door een granaatscherf grond geraakt zijn in de loopgraven voor Sebastopol.

Cornelis van Leijen moet tijdens deze campagne op de Krim opgevallen zijn door dapper gedrag op basis van het feit dat hij werd onderscheiden in de orde van Medjidie. Dit was een Ottomaanse onderscheiding, ingesteld in 1851 door Sultan Abdülmecid. De onderscheiding werd voornamelijk aan Engelse en Franse officieren uitgereikt, slechts in bijzondere gevallen aan onderofficieren en manschappen.

Algerije

In 1857 raakte Cornelis van Leijen voor een derde keer verwond bij d’Ischeriden in Kabylie.
Volgens “Le Journal” op 9 maart 1907 zou jij hier het leven gered hebben van Capitaine Mariotti.

In het boek La LÉGION ÉTRANGÈRE de 1831 à 1887 van Le Général GRISOT en Le Lieutenant ÇOULOMBON, komen we volgende passage betreffende de gevechten bij d’Ischeriden waarin zowel capitaine Mariotti als Cornelis van Leijen, hier geschreven als Van Leyden, worden genoemd. Volgens deze beschrijving heeft Cornelis van Leijen samen met enkele andere legionairs het leven van Mariotti gered.

Le 2e bataillon du régiment [2e Etranger], sous le commandement de sous chef, M. Maugin, met sac à terre, cherche à tourner la position ennemie et à pénétrer entre la droite des retranchements et le village. Le bataillon exécute ce mouvement sans brûler une cartouche. Les Kabyles dirigent contre lui toute leur mousqueterie et, malgré une fusillade épouvantable, le bataillon continue sa marche, lantôl à découvert, tantôt déiilé par quelques plis de terrain. Rien ne l’arrête, il aborde enûn le sommet de la créie et s’élance à la baïonnette dans les retranchements. On s’aborde corps à corps, mais rien ne résiste à l’impétuosité de nos soldats, ils culbutent tout ce qu’ils trouvent devant eux et restent maîtres
de la position.
Le capitaine Mariotti, entré le premier dans les retranchements, serait infailliblement enlevé, si le sergent Mori-Ubaldini et les grenadiers Pielrovir, Van-Leyden, Donven, les voltigeurs Cuolmann et Sommer, nol avaient dégagé.

Deze geeft ook aan dat in 1857 Cornelis van Leijen nog diende in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Hoelang hij nog in het Vreemdelingenlegioen bleef dienen is niet bekend, wel dat hij later over zou gaan naar het reguliere Franse leger o.a. 61e régiment d’infanterie de ligne.

Italië

Magenta 4-6-1859

In 1859 zou Cornelis van Leijen een eervolle vermelding vanwege het reden van het leven van zijn kapitein Mariotti [ 90e de ligne ] te Magenta.

1860 Chevalier de la Légion d’ Honneur

Op 19 september 1860 werd Cornelis van Leijen, 35 jaar oud benoemd tot Chevalier de la Légion d’ Honneur.

Mexico 1862-1867

Cornelis van Leijen nam deel aan de veldtocht in Mexico.

1870 Frans Duitse Oorlog

Tijdens de Franse Duitse Oorlog was Cornelis van Leijen in Straatsburg. Hij werd krijgsgevangen gemaakt maar wist te ontsnappen.
Hij sloot zich aan bij “armée de l’Est”.
Op 2 februari 1871 raakte hij voor een tweede keer in deze oorlog in krijgsgevangenschap.

1 augustus 1871, Pensioen Legion d’Honneur.

Vanaf 1 augustus 1871 kreeg Cornelis van Leijen een jaarlijks pensioen omdat hij ridder in de orde van het Legion d’Honneur was.

1873 Militair Pensioen

Na meer dan 25 dienstjaren kon Cornelis van Leijen met pensioen.
Als nummer 8 stond hij als Cornélis VAN LEYDEN [sic] vermeld in bulletin No 565 van 1873.
Zijn rang op dat moment was Sergent een hij was ingedeeld bij het 61e régiment d’infanterie de ligne. Hij was op dat moment 25 jaar, 9 maanden en 1 dag in Franse dienst. Het aantal campagnes waaraan hij had deelgenomen was 44.
Hij woonde in Calvi op het eiland Corsica.

Cornelis VAN-LEYDEN Distinction militaire En 1873
Détails Cornelis VAN-LEYDEN
Naissance Le 06 décembre 1824
Zwolle ()
Numéro de décret: Bulletin Nº 565
Décret Nº 3015

1907 Overlijden

Cornelis van Leijen overleed op 26 februari 1907. Er was in de Franse kranten redelijk wat belangstelling voor zijn overlijden en zijn begrafenis. Zo “Le Journal” op 9 maart 1907 :

MORT D’UN VIEUX BRAVE

Hier, ont eu lieu, à Caluire (Rhône), les obsèques d’un vieux brave, un des derniers survivants des dernières épopées, malheureuses souvent, glorieuses toujours.
Ce héros obscur s’appelait Van Leyen, et était depuis bien des années le gardien du pittoresque tombeau du fameux maréchal de Castellane, mausolée confié aux soins de l’autorité militaire et élevé par elle, montée des Soldats, à Caluire, dominant la merveilleuse vallée de la Saône, où le maréchal avait voulu être inhumé.

VAN LEYEN. gardien du tombeau de Castellane

Van Leyen, né en 1827, était Hollandais; tout jeune, il avait suivi sa famille en Corse.
Engagé volontaire dans la légion étrangère, en 1846, il assista aux plus mémorables combats de la guerre d’Afrique.
C’est devant Zaatcha, en, 1849, qu’il reçut sa première blessure. Il fit la campagne de Crimée, reçut sa seconde blessure dans les tranchées de SébastopoL
De retour en Afrique, il est blessé trois fois à Shieldin, en Kabylie, en 1857.
A ce combat. Van Leyen, quoique blessé, sauva la vie au capitaine Mariotti.
Il fut, pour ce haut fait cité à l’ordre du jour de l’armée.
En 1870, il était à Strasbourg. Fait prisonnier, il s’évada, rejoignit l’armée de l’Est et fut de nouveau fait prisonnier le 2 février 1871.
Après la guerre, il revint en garnison en Corse, où il se maria et eut trois enfants.
Après sa retraite, il fut désigné pour le poste de gardien du tombeau de Castellane.
M. Van Leyen a un frère, qui occupe dans la marine hollandaise une très haute situation.
Le défunt avait à son actif 46 -campagnes, 5 blessures ; il était titulaire de 7 décorations : la Légion d’honneur, la médaille Militaire, la médaille de Crimée, du Mexique, d’Italie, coloniale, le Medjidié de Turquie.
A la nouvelle du décès de ce vaillant autant que modeste soldat, M. le général Galliéni, gouverneur militaire de Lyon, s’est empressé de venir, en personne, lui adresser le suprême salut
Les funérailles ont eu lieu au milieu d’une grande affluence. Les honneurs étaient rendus par un piquet du 38° de ligne.
Derrière le char funèbre suivaient: un zouave portant les décorations du défunt ; M. le capitaine d’artillerie Barbière, représentant le gouverneur ; la municipalité, les Délégations des Sociétés locales, des officiers et sous-officiers des régiments d’infanterie de Lyon, un grand nombre da sons-officiers qui, en dehors de la délégation officielle, avaient tenu à accompagner a sa dernière demeure le héros ignoré.
An cimetière, le capitaine Barbière, au nom de la grande famille militaire dont il fut un des plus nobles enfants, a adressé à Van Leyen le dernier adieu. “Il faudrait,, a-t-il dit, pour retracer cette belle carrière, feuilleter, page par page, toute l’histoire militaire du dernier demi-siècle.
Adieu, Van Leyen, a-t-il terminé, tu nous laisses un bel exemple de bravoure et de courage. Tu peux dormir en paix !”
La. foule s’est écoulée silencieuse et profondément émue, car Van Leyen était respecté et aime de tous.

Ook in Nederland werd een aantal dagen later aandacht besteed aan het overlijden en de begrafenis van Cornelis van Leijen.

Een Vergeten Held.

Veertien dagen geleden stierf in den ouderdom van 82 jaar Cornelius van Leijen, bewaarder van het graf van den Maarschalk de Castellane te Caluire (bij Lyon).
In 1825 te Zwolle geboren, trad Van Leijen, na meerderjarig te zijn geworden, in dienst bij het Vreemdenlegioen en nam deel aan de veldtochten in Afrika, de Krim, Mexico en Italië.
Hij werd gewond door een geweerschot te Zaatcha (Afrika) en door een granaatscherf voor Sebastopol (1855).
Twee jaar later werd Van Leijen door een kogel gewond te ShieIden (Kabylië) en kreeg hij een yatagansteek in den rechter-voorarm.
Hij nam deel aan den Fransch-Duitschen oorlog en werd krijgsgevangen gemaakt, toen hij door de Pruisische linies trachtte heen te sluipen.
Om zijn schitterende wapenfeiten werd hij verscheidene malen bij dagorder eervol vermeld […].
Hij was gerechtigd tot het dragen van de militaire medaille, de medailles van Mexico, van H. M. de Koningin van Engeland, van Italië en verschillende Fransche koloniën.
Hij was een zeer welwillend bewaarder, met een opgeruimde inborst, die gaarne de duizend en éen avonturen van Maarschalk de Castellane vertelde.

Opmerkelijke ansichtkaarten

Het artikel op de Franse Website numelyo.bm-lyon.fr geeft aan dat Cornelis van Leijen een bekent gezicht was in Lyon. Bij het artikel is ook een ansichtkaart afgebeeld waarop zichtbaar de grafkapel van Maarschalk De Castellane.
Wat de kaart bijzonder maakt is dat Cornelis van Leijen er zelf op staat, klein maar toch.
De ansichtkaart aan het begin van dit artikel vond ik op de website Delcampe.net.
Toen ik nog eens echt goed keek zag ik, nu ik wist dat Cornelis van Leijen een witte baard had, dat hij ook op deze kaart te zien is. Hij loopt net de trappen af. Al tevreden met deze kleine foto’s van Cornelis van Leijen was het natuurlijk helemaal bijzonder na nog even verder gezocht te hebben een ansichtkaart te ontdekken waar hij in zijn geheel op staat, inclusief al zijn 7 onderscheidingen.

Le Père VAN LEYEN, 83 ans gardien du Tombeau de Cartelane.
44 années de Campagne, 5 blessures.
Chevalier de la Légion d’Honneur, 7 medailles

C’était une physionomie bien connue de la plupart des Lyonnais de la fin du XIXe siècle que celle de Cornélius van Leyen (ou van Leijen), le vieux gardien chargé de l’entretien du pittoresque monument funéraire du maréchal de Castellane, à Caluire.
Né le 6 décembre 1824 à Zwolle, en Hollande, van Leyen vécut ses premières années au Cap (Afrique du Sud), d’où ses parents le ramenèrent à Digne, ville où ils étaient venus se fixer.
En âge de combattre, le jeune Cornélius fut naturalisé français le 7 septembre 1846 en contractant un engagement volontaire dans la Légion étrangère.
De cette date à celle de sa mise à la retraite, survenue le 5 mars 1873, le vieux soldat parcourut le monde, prenant part à toutes les guerres, soit comme chasseur d’Afrique, soit comme légionnaire.
Engagé sous le règne de Louis-Philippe, il a successivement servi la Royauté, la République de 1848 et l’Empire, et sous toutes les latitudes, en Afrique, en Crimée, en Italie, au Mexique et en Allemagne.
Il avait pris part aux batailles de l’Alma, d’Inkermann, de Montebello, de Magenta, de Solferino ;
aux sièges de Zaatcha (1849), de Sébastopol (1854-55), de Puebla (1863) et de Strasbourg (1870-71).
Cinq fois blessé sur les champs de batailles et cité à plusieurs reprises à l’ordre du jour de l’armée pour sa bravoure, van Leyen était titulaire de sept décorations :
la Légion d’honneur (19 septembre 1860),
la médaille militaire et coloniale, celles de Crimée, du Mexique, d’Italie, de Turquie, ainsi que l’ordre du Medjidié.
Après une carrière bien remplie, il fut envoyé en garnison en Corse.
Van Leyen s’y maria. Lorsqu’il prit sa retraite à Calvi, ce vieux brave, ancien sergent au 61e régiment de ligne, comptait quarante-six campagnes. Peu de temps après, il revint en métropole, fit halte à Marseille (1873), puis à Valence (1874), avant de s’établir dans le Rhône (1876).
Définitivement installé à Caluire, sa carrière militaire le désignait particulièrement pour le poste très convoité de gardien du tombeau du Maréchal de Castellane, situé montée Saint-Boniface (dite “montée des Soldats”).
C’est à ce poste qu’il décéda le 26 février 1907. Il fut inhumé dans la commune de Caluire. [2]





Legioen eenheden: 1846 - 1873

Van Tot Regiment Bataljon Compagnie Plaats Land



Legioen onderscheidingen

Onderscheidingen Datum Uitreiking
Chevalier de la Légion d' Honneur
Medaille Militaire
Medaille Coloniale
l'Ordre du Medjidié
édaille commémorative de la Campagne d'Italie
Médaille commémorative de la campagne du Mexique
La médaille de Crimée
Verschillende eervolle vermeldingen aan wegens betoonden moed


Info

Verder onderzoek gaande, heeft U meer informatie laat het mij weten via: info@nllegioen.eu

Datum:

Bronnen

[1] Historisch Centrum Overijssel, BS Geboorte Zwolle, registers van geboorten, Zwolle, archief 123, inventaris­num­mer 14429, 8 december 1824, aktenummer 507
[2] Tombeau de Castellane / A. Deschavannes in Lyon républicain, 1er janvier 1905. - "Mort d'un vieux brave" in La Dépêche de Lyon, 28 février et 1er mars 1907. - "Le Gardien du Tombeau de Castellane" / Francillon in La Dépêche de Lyon, 16 mars 1907. - Leonore (dossier : LH/2673/30).
[3] Genealogie
[4] Armée et marine : revue hebdomadaire illustrée des armées de terre et de mer 30 mars 1907
[5]