Prinses Irene Brigade

Foto afkomstig uit de nalatenschap van de oud-legionair Antonius Huijbergts die na uit het Vreemdelingenlegioen te zijn ontslagen diende bij de Brigade.
Het nummer op de Brencarrier geeft aan dat deze behoorde bij Gevechtsgroep II

Legionairs in de Koninklijke Nederlandse Brigade “Prinses Irene”

Mei 1943, na het einde van de veldtocht in Tunesië, begon de Nederlandse regering een actieve rekruterings campagne onder legionairs en oud-legionairs van Nederlandse herkomst in Noord Afrika. Men probeerde zelfs met ondersteuning van enkele hoog geplaatste Franse officieren deze mannen voortijdig uit het Franse Vreemdelingenlegioen ontslagen te krijgen. Het doel was hen in dienst te laten treden bij de Nederlandse strijdkrachten. De verwachtingen voor wat betreft de mogelijke aantallen nieuwe rekruten lagen zeer hoog. Uiteindelijk kwamen na veel inspanningen, aangezien de Franse Autoriteiten niet bijzonder veel medewerking verleenden, ongeveer 70 Legionairs beschikbaar.
Het merendeel hiervan werd bij aankomst in Engeland ingedeeld bij de Koninklijke Nederlandse Brigade “Prinses Irene”.
Voor zover tot nu toe bekent werden deze Legionairs bijna allen ingedeeld bij Gevechtsgroep III, met name het tweede peloton van onder bevel van de uit Zuid-Afrika afkomstige luitenant Cornelis Buisman. Een heikel punt bleef het feit dat de mannen door in dienst van het Legioen te zijn getreden hun staatsburgerschap waren kwijtgeraakt. Een groot deel van deze mannen kreeg doordat ze vrijwillig dienst hadden genomen bij de Nederlandse strijdkrachten hun Nederlandse Staatsburgerschap weer terug, maar dit was helaas niet altijd het geval.

Lijst Legionairs en Prinses Irene Brigade

Achternaam Voornamen Geboorte datum Geboorte plaats Legioen periode
Claessens Johannes Marie 21-05-1921 Heerlen 1939-1940
De Groot Henricus 21-03-1914 Geertruidenberg 1937-1943
De Munck Jacob Herman 22-08-1914 Kruiningen (Zeeland) 1935-1942
Garnier Johannes Willem 14-02-1916 Rotterdam 1935-1943
Geenen Peter Hubertus 29-04-1916 Roggel 1938-1943
Reijman Johannes Bernardus 02-07-1909 Den Haag 1930-1943
Ruskus Franciscus Cornelis Johannes 09-07-1912 Breda 1937-1943
Van Biljouw Arie 23-12-1911 Den Haag 1937-1942
Van den Bergh Johannes Theodorus Leonardus 02-03-1912 Delft 1936-1944
Willemsen Albertus Derk Johannes 07-07-1923 Arnhem 1941-1943

“Het vergeten onderdeel”

In het blad “De Vaandeldrager” beschrijft “hospik” P.J.H. Gelissen zijn ervaringen met een groep van 16 oud-legionairs van Gevechtsgroep III, “Het vergeten onderdeel”.
De oud-legionairs Den Breejen en Van de Pas worden met naam genoemd. Met de Sergeant Bauch wordt zeer waarschijnlijk Bousch bedoelt.

In zowel de officiële als inofficiële geschiedschrijving over de Brigade wordt weinig melding gemaakt van de komst en het bestaan een eenheid oud-legionairs. Volgende citaten betreffende de oud-legionairs in de Brigade die in diverse bronnen werden aangetroffen.

“Spanningen veroorzaakten ook de 50 legionairs uit het Franse Vreemdelingenlegioen. Bij de werving zou hen beloofd zijn dat zij in Engeland hun Nederlanderschap zouden terugkrijgen, waardoor zij dit gevreesde legioen de rug toekeerden. Het waren uitblinkers op militair gebied, maar zodra ze waren teruggekeerd van de oefeningen ontstonden er problemen en was er geen discipline meer te bespeuren: stropen, vechtpartijen e.d..”
[ Prinses Irene Brigade ]

“De Irene brigade werd tot 30 augustus belast met de rivierbewaking. Ook moest zij nagaan hoe de toestand was ten noorden van de Seine. Deze en de volgende dag werden patrouilles uitgezonden. Vrijwilligers, meestal ex-legionairs uit het Franse Vreemdelingenlegioen, die beschikten over goede kennis van de Franse taal, maakten zich nuttig en staken ‘s nachts bij Vieux Port de Seine over, verkenden het terrein en legden ook contacten met de Franse ondergrondse, de ‘maquis’. De patrouille bracht cognac en champagne mee terug, zodat op 31 augustus een heildronk op Koningin Wilhemina kon worden uitgebracht.”
[ Prinses Irene Brigade]

” Het peloton van luitenant Buisman komt voor de tweede keer naar Hedel. Na de “mijnen-zuiveringsoperatie” van de vorige dag, zijn ze teruggekeerd naar Fort Crêvecoeur. Nu krijgen ze de opdracht om Hedel “grondig schoon te vegen”. Het peloton bestaat voornamelijk uit oudgedienden van het Franse Vreemdelingenlegioen, dus het is hen wel toevertrouwd. De mannen gaan zeer geroutineerd te werk. In de buurt van de spoorbrug weten ze een Duitse afdeling op te rollen: vijf worden gevangengenomen, tien anderen sneuvelen”.
[De actie bij Hedel – 22 – 25 april 1945 H. Sonnemans http://www.fuseliers.net/HEDEL.html ].

” In de omgeving van Hedel hielden zich nog enkele groepjes zwervende Duitsers schuil, die regelmatig verspreid vuur afgaven en daardoor lastige hindernissen vormden. Daarom werd een peloton van gevechtsgroep III belast met de taak het voorterrein te zuiveren van Duitsers.
Dit peloton bestond voor het grootste deel uit oudgedienden van het Franse Vreemdelingenlegioen.
Zij wisten bij de spoorbrug een afdeling Duitsers onschadelijk te maken. Hierbij werden tien Duitsers gedood en vijf werden krijgsgevangen gemaakt.
Gevechtsgroep III had drie doden te betreuren;
dpl. soldaat P. Sprenkeling,
dpl. soldaat C.J. Picokrie en
dpl. soldaat J.P. Ligtvoet,
bovendien werden
dpl. soldaat R. Smit en
dpl. soldaat J .H. van Veenendaal
zodanig gewond, dat zij de volgende dag (26 april 1945) zijn overleden.

“diezelfde dag zwierven nog steeds groepjes Duitsers rond Hedel, die door hun vuur lastig waren. Een groep ex-legionairs uit het Franse Vreemdelingenlegioen, die deel uitmaakte van Gevechtsgroep 3, zuiverde geroutineerd het gebied. In de buurt van de spoorbrug lokaliseerden ze Duitse sluipschutters, die al die dagen zeer lastig waren geweest voor de overstekende Buffalo’s: tien Duitsers werden gedood en vijf gevangen genomen.”
[ Prinses Irene Brigade ]

Er zaten kleurrijke figuren bij de Brigade, daarover zijn de veteranen het eens. Vooral degenen die uit het Vreemdelingenlegioen afkomstig waren.
“Een van hen rookte pijp”, zegt Van Lienden , “en die had een tabakszak, gemaakt van de gelooide borst van een Arabische vrouw.”
Een andere legionair heeft onderweg nog eens een kluis opgeblazen.
Van Lienden: “Daar zat dan wel geen flikker in, maar hij wist wel precies hoe het moest.”
Hemmes:”Er waren erbij die links en rechts stalen, maar nooit van de maten.”
Ter Haar: “Figuren die uitstekend werk deden bij acties, begonnen zodra we het bevrijde Noord-Nederland binnen trokken weer stiekem spullen weg te halen.”

[Artikel, herkomst onbekend]

“Bijzonder leuk tuig”


Vlak voor de invasie kreeg hij [W.A. Kampinga] het commando over een peloton van “37 lieverdjes”, Nederlanders uit het beruchte Vreemdelingenlegioen. De overste Kampinga praat nog graag over deze periode. Enkele uitspraken: „Zeer bijzondere lieverdjes. Je moest ze geen straf geven, maar met een bierfles in de nek slaan. Bijzonder leuk tuig”.
Het was hoe dan ook een fanatiek groepje, dat het, eenmaal in Frankrijk geland, niet zo nauw met de spelregels’ nam. Zij waren het die het eerst de Seine overstaken; zij waren het die het eerst het Albertkanaal overgingen. Ze zijn bij Arnhem geweest. Voor zijn oorlogswerk kreeg Kampinga het befaamde Military Cross uitgereikt.
[Artikel over W.A. Kampinga, Nieuwsblad van het Noorden 22-11-1973 via Delpher]

De Engelandvaarder Edgar Asselberghs, die diende in de Prinses Irène Brigade, schrijft in zijn boek “Tussen licht en donker. 1943-’45”:
“Onze eerste man, de oud-legionair, zat voor in de carrier met zijn hoofd in zijn handen, Hij voelde weer een aanval van malaria, paludisme noemde hij dat, opkomen, mompelde iets over de Sahara, over een strafkamp in Colomb Béchar.”