Engelandvaarders

Engelandvaarders en het Vreemdelingenlegioen

Geronseld

Een wijdverspreide stereotypering over het Franse Vreemdelingenlegioen was dat toetreden meestal niet vrijwillig was, men werd geronseld. Via list en bedrog werden argeloze, vooral jonge, mannen erin gelokt of simpelweg gedwongen. De algemene opvatting was dan ook dat ieder rechtgeaard en weldenkend mens daarom ook zou proberen zo snel mogelijk te deserteren of in ieder geval een poging hiertoe zou ondernemen. Het werd dus ook de algemene overtuiging dat alleen mannen die niets meer te verliezen hadden, zoals criminelen of landverraders vrijwillig in het Vreemdelingenlegioen gingen en bleven.
Om aan deze vernedering te ontkomen beweerden veel naar hun vaderland terugkerende legionairs daarom ook weer dat ze gedwongen waren dienst te nemen waardoor het gerucht van oneerlijke wervingsmethoden iedere keer weer opnieuw gevoed werd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er echter wel een groep mannen geweest waarop dwang werd uitgeoefend dienst te nemen in Vreemdelingenlegioen; de Engelandvaarders.

Engelandvaarders

‘Engelandvaarder’ werd de erenaam voor alle Nederlandse mannen en vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog, na de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten en vóór de geallieerde invasie in Normandië op 6 juni 1944 (D-day) uit bezet gebied wisten te ontsnappen met de bedoeling zich in Engeland of ander geallieerd gebied bij de geallieerde strijdkrachten aan te sluiten om actief aan de strijd tegen de vijand (Duitsland, Italië, Japan) deel te nemen. Ruim 1700 Nederlandse mannen en vrouwen zijn, na vele moeilijkheden te hebben overwonnen, in Engeland of ander geallieerd gebied aangekomen. Een groot aantal mannen en vrouwen is echter op weg naar Engeland omgekomen of werd gearresteerd. Enkelen werden gefusilleerd, de meeste werden naar een concentratiekamp afgevoerd. Velen vonden in een kamp de dood, slechts enkelen keerden na de bevrijding uit gevangenschap terug naar Nederland. Al deze mannen en vrouwen worden als Engelandvaarder aangeduid.

De Zuidelijk route via Vichy Frankrijk

Er zijn Engelandvaarders geweest die inderdaad, zoals algemeen veronderstelt, met een bootje de Noordzee overstaken om zich daar bij de geallieerden aan te sluiten. Echter, slechts een klein deel van de Engelandvaarders heeft deze route over de Noordzee gekozen.
De langste, maar ook de meest genomen route, namelijk door 985 Nederlanders, was de zogenaamde zuidelijke route over land. De route kende vele gevaren, maar had ook het hoogste slagingspercentage. Het vluchttraject liep vanaf de Nederlandse grens via Antwerpen en Brussel, waarna men doorreisde naar Parijs. Van hier ging de route verder – soms met een (eind)stop in het neutrale Zwitserland – naar Vichy-Frankrijk (tot de Duitse bezetting in november 1942) en via Spanje naar Portugal of Gibraltar. Naast de vele controles en grensovergangen vormden de Pyreneeën op de grens tussen Frankrijk en Spanje een belangrijke natuurlijke barrière.

Gearresteerd in Vichy Frankrijk, het dilemma

Een handjevol Engelandvaarders heeft door omstandigheden onderweg echter een alternatief parcours afgelegd. Onder hen een klein aantal Engelandvaarders vertrokken in 1941 en 1942, die in onbezet Vichy-Frankrijk werden gearresteerd. In Vichy-Prankrijk gold sinds eind september 1940 een wet die bepaalde dat mannelijke buitenlanders van negentien tot vier-en-vijftig jaar oud in werkkampen opgesloten konden worden als zij, naar het oordeel der Franse autoriteiten, ‘overbevolking’ veroorzaakten. Bovendien gold er van begin oktober 1940 af een wet welke die autoriteiten het recht gaf, Joodse vluchtelingen in kampen voor louter Joden te concentreren.
De Vichy-politie placht gearresteerde vreemdelingen in die tijd nogal eens de keus voor te leggen tussen of uitlevering aan de Duitsers, werkkamp of dienstneming in het Franse Vreemdelingenlegioen. Bijna iedereen koos dan voor het laatste, omdat het Vreemdelingenlegioen altijd nog minder erg leek dan uitlevering aan de Duitsers of een werkkamp.

Eind 1943 omschreef de Sergent Lagas werkzaam op Ambassade in Algiers die situatie als volgt:
Ik heb de eer hierbij het volgende op te merken:
Het is inderdaad juist dat in “France non-occupe” indertijd een sterke pressie op onverschillig welke vreemdeling werd uitgeoefend om dienst te nemen in het Vreemdelingenlegioen. De z.g. “réfugiés” gaven hieraan over het algemeen gehoor, daar zij anders in de concentratie-kampen terecht kwamen, zelfs over de “ligne de démarcation” terug werden gedreven werden en dus in de handen der Duitsers vielen.
Velen zijn aldus in het Legioen gekomen, wier oorspronkelijke plannen geheel anders waren. Deze mensen beschouwden zichzelf terecht als verkerende in dezelfde omstandigheden, als de gedeporteerden naar Duitsland.
Zij hadden slechts van twee kwaden het beste gekozen en wachtten op de eerste gunstige gelegenheid om het Legioen te verlaten.
[3]

Op hulp konden de Engelandvaarders in deze situatie soms rekenen van de Nederlandse consul-generaal, dr. ir. A. Sevenster voorzitter van een in 1940 opgericht Nederlands comité voor hulp aan vluchtelingen de Association de secouts aux réfugiés néerlandais. Sevenster, waarop ook veel kritiek was, gaf zich wel veel moeite om hen allen te beschermen. Het kwam herhaaldelijk voor dat Engelandvaarders op de z.g. demarcatielijn tussen bezet en onbezet Frankrijk door Vichy-Franse politiemannen gearresteerd werden en opgesloten in een smerige gevangenis waar men hun de keus gaf, teruggeleid en aan de Duitse bezetter uitgeleverd te worden dan wel vijf jaar dienst te nemen in het Vreemdelingenlegioen in Frans Noord-Afrika. Sevenster ging zich, als hij van die gevallen hoorde, inspannen, de betrokkenen uit hun gevangenschap vrij te krijgen.

Een enkeling wist handig gebruik te maken van deze situatie. Zo kreeg Engelandvaarder Maarten le Poole in maart 1942 reispapieren voor Marseille en de opdracht zich daar bij het aanmeldingsbureau van het Vreemdelingenlegioen te melden. Hij reisde braaf naar Marseille, maar nam, daar aangekomen, meteen de benen.

Zo ook de Engelandvaarder Jan ter Doest; nadat hij Vichy Frankrijk had bereikt werd hij daar met 7 anderen opgevangen door twee gendarmes. De hele club ging naar de gendarmerie in Lons-le-Saunier. Daar vonden de verhoren plaats en voor de dienstplichtige mannen gold de keus: terug over de ligne, of in het Vreemdelingenlegioen als „vrijwilliger”.
Hoewel Jan ter Doest nog zeventien moest worden, vonden de Fransen dat hij ook wel naar Afrika kon. De volgende dag stond Jan met twee jonge Polen op de binnenplaats van de gendarmeriekazerne. Ze zagen dat de poort open stond. De Polen mompelden iets en stootten Jan aan. Als op een startschot vlogen de jongens de poort uit, renden naar een schuilplaats en wisten ongezien in de trein naar Lyon te komen. De Poolse jongemannen gingen regelrecht naar de Poolse Legatie en namen Jan mee. Jan werd daar naar het Office Neerlandais verwezen.

De Engelandvaarders Paul Barten en Leo Hendrikx hadden besloten om via Zwitserland naar Engeland te reizen. Ze hadden gehoord dat de opvangkampen in Zwitserland beter waren dan in Zuid-Frankrijk mochten ze blijven steken. Ze reisden naar Annecy (Frankrijk), waar ze opgewacht werden door de gendarmerie. Ze hadden geen geldige papieren. Ze zouden vrij komen als ze zouden tekenen voor het Franse Vreemdelingenlegioen. Ze aarzelden, maar ze besloten toch om maar niet te tekenen en het proces af te wachten. Ze kregen 40 dagen gevangenschap opgelegd. Op 26 mei 1942 werden ze uit de gevangenis ontslagen en op transport naar Toulouse gesteld.

Niet iedereen wist het gebeurde echter zo uit te buiten. Sommige Engelandvaarders spraken zo weinig Frans, dat zij amper begrepen waarvoor zij kozen. Dit was het geval bij de toen 21-jarige Jan Overvoorde, die gearresteerd werd na een mislukte poging de demarcatielijn over te steken waarna hij werd opgesloten in de gevangenis van Chateauroux: Na een week werd mij gevraagd: óf Duitschers, óf Afrika en ik koos het laatste, niet goed begrijpend wat zij bedoelden, daar ik niet veel Fransch sprak. In Marseille gekomen moest ik voor vijf jaar tekenen…

Anderen tekenden welbewust voor het legioen, in de overtuiging dat zij vrij snel zouden kunnen deserteren, om daarna hun reis naar Engeland te vervolgen. Maar dat viel vaak tegen. De meesten van hen kregen geen kans om te deserteren en werden onverwijld overgebracht via Oran (Algerije) naar Sidi Bel Abbès het hoofdkwartier en hoofddepot van het Vreemdelingenlegioen, van waaruit het verder ging naar de opleidingscentra en daarna uiteindelijk plaatsing bij actieve eenheden. Veel van die eenheden waren gestationeerd in afgelegen plaatsen in het Zuiden van Algerije en Marokko van waaruit deserteren nagenoeg onmogelijk was. Hier kwam nog bij dat ze dienden bij het deel van het Vreemdelingenlegioen dat deel uitmaakte van de troepenmacht onder bewind van Vichy Frankrijk een bondgenoot van de asmogendheden.

Lijst Legionairs en Engelandvaarders

Achternaam Voornamen Geboorte datum Geboorte plaats Legioen periode
Boudeling Emile 01-02-1926 Goes 1941-1943
Kerkhoff Jack 21-07-1922 's-Gravenhage 1942-1943
Van Doorn Willem Theodoor Cornelis 31-05-1911 Den Haag ---
Van Emmerik Pieter Johannes Matthijs 30-11-1920 Sloten Noord Holland 1942-1942
Willemsen Albertus Derk Johannes 07-07-1923 Arnhem 1941-1943

Donderdag 25 Nov. 1943 (Spanje, Barcelona)

Enige dagen geleden het plan opgevat om te proberen mee te komen met het Convooi Fransen naar Afrika, want het niets doen en wachten verveeld me gruwelijk….

…Net even voor het vertrek kwam Piet Huiskens nog even en vertelde dat hij de Vice-consul gesproken had, die het mij afraadde door te zetten, omdat er in Afrika geen Hollands Consulaat was en het heel lang duurde voor men naar Engeland ging als men niet voor de keus gesteld werd dienst te nemen bij het vreemdelingenlegioen of in een concentratiekamp te gaan. Heb er met de chef van het Convooi over gesproken die beweerde dat het niet zo was. Heb besloten om toch door te zetten….

Operatie Torch


Op 8 november 1942 voerden de geallieerden op drie plaatsen een landingsoperatie uit in Noord-Afrika. Tijdens deze operatie Torch werden meer dan 100.000 geallieerde troepen ontscheept op de kusten van Marokko en Algerije. Er werd een aantal dagen strijd geleverd tussen de geallieerden en de Vichy-Fransen.
Op 11 november 1942 gaf amiral François Darlan, de opperbevelhebber van de Vichy-Franse troepen, na onderhandelingen met de geallieerden, de opdracht dat de Vichy-getrouwen in Noord-Afrika de strijd moesten staken. Dit bevel werd opgevolgd door de meeste troepen. Vrij snel werden de Vichy Franse legeronderdelen aangesloten bij de Geallieerden om deel te nemen aan de strijd om Tunesië.

Bronnen

[1] Document Nationaal Archief
[2] Tulpen voor Wilhelmina blz.146-147 Agnes Dessing
[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Jack_Kerkhoff
[4] Nationaal Archief Algiers, 15 November 1943, verslag van de Sergeant LAGAS over van der Loop
[5] De Telegraaf 20-09-1976
[6] http://www.rhegie.com/leohendrikx.htm
[7] Dagboek Hooijer George Frans NIOD

[a] Volgens [1] op 23 Mei 1942.