Plantinga, Klaas


Personalia

Achternaam Voornamen Geboorte datum Naam vader Naam moeder
Plantinga Klaas 10-03-1916, Sneek Plantinga, Jan Feenstra, Douwtje

Legioen periode: 1937 - 1937

No Matricule Engage Libere Libere Plaats
5460 02-04-1937 [-] Toulouse / Frankrijk 1937 / Desertie Sousse / Tunesie

Biografie


1966 “Sneker in Frankrijk in arrest omdat hij in 1937 uit Legioen deserteerde”

Het was in de zomer van 1966 voorpaginanieuws, de arrestatie in Frankrijk van een Nederlander vanwege het feit dat hij 29 jaar eerder gedeserteerd was uit het Franse Vreemdelingenlegioen.

„Zelfs gendarmerie vindt het belachelijk”
Sneker in Frankrijk in arrest omdat hij in 1937 uit Legioen deserteerde

Vrijwel alle Nederlandse kranten berichten erover, het “Nieuwsblad van het Noorden” op 21 juni 1966 als volgt:

(Van onze speciale verslaggever) NICE, 21 juni 1966. — De Nederlandse schokbreker-monteur Klaas Plantinga uit Sneek (50) is in het lieflijke Zuidfranse plaatsje Villeneuve-Loubet door een vreemd lot getroffen: 29 jaar geleden deserteerde hij uit het Franse vreemdelingenlegioen, thans is hij voor dit feit aangehouden door de gendarmerie. Dezer dagen zal hij worden voorgeleid voor de procureur-generaal van het militair gerechtshof in Marseille.

Klaas Plantinga wist in 1937 uit het garnizoen van het Franse vreemdelingenlegioen in de Tunesische stad Sousse te ontvluchten. Hij ontsnapte naar Nederland, en trouwde daar.
In oktober van het vorige jaar [1965] kreeg deze monteur een baan aangeboden bij de Franse vestiging van de Nederlandse Schokbrekerfabriek Koni in Villeneuve-Loubet, departement Alpes-Maritimes. Al die maanden heeft hij daar met zijn vrouw krachtens een provisorische verblijfsvergunning in een caravan op een kampeerterrein gewoond.
Pas toen het er om ging de heer Plantinga een definitieve verblijfsvergunning te verschaffen en een grondig antecedentenonderzoek plaats vond, ontdekten de autoriteiten, dat hij deserteur uit het vooroorlogse vreemdelingenlegioen was.
Dat gebeurde enkele dagen geleden en prompt werd hij door de gendarmerie gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Cagnes-sur-Mer, waar hij overigens een grote mate van bewegingsvrijheid genoot. Vandaag is de heer Plantinga van Cagnes-sur-Mer naar het huis van bewaring in Aubagnes overgebracht.

De Nederlandse afgevaardigde bij de Franse directie van de Konifabriek in Villeneuve, de heer H. Toom, zei ons vanmiddag, dat de heer Plantinga vol goede moed is. „Zelfs de gendarmerie vindt het een belachelijke aangelegenheid, dat de monteur in bewaring werd genomen. ledereen is ervan overtuigd dat de zaak met een sisser zal aflopen”.
Dit geldt te meer, omdat de motieven van de heer Plantinga om te deserteren uit het vreemdelingenlegioen respectabel zijn. Omstreeks 1937 deed een duidelijke nazi-mentaliteit in dat korps zijn intrede. Ook de Franse autoriteiten zijn thans geneigd ten aanzien van deserties, in die tijd gepleegd, een welwillende houding aan te nemen.

Optimistisch
Plantinga’s echtgenote is eveneens optimistisch gestemd over de naaste toekomst. Zij heeft uitvoerig met haar man kunnen spreken. De heer Toom deelde ons mee, dat hij nog geen contact over deze zaak had opgenomen met de Nederlandse ambassade in Parijs of het consulaat-generaal in Marseille. Eerst wenste hij met zijn Franse mededirecteuren vanmiddag te overleggen. Van de zijde van ambassade of consulaat was geen initiatief ontplooid. Het hoofdkantoor van de Koni-fabrieken bevindt zich in Oud-Berjerland. De Franse vestiging is onder de naam Koni France S.A. met Nederlands kapitaal in Villeneuve, aan de bekende route nationale nr. 7 opgericht.
De Franse regionale pers heeft gisteren van dit opzienbarende geval van de heer Plantinga uitvoerig bericht.

De familie

Verslaggevers verdrongen zich in Sneek voor zijn voormalige ouderlijk huis. Zijn moeder en vader waren reeds overleden en de rest van de familie, zijn stiefmoeder en half broer, hadden hem jaren niet gezien. Desalniettemin wilden ze wel over zijn leven te vertellen.

De “Friese koerier” berichtte als volgt op 22 juni 1966 in de rubriek Fries MOZAIEK onder de koppen:

Het Franse leger vergeet niet, Klaas wel
Oud-Sneker tegen wil en dank weer legionnair…
Deserteur loopt na 29 jaar in Frankrijk nog tegen de lamp

KLAAS PLANTINGA, een avontuurlijke vijftiger uit Sneek, maar sinds 1937 wonende in Amsterdam, is tegen wil en dank weer legionnair geworden. Plantinga werd maandagmorgen door de gendarmerie van het Franse Cagnes sur Mer gearresteerd, toen hij zich van geen kwaad bewust aanmeldde voor de verkrijging van een verblijfsvergunning in Frankrijk. Hij wilde als monteur bij een Nederlandse fabriek gaan werken.

In plaats daarvan zucht de ex-Sneker nu achter de tralies van het hoofdkwartier van het Franse Vreemdelingenlegioen in Aubagne, omdat Plantinga, die in 1937 als legionnair in het Tunesische Sousse deserteerde een ernstige vergissing maakte: desertie wordt in Frankrijk nooit vergeven.
En het leger vergeet niets.
Het nieuws, dat via de buitenlandse persbureaus UPI en AFP ln de loop van gistermiddag Nederland bereikte, zorgde in het kleine woninkje van de stiefmoeder van Plantinga aan de Ubbo Emmiusstraat in de Noorderhoek van Sneek voor enige consternatie.

„Zwarte schaap”

Halfbroer en naamgenoot Klaas, pas terug uit het ziekenhuis na een geslaagde blindedarmoperatie, zegt: “hij was het zwarte schaap van de familie”. Zn moeder bevestigt het: „Klaas was een lastige Jongen. Hij ging door linnen en wol.”
De foto-verzameling uit het dressoir levert niet op, waarom de verslaggevers van de grote landelijke bladen aan de deur komen. Ze druipen zonder foto weer af.
Z’n stiefmoeder zegt: „We hebben Klaas sinds lang uit het oog verloren. Het laatste, dat we van hem weten is, dat hij trouwkoetsjes reed in Amsterdam.”
De gegevens zijn schaars ln Sneek. Klaas was een avontuurlijke kerel. Hij werd van de ambachtschool gezet en verloor toen al spoedig het kontakt met ziin familie.
Z’n vader Is sinds drie jaar dood, z’n stiefmoeder weet betrekkelijk weinig van z’n wederwaardigheden.
Hij heeft heel wat beleefd, dat staat vast. „En hij was ook links, communist, zei die”, zo weet ze zich te herinneren.
Volgens mevrouw Plantinga is haar stiefzoon ook in Rusland geweest. „Maar of het waar is, weet ik niet. Hij kon enorm fantaseren”.
In de familiekring wordt daarna uitgemaakt, dat dit dan ln de periode tussen 1937 en ’39 moet zijn geweest.

Er zijn alleen wat flarden over zijn ontsnapping in de familieherinnering blijven hangen.
De Franse wetsdienaren weten meer. Volgens de vergeelde archieven uit het legioen heeft Klaas — onder welke naam Plantinga in het vreemdelingenlegioen dienst nam — op 22 oktober 1937 de wijk genomen. Hij had genoeg van het keiharde bestaan onder de hete woestijnzon van Tunesië en verliet heimelijk het garnizoen in Tousse.
Klaas, zo meldt het persbureau UPI, verwisselde zijn soldatentuniek voor een „djellaba” en sloot zich aan bij een karavaan Noordafrikanen. Op deze wijze wist Plantinga een haven aan de Tripolitaanse kust te bereiken, vanwaar hij scheep ging naar Nederland.

Als monteur

Terug in ons land nam de oud-Sneker deel aan het ondergrondse verzet en stichtte na de bevrijding een gezin. Op 15 november van het vorig jaar verliet hij met zijn tweede vrouw Amsterdam om een nieuw bestaan te beginnen als monteur aan een Nederlandse vestiging in VÜleneuve-Loubet van de Coni-schokbreker-fabriek te Oud- Beierland. Hij Installeerde zich zolang met zijn gezin op een camping.

Toen hij zich in Cagnes sur Mer meldde voor het voldoen van de nodige formaliteiten, ontdekte de gendarmerie in het departement Alpes-Maritis een vergeelde kaart, waarop de opsporing van Plantinga werd gevraagd. De oud-legionnair moest zich opnieuw in het gehate uniform van het Vreemdelingenlegioen steken en wacht nu op de behandeling van zijn zaak voor een militair tribunaal ‘in Marseille.

Delict, dat niet verjaart

Aangenomen wordt, dat Plantinga niet heeft geweten, dat desertie in Frankrijk een delict zonder verjaringstermijn is. In Nederland staat er 12 jaar voor in geval van oorlog en zes jaar in vredestijd.
In de Ubbo Emmiusstraat in Sneek wacht men nu vol belangstelling af hoe het gerecht in Marseille z’n loop zal nemen.
Z’n halfbroer ook, maar gistermiddag was het bezoek van de controlerend geneesheer voor hem toch belangrijker. Die kwam niet. Er verschenen alleen maar verslaggevers aan de deur …

Wat was er nu waar van al deze verhalen?

Jeugd

Klaas Plantinga werd geboren op 10 maart 1916 als zoon van Jan Plantinga en Douwtje Feenstra.

24 maart 1926 Overlijden moeder

Op 24 maart 1926 overleed Klaas Plantinga’s moeder, 43 jaar oud.

Tuchthuis

1928 Kinderrechter, Diefstal

Op 16 oktober 1928 werd Klaas Plantinga veroordeeld tot 4 maanden tuchtschool wegens diefstal, hij was toen 12 jaar oud.

2e huwelijk vader op 13 juli 1929 te Sneek

Zijn vader hertrouwde op 13 juli 1929 te Sneek met de 22 jaar jongere Jeltje Kuipers.

1930 Kinderrechter Diefstal

In 1930 op de leeftijd van veertien jaar werd Klaas Plantinga in een Gronings “observatiegesticht” geplaatst omdat hij volgens latere verklaringen van de familie “het niet vinden kon met zijn vader”.

Op 2 september 1930 werd hij wederom veroordeeld wegens diefstal en ter beschikking gesteld van de regering.

1931 – 1932 Machinistenschool te Harlingen

In 1966 verklaarde Klaas Plantinga dat hij van 1931 tot 1932 een opleiding op de machinistenschool in Harlingen volgde [10]. Zeer waarschijnlijk betreft het hier de Zeevaartschool te Harlingen.

1932 Franse Vreemdelingenlegioen (1)

Volgens krantenberichten van Januari 1934 zou hij in In Juli 1931 ontvlucht zijn uit het observatiehuis voor jongens achter het Serrebosch te Groningen. Na omzwervingen door Europe zou hij, 16 jaar oud, dienst genomen hebben in het Franse Vreemdelingenlegioen.
De enige bronnen die hiervoor bestaan zijn de krantenberichten uit 1934 en 1937 deze latere op basis van een interview met hem.
Hij zou onder valse naam dienst genomen hebben en verklaard hebben 18 jaar oud te zijn.
Hij kon echter het zware leven niet aan en nog in datzelfde jaar gedeserteerd zijn.
Met een vissersboot vluchtte hij naar Italië. Zwervend door Italie, Oostenrijk en Duitsland zou hij naar Nederland zijn teruggekeerd.

In 1966 laat de familie in een interview voor de Telegraaf [12], de jonge Klaas Plantinga maar liefst 6 jaar lang in het Vreemdelingenlegioen dienen. Interessant is het detail over het verdwijnen van Klaas Plantinga, dat het destijds via de radio werd omgeroepen.

Toen op een middag hoorden wij zijn naam omroepen bij de politieberichten, voor de radio. Het bleek dat hij van de politieman geld en een fiets had gestolen en daarna was verdwenen. We dachten eerst dat hij wel naar huis in Sneek zou komen, maar we hoorden tijdenlang niets van hem. Een tijd daarna stuurde hij ons een ansichtkaart uit Freiburg en dat was het laatste.”

De jonge Klaas Plantinga, eigenlijk nog een kind, ging naar het Vreemdelingenlegioen.
Ruim 6 jaar later nam hij daaruit de benen en vluchtte met zeven Duitsers in Noord-Afrika naar Somaliland. De deserteurs wisten ook uit dat land te ontsnappen. Zij kwamen ten slotte in Italië aan.
De Duitsers gingen naar hun land terug, Klaas Plantinga reisde door naar Rusland.

Cote Française des Somalis

Opmerkelijk is verder het feit dat de deserteurs volgens hetzelfde interview in Somaliland terecht waren gekomen.
De uit Friesland afkomstige oud legionnaire Pieter Leij verklaarde, jaren na dato, eveneens in 1935 uit Frans Somaliland gedeserteerd te zijn.
Zie ook de periode 1935-1936, waarin Klaas Plantinga in Italië en Abessinië zou zijn geweest.
Na de Tweede Italiaans-Abessinische Oorlog in 1936, waarin Abessinië werd veroverd, werd Italiaans-Somaliland een onderdeel van Italiaans-Oost-Afrika, samen met Italiaans-Eritrea.

1933 Duitsland.

In 1933 verbleef Klaas Plantinga volgens eigen zeggen in Duitsland en maakte daar o.a. kennis met Marinus van der Lubbe een Nederlandse arbeider en linkse activist die werd veroordeeld als brandstichter van de Reichstag in Berlijn. Later in 1969 zou Klaas Plantinga in een interview met de Telegraaf [10] beweren te weten dat Marinus van der Lubbe deze brand niet gesticht kon hebben.

Duitse propaganda ansichtkaart ter gelegenheid van de
Grosse antibolschewistische Ausstellung der Reichspropagandaleitung der NSDAP
in 1937
Titel “Die Trümmerstätte des durch bolschewistische Bubenhand ausgebrannten Plenarsaals im Reichstagsgebäude

1934 Amsterdam

In April 1934 was Klaas Plantinga weer in Nederland. Als adres werd op een archiefkaart in Amsterdam geregistreerd Amersfoort Utrechtseweg 247.

1935 – 1936 Italië en Ethiopië

In 1935 en 1936 zou Klaas Plantinga mogelijk deel genomen hebben aan de kant van Ethiopië (toen Abessinië genaamd) in de strijd tegen de Italiaanse invasie van dat land.

1937 Spanjestrijder (1)

Op 22 maart 1937 was Klaas Plantinga geregistreerd als woonachtig in Sneek, Kleine Kerkstraat 3. Vroeg in dat jaar vertrok hij op de fiets naar België om werk te zoeken. Omdat dat niet lukte, ging het voor verder naar Parijs, waar hij ‘werd aangeworven om in een Spaanse munitiefabriek’ te gaan werken.
In Spanje aangekomen bleek de fabriek niet meer in functie te zijn.
Hij werd dan maar soldaat bij ‘het Republikeinse leger’, eerst aan het front en daarna drie weken Madrid. In de hoofdstad vond hij de toestand ‘volkomen normaal’.
Daarna ging naar het Noordelijk front, waar Franco aan de winnende hand was. Al terugtrekkend werden Plantinga en zijn maten de grens met Frankrijk overgedreven.

2 april 1937 Franse Vreemdelingenlegioen (2)

Op 2 april 1937 nam Klaas Plantinga dienst het Franse Vreemdelingenlegioen.

Zoals in het Nieuwsblad van Friesland [13] beschreven:

In Toulouse tekenden plm. dertig man, onder wie ook Plantinga behoorde, voor het Vreemdelingenlegioen, dat hem hierdoor voor de tweede maal in zijn rijen opnam.
[…].
Nadat ze eerst eenige weken in een kazerne te Marseille hadden doorgebracht, werden ze met hun zeventienen, allen cavaleristen, met een passagiersschip naar Tunis vervoerd. Daar kwamen ze eerst bij de opleiding en daarna in actieven dienst.
Over den dienst in het Legioen liet Plantinga zich in minder vleiende bewoordingen uit. Alle dagen hard werken in een tropische hitte, slecht eten en weinig loon (50 centimes is 3 Hollandsche centen). Het werk bestaat ‘s morgens tot plm. twaalf uur uit militairen dienst: verkenningstochten, exerceeren enz. Van twaalf tot ongeveer halfdrie, d.w.z. de heetste uren, rust en daarna tot een uur of zeven wegen aanleggen, steenen kloppen enz.
Om te zorgen, dat de soldaten fit blijven, worden zé iedere maand ingespoten.

Uittreksel van het Militair Paspoort van het Franse Vreemdelingenlegioen van Klaas Plantinga.
Het bevestigd het jaar van in dienst treden 1937 en dat hij was ingedeeld bij het 1er Régiment Étranger de Cavalerie.
De eenheid leidde zijn rekruten zelf op in Tunesië en niet zoals de infanterie eenheden in Algerije of Marokko.

Desertie

Nadat Klaas Plantinga vijf maanden in Afrika gediend deserteerde hij.
Zoals in het Nieuwsblad van Friesland [13] beschreven:

Aanvankelijk trok een kameraad met hem mee, maar deze kreeg spoedig bezwaren en keerdt terug.
Toen zette hij den tocht alleen voort en kwam ten slotte in de havenstad Tunis aan, waar hij een Hollandsen stoomboot, de „Rea” [Rhea] van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij, in de haven ontdekte. Het schip lag een meter of zeven van den wal verwijderd, maar Plantinga kroop ‘s avonds in het donker langs de trossen en slaagde er zoo in, het achterschip te bereiken, waar hij zich onder de hulpstuurkast verborg. De boot bleef nog een paar dagen in de haven liggen; om niet opgemerkt Ie worden, sloop onze verstekeling er ‘s morgens, als ‘t nog donker was, weer af, om ‘s avonds, als de kans daarvoor geschikt was, weer in zijn schuilplaats terug te keeren.
Eindelijk, op een Donderdagavond vertrok de „Rea”, maar eerst na zeven uren varen kwam de avontuurlijke Fries te voorschijn en meldde hij zich bij den stuurman op de brug. Die wist toen niets anders te doen dan hem aan ‘t werk te zetten en mee te nemen naar Amsterdam.
Eerst deed het schip de haven van Lissabon nog even aan en daarna ging het door naar de plaats van bestemming, waar de niet-betalende passagier in handen van de politie werd gesteld.
Na vijf dagen hechtenis, doorgebracht in het Huis van Bewaring te Alkmaar, was hij weer vrij man en kon hij het laatste gedeelte van zijn lange reis naar het ouderlijk huis aanvangen. [13]

Certificat de Position Militaire afgegeven eind 1966
De stempel Etat Civil d’Emprunt geeft aan dat men vermoede dat de opgeven identiteit mogelijk niet juist was.
Afwijkend zijn de I i.p.v. L in de achternaam, de voornaam Klaus i.p.v. Klaas.
Sneck i.p.v. Sneek en Allemagne (Duitsland) i.p.v. Nederland.
De afkorting I.D.S. is de Franse afkorting voor onderbreken van de dienst.

1937 Nieuwsblad van Friesland

Op 17 november 1937 bracht het Nieuwsblad van Friesland : Hepkema’s courant een uitvoerig artikel over Klaas Plantinga onder de titel:


“Wat Klaas Plantinga in Frankrijk, Spanje en in ‘t Vreemdelingenlegioen beleefde.

Sneek

Toen we vernamen, dat Klaas Plantinga, die verleden week als verstekeling aan boord van het stoomschip „Rea” van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. te Amsterdam arriveerde, en aldaar aan de politie we overgeleverd, omdat hij nog eenige dagen hechtenis te goed had, in Sneek was teruggekeerd, hebben we hem in de woning van zijn vader opgezocht, waar hij ons het een en ander over zijn avonturen die hij in den laatsten tijd heeft beleefd, vertelde. […]

1938 Spanjestrijder (2)

Lang verbleef Klaas Plantinga ook dit keer niet in Nederland, hij keerde terug naar Spanje en trad in februari 1938 als sergeant toe tot het bataljon “De Zeven Provinciën” van de Internationale Brigades in Spanje.
Kominternfunctionaris Gustav beoordeelde hem als moedig en dapper, maar politiek totaal niet onderlegd.
Zijn kameraad Henk Bouwman vond hem een held. Hij schreef, vermoedelijk eind 1938, dat Plantinga als hoofd van de taskforce lichte machinegeweren, ‘doortastend en concreet’ optrad.
Als er geen leidinggevende aanwezig was, wierp Plantinga zich op als aanvoerder. ‘Met zijn machinegeweer ging hij al schietend voor de anderen uit.’ Plantinga zou aan de Ebro gewond zijn geraakt.

Klaas Plantinga in Spanje
[Detail van foto uit de VPRO gids]

Zijn politieke scholing was in de Brigades zodanig opgeschroefd, dat hij als communist naar Nederland terugkeerde.

1940 -1945

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Klaas Plantinga voor de CPN actief in het verzet.
Wat hij daarin precies deed, is niet bekend.
Na 1945 was hij expeditiechef bij De Waarheid.

1995 Overlijden

Op 20 Juli 1995 overleed Klaas Plantinga in Uden.

Dank

Dank aan Patrick Goosen





Legioen eenheden: 1937 - 1937

Van Tot Regiment Bataljon Compagnie Plaats Land
1 REC



Legioen onderscheidingen

Onderscheidingen Datum Uitreiking


Overige Krijgsdienst

Overige krijgsdienst
Spaanse Burgeroorlog


Info

Verder onderzoek gaande, heeft U meer informatie laat het mij weten via: info@nllegioen.eu

Datum:

Bronnen

[1] Bronnen: http://www.goosen.nu (link is external) Leids Dagblad, 22 juni 1966 Nieuwsblad van het Noorden, 22 juni 1966 Het Parool, 31 maart 1952 De Waarheid, maart 1952 passim Madelon de Keizer, Frans Goedhart, politicus en journalist (1904-1990) (Amsterdam 2012) passim Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F. 545 – Op 3 – D. 86 Gerard Vanter ( pseudoniem Gerard van het Reve sr.): Nederlanders onder commando van Hollander Piet, uitgave Pegasus, Amsterdam 1939, p. 25 Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.36-L.94 Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.64
[2] Nationaal Archief 2.09.45, Den Haag, Ministerie van Justitie: Rijksvreemdelingendienst (RVD) en Taakvoorgangers, nummer toegang 2.09.45, inventarisnummer 1569
[3] Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.25-L.69
[4] Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.64
[5] AlleFriezen te Leeuwarden, Bevolkings­register Bron: Bevolkingsregister, Deel: 785, Periode: 1890-1922, Utingeradeel, archief 3016, inventaris­num­mer 785, Bevolkingsregister Akkrum, deel II
[6] AlleFriezen te Leeuwarden, BS Overlijden Burgerlijke Stand Sneek - Tresoar, Bron: boek, Deel: 3059, Periode: 1926, Sneek, archief 30-34, inventaris­num­mer 3059, 25 maart 1926, Overlijdensregister 1926, aktenummer 56
[7] AlleFriezen te Leeuwarden, Rolboeken arrondissementsrechtbanken Arrondissementsrechtbank Leeuwarden - Tresoar, Deel: 105, Periode: 1928-1930, Leeuwarden, archief 18-02, inventaris­num­mer 105, 16 oktober 1928, Rol van strafzaken, aktenummer 688
[8] AlleFriezen te Leeuwarden, Rolboeken arrondissementsrechtbanken Arrondissementsrechtbank Leeuwarden - Tresoar, Deel: 106, Periode: 1930-1934, Leeuwarden, archief 18-02, inventaris­num­mer 106, 2 september 1930, Rol van strafzaken, aktenummer 519
[9] Het Verhaal van Klaas Plantinga (1916-1995) "Ik was een vreemd jongetje" door J. de Oliveira op basis van onderzoek door L. Beening, P. Goosen en J. de Oliveira.
[10] De Telegraaf, 8 november 1969, p.5
[11] Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant 17-11-1937
[12] De Telegraaf, 22 juni 1966
[13] Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant 17-11-1937
[14] Nieuwe Venlosche courant 05-01-1934