Nicolaes, Lambertus


Personalia

Achternaam Voornamen Geboorte datum Naam vader Naam moeder
Nicolaes Lambertus 09-04-1937, Maastricht Nicolaes, Petrus Servatius Lambertus Engels, Hubertina

Legioen periode: 1959 - 1959

No Matricule Engage Libere Libere Plaats
125823 28-01-1959 l’ I.M. Lille / Frankrijk 17-05-1959 / Deserteur Ain El Hadjar / Algerije

Biografie


15 september 1959, Nederlandse legionairs vermoord?

Op dinsdag 15 september 1959 en een dag later, melden diverse landelijke en regionale dagbladen (a) de dood of mogelijke dood van twee Nederlandse legionairs. Het meerendeel van de kranten gaf een vertaling van een bericht van het Franse persbureau AFP met volgende tekst:

“Naar het Franse persbureau AFP meldt zijn twee Nederlandse jongemannen die een jaar geleden in het Franse vreemdelingenlegioen dienst hebben genomen door Algerijnse opstandelingen doodgeschoten. Zij behoorden tot een groepje van vijf legioensoldaten die in de lente gedeserteerd zouden zijn en die door leden van de FLN (Front de Liberation Nationale) bij Mecheria [ Algerije] volgens mededelingen van een naar de Fransen overgelopen rebel zouden zijn vermoord.
De Nederlanders zijn Robertus van der Eem in 1940 in Nijmegen geboren wiens ouders jaren geleden naar St. Michielsgestel zijn verhuisd en Lambertus Nicolaes die in 1937 in Maastricht geboren is. Hij is een jaar geleden uit de registers van de burgerlijke stand in deze gemeente geschrapt wegens vertrek naar Frankrijk”

Een variant op dit bericht is een artikel van de United Presse (UP):

ALGIERS, dinsdag Het Franse opperbevel heeft de namen bekendgemaakt van elf Duitse, Italiaanse, Nederlandse, Hongaarse en Spaanse leden van het Franse vreemdelingenlegioen, die door de Algerijnse rebellen zouden zijn doodgeschoten in Tunesië.
Dit Franse communiqué is gebaseerd op mededelingen van een naar de Fransen overgelopen rebel. Tot een groepje van vijf, dat in de lente gedeserteerd zou zijn en op 2 juni [1959] door de rebellen zou zijn geëxecuteerd, behoren volgens het Franse communiqué Robertus van der Eem, geboren in 1940 in Nijmegen, en Lambertus Nicolaes geboren in 1937 te Maastricht. In het communiqué werd niet opgehelderd, waarom de legioensoldaten geëxecuteerd zijn. – [UP]”

Wie was Lambertus Nicolaes en wat leidde tot zijn tragische dood in Algerije?
Een reconstructie.

Jeugd

Lambertus Nicolaes werd op 9 april 1937 geboren te Maastricht als zoon van Petrus Servatius Lambertus Nicolaes en Hubertina Engels.

Zoals het Limburgsch dagblad op 16 september 1959 aan hun versie van het artikel over zijn dood toevoegde “Lambertus Nicolaes was het vierde kind van het echtpaar Nicolaes-Engels uit Maastricht. De vader is scheepslosser. Het gezin telde zes personen. De jongeman is, naar verluidt, vorig jaar, kort nadat hij meerderjarig was geworden naar Frankrjjk gereisd en heeft daar dienst genomen in het Vreemdelingenlegioen. Wij meldden gisteren reeds in ’t kort de dood van de legionair Nicolaes”

Lambertus Nicolaes had zelf eerst ook enige tijd, net als zijn vader op een schip gewerkt, maar ging toen werken in een mijn in Luik. Later keerde hij terug naar Nederland en ging bij een tante in de kost.

Franse Vreemdelingenlegioen

Volgens de familie verhalen vertrok Lambertus Nicolaes in oktober 1958 met de trein naar Frankrijk.


28-01-1959, Lille

Op woensdag 28 januari 1959, 21 jaar oud, nam Lambertus Nicolaes te Lille (Noord Frankrijk) vrijwillig dienst (Engage Volontaire (E.V.). ) voor een periode van 5 jaar. Zijn diensttijd van 5 jaar begint vanaf die dag te tellen. Het contract wat hij gesloten had was nog voorlopig.

Vanuit Lille gaat hij op transport naar de havenplaats Marseille in Zuid Frankrijk. Meestal gebeurde dat per trein. Als er genoeg rekruten in het depot in Marseille waren gingen ze op de boot naar Algerije.

14-02-1959, Algerije

Op 14 februari 1959 ging Lambertus Nicolaes aan boord in Marseille, richting Oran een havenplaats in Algerije. Het schip arriveerde een dag later.

Weer een dag later op 16 februari 1959 kwam hij aan op het hoofdkwartier van het Legioen in Sidi Bel Abbes. Hij werd ingedeeld bij een tijdelijke eenheid, de Compagnie Passage (C.P.) van de vrijwilligers (E.V.) 

Grand Quartier Viennot te Sidi Bel Abbes
Hoofdkwartier van het Franse Vreemdelingenlegioen
Detail hoofdgebouw van de kazerne met palmbomen en Plataan
[Coll. NLL. ]



Lambertus werd een kleine maand later op 12 maart 1959  ingedeeld bij zijn opleidingseenheid (Compagnie d’Instruction C.I.). Omdat er meerdere waren droegen deze nummers. Lambertus Nicolaes was ingedeeld bij de C.I. 1. dat gelegerd was te Ain el Hadjar.

De kaserne van het Franse Vreemdelingenlegioen te Ain el Hadjar (Algerije)

16-04-1959 een brief uit Sidi Bel Abbes
ik moet nu toch vijf jaar hier blijven

Lambertus Nicolaes verbrak het contact met zijn familie niet, op 16 april schreef hij een brief vanuit Sidi Bel Abbes:

[…] ik maak het goed niettegenstaande ik nou in het hospital ligt van Sidi bel Abes […]
Vandaag is het hier een hitte je weet niet waar je het zoeken moet we hebben hier de laatste maanden toch mooi weer gehad maar zo heet als vandaag is het nog niet geweest ik ben zo beetje aan het uitdrogen.
Je moet eens informeren wat me te wachten staat als ik terug kom anders blijf ik hier ik moet nu toch vijf jaar hier blijven […] Ber.

Enige bekende foto van Lambertus Nicolaes in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Gebouw in de achtergrond waarschijnlijk een kazerne.
Sidi Bel Abbes of Ain el Hadjar ?
Karakteristiek verder de boom links mogelijk een Plataan.
[ Familie Nicolaes ]

29-04-1959 een brief uit Ain el Hadjar
“Ik heb het hier al soep van”

Op 29 april 1959, schreef Lambertus Nicolaes een brief uit Ain el Hadjar.

[…] hier is nog alles best […]
dan morgen is hier de grote parade dan hebben wij het hier te vertellen dan hebben de officieren niets meer te vertellen dan mogen wij de bevelen geven dien dag. Onze luitenant hebben we al ingedeeld voor de wc zuiver te maken dat beloofd wat moois.
Ik heb het hier al soep van maar ik probeer naar Madagascar te komen […]

Lambertus Nicolaes verwees hier naar de grote feestdag van het Franse Vreemdelingenlegioen Camerone, gevierd op 30 april.

10-05-1959, Ontbreken, Ongeoorloofd afwezig, Deserteur

Op 10 mei 1959, ontbrak Lambertus Nicolaes op het appel.
Een dag later  werd dit omgezet naar ongeoorloofd afwezig. 
Wie minder dan een week afwezig was, was formeel nog geen deserteur. Pas na een week afwezigheid werd een afwezige legionair een deserteur. (Deze regel geldt in de meeste legers).Op ongeoorloofd afwezig zijn stond al een straf, op desertie, zeker in een oorlogsgebied een hele zware.
Op 17 mei 1959 stond Lambertus Nicolaes formeel als deserteur te boek.

Desertie met hulp de FLN „repatriëringsdienst” ?

Zeer waarschijnlijk deserteerde Lambertus Nicolaes , zoals in die periode veelvuldig gebeurde, met de hulp van Algerijnse onafhankelijkheidsstrijders.

De Nederlandse ex-legionair Arend van den Brink, die in 1958 succesvol deserteerde met hulp van Algerijnen berichtte hier destijds over:
 „Je hoorde een hoop geruchten over de ondergrondse actie van de Algerijnen, die légionnaires het land uit bracht. Maar we wisten niet, of die berichten betrouwbaar waren”

De krant “Het vaderland” plaatste op 15 september 1959 bij het bericht over de dood van Lambertus Nicolaes en Robertus van der Eem ook een artikel over de Algerijnse hulp aan deserteurs.

“De leider van de „repatriëringsdienst” in het Algerijnse Bevrijdingsfront, Si Moestapha, heeft te Aken in West-Duitland verklaard dat het Franse Vreemdelingenlegioen voor ongeveer zeventig procent uit Duitsers bestaat. Hij betoogde dat z’n groot percentage de Duitsers wel een slechte naam moet bezorgen in het Midden-Oosten. Het Bevrijdingsfront moedigt thans legionairs aan om over te lopen naar de rebellen teneinde daarna te worden gepatrieerd. Volgens Moestapha had de Algerijnse „repatriëringsdienst” reeds 2.829 legionairs in staat gesteld uit Noord-Afrika naar huis terug te keren.

Hiertegenover stelt het Franse opperbevel in Algiers een lijst met namen van 11 Duitsers, Italiaanse, Nederlandse, Hongaarse en Spaanse legionairs, die na hun desertie door Algerijnen in Tunesië zouden zijn doodgeschoten.
De Nederlanders zijn volgens deze Franse bekendmaking de 19 jarige Robertus van der Eem uit Nijmegen de 22-jarige Lambértus Nicolaes uit Maastricht”.

Enigszins opmerkelijk in dit bericht is de locatie waar de moorden zouden hebben plaats gevonden, Tunesië. De afstand van Ain el Hadjar (West-Algerije) van waaruit Lambertus Nicolaes deserteerde, naar de grens met Tunesië (Oost Algerije) is meer dan 1000 km.
Uit een Frans krantenbericht uit deze periode blijkt het uiteindelijk om twee soortgelijke voorvallen te gaan, een in Tunesië en een in Algerije.

Algiers, 15 september. – De staf van Algiers bevestigde maandagavond de informatie die het vorige week al onder voorbehoud had gegeven de executie door de FLN in Tunesië van vijf Duitse legionairs en een Hongaar.
Deze mannen, die behoorden tot het 2e Regiment Etrangere Parachutiste [2e REP] waren in Algerije krijgsgevangen gemaakt.
Vijf andere legioensoldaten waren afgelopen juni al neergeschoten bij Méchéria (Zuid-Oran).
Een overlevende, een Italiaan genaamd Meroni, vertelde over de omstandigheden van deze standrechtelijke executie.

[ El Abiodh Sidi Cheikh, El Bayadh, Algeria ]

Naar aanleiding van deze moorden brachten de strijdende partijen tegenstrijdige persberichten naar buiten.
De FLN verklaarde dat de gedeserteerde legionairs door Franse Troepen om het leven waren gebracht op een manier kenmerkend voor de FLN zodat deze hiervoor verantwoordelijk zou worden gehouden [5].
De Fransen verklaarden dat het de FLN was geweest die verantwoordelijk was voor de moorden.
De Italiaanse ex-legionair genaamd Meroni deed in de Franse pers zijn verhaal wat tevens het verhaal is van de laatste dagen van Lambertus Nicolaes en Robertus van der Eem.

Algiers. 3 juli (A.F.P.). – Legionair Elio Meroni vertelde verslaggevers op donderdag over het bloedbad waaraan hij ontsnapte in de buurt van El-Abiod-Sidi-Sheikh als hij en een andere groep deserteurs probeerde de Marokkaanse grens over te steken.
“Ik deserteerde uit legioen” zegt hij, met twee andere kameraden om zich bij de F.L.N. aan te sluiten, die ons naar Marokko zou brengen. Onderweg werden mijn twee kameraden ziek en verlieten onze groep.

Al snel sloten andere deserteurs zich bij ons aan, en onze groep, die onder toezicht stond van vijf fellaga’s, telde zes buitenlanders: twee Nederlanders, twee Duitsers, een Spanjaard en ikzelf. We dachten dat we na twee weken in Marokko zouden zijn. Maar we hebben tweeënhalve maand gelopen. Al snel behandelden onze bewakers ons als gevangenen.
Op de avond van de 18e, [juni] rond 23.00 uur, waren we in een bergachtig gebied in de buurt van El-Abiod-Sidi-Sheikh. We stopten om te rusten. We vestigden ons als een groep om een sigaret te roken. De nacht was helder. Plotseling openden drie van onze bewakers het vuur met een machinegeweer op ons. Ik probeerde weg te lopen. Een rebel schoot op me. Zijn geweer ging af. Toen ik in een gat zat, raakte een salvo van een machinegeweer mijn schouder. Ik heb gedaan alsof ik dood was. Een rebel sloeg me op mijn hoofd met de kolf van zijn geweer, een ander liet een enorme steen op mijn nieren vallen. Toen was er stilte.
In de vroege ochtend stond ik op en vertrok richting een piste op ongeveer 3 kilometer afstand. Onderweg vloog er een vliegtuig laag over me heen. Ik heb een noodsignaal gegeven. Even later arriveerde een helikopter. Ik was gered.

Op de grond werden de lichamen van de twee Nederlanders, een Duitser en de Spanjaard, gevonden. De tweede Duitser was weg.
Meroni geeft toe dat hij niet kan zeggen waarom zijn bewakers deze standrechtelijke executie hebben uitgevoerd.
Het is bekend dat de externe organisatie van de F.L.N. op 30 juni in een verklaring heeft aangegeven dat de gedeserteerde legionairs door Franse troepen waren geëxecuteerd en dat ze allemaal van Zwitserse afkomst waren.

Dat het veel langer duurde naar Marokko te komen dan Meroni verwacht had, had mogelijk te maken met het gegeven dat de Algerijnse helpers een geschikte locatie moesten vinden om de grens met Marokko over te steken. Deze grens werd sinds de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 door de Fransen zwaar bewaakt en was afzet met versperringen, zoals prikkeldraad, mijnen enz.
De route van de groep deserteurs liep dan ook niet via de kortere weg naar het west maar via een boog, eerst richting zuiden en dan west. De plaats van de moord partij die Meroni aangeeft, El Abiodh Sidi Cheikh, wijkt ook sterk af van die genoemd werd in eerder persberichten, Mecheria.
Mecheria lag dicht bij de Franse grensversperring terwijl het door El Abiodh Sidi Cheikh, hier meer dan 100 km vandaan lag.

Kaart van de grens tussen Algerije en Marokko.
De rode lijn geeft de grensversperring aan, Ligne Morice en Challes
Een deel van de grens was afgezet met versperringen zoals prikkeldraad,
vaak onder hoogspanning. [Rode doorgetrokken lijn]
Een deel met mijnen en automatische schiet installaties [Rode stippellijn]

Vermist

Lambertus Nicolaes, hield, zoals eerder vermeld, nadat hij dienst genomen in het Franse Vreemdelingenlegioen contact met zijn familie o.a. met een broer.
In 1959 schreef hij in een brief dat hij met een tas met 4 bakstenen erin de woestijn was ingestuurd en dat hij uit een vliegtuig was gesprongen, en dat hij een kepi had gekregen.
Daarna vernam de broer niks meer.
Tot september 1959 , de broer werkte op dat moment in de bakkerij Hermans in Maastricht, daar vertelde ze hem dat er 7 legionairs waren vermoord. Het bericht schijnt zelf via de Radio Omroep Zuid te zijn uitgezonden.
De broer is toen bij een tante gaan vragen of zei wist om welke Nederlanders dit ging. Maar ook zei kon geen antwoord geven.Eén dag later moesten ze uit een krant lezen dat het om hun broer ging. Ook de vader van Lambertus moest het nieuws uit een krant lezen.
Bizarre geruchten kwamen op gang dat hun lichamen in het zand waren gestoken met alleen hun hoofd er nog buiten. De rebellen zouden op hun paarden zijn gaan zitten en met hun zwaarden zo hun hoofden eraf hebben gesneden. Vervolgens zonder enige andere informatie bleef het stil.

Opmerkelijk is dat er, zoals gebruikelijk, geen formele berichtgeving uit Frankrijk kwam en geen akte van overlijden werd opgestuurd naar de familie.


1965 Interpol


Tot 1965, de broer woonde toen in Maastricht. Er stonden 2 ambtenaren aan de deur. Zij vroegen naar Lambertus. Er werd duidelijk gezegt dat hij overleden was.
De ambtenaren zeiden zodra hij jullie belt of ook maar enige contact met jullie zoekt nemen jullie contact met ons op. Dit werd ook aan een tante door gegeven.


Hierdoor bleef de broer ergens altijd hopen dat Lambertus nog leefde.


Voetnoten

(a) De Slag bij Camerone was een gevecht tussen het Frans Vreemdelingenlegioen en Mexicaanse troepen op 30 april 1863 in Camarón de Tejeda (Mexico). Voor het Franse vreemdelingenlegioen staat dit gevecht symbool voor opofferingsgezindheid. Inderdaad mogen de legionairs op die dag hun officieren klusjes uit laten voeren.

(a) De verschillende krantenkoppen

  • Nederlandse legionairs vermoord?
    Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad 15-09-1959
  • Nederlanders door FLN vermoord ?
    Nieuwe Tilburgsche courant 16-09-1959
  • Executeerden Algerijnen elf legioensoldaten?
    Provinciale Drentsche en Asser courant 16-09-1959
  • Overgelopen Algerijn vertelt: Twee Nederlandse legionairs gedood
    Friese koerier : onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden 16-09-1959
  • NEDERLANDSE LEGIONAIRS VERMOORD
    Nieuwsblad van het Zuiden 16-09-1959
  • Twee legionairs vermoord Maastrichtenaar een der slachtoffers
    Limburgsch dagblad 16-09-1959

Bijzondere dank aan de familie Nicolaes





Legioen eenheden: 1959 - 1959

Van Tot Regiment Bataljon Compagnie Plaats Land
C.I. 1 Ain El Hadjar Algerije



Legioen onderscheidingen

Onderscheidingen Datum Uitreiking


Info

Verder onderzoek gaande, heeft U meer informatie laat het mij weten via: info@nllegioen.eu

Datum:

Bronnen

[1] Regionaal Historisch Centrum Limburg, BS Huwelijk Burgerlijke Stand in Limburg, Maastricht, archief 12.059, inventaris­num­mer 207, 5 mei 1922, aktenummer 188
[2] Lignes Challe et Morice
[3] L'ÉVOLUTION DES BARRAGES FRONTIÈRES EN ALGERIE LA BATAILLE DES FRONTIÈRES Général (CR) Jean DELMAS
[4] Le Monde 02-07-1959
[5] Der Spielgel WER DESERTIERT, MUSS „ALEMANI“ RUFEN Von Si Mustapha 02-09-1959