1858 “weder in Fransche dienst”

Op 7 maart 1858 berichtte de “Nieuwe Rotterdamsche courant” over een deserteur uit het Nederlandse leger die dienst had genomen in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Mogelijk had hij daar zeker 9 jaar gediend.
Terug in Nederland werd hij voor zijn desertie veroordeelt.
Nadat zijn straf erop zat gaf hij aan weer in Franse dienst te willen.

Dezer dagen is naar Antwerpen, op last van de politie te Rotterdam, opgezonden een persoon, die den 21 April 1846 van het 2e. reg. inf., waarbij hij in dienst stond, was gedeserteerd.
Daarna had hij bij het Fransche vreemdenlegioen dienst genomen en werd bij zijne terugkomst hier te lande ter zake zijner desertie door den krijgsraad in Noord-Brabant veroordeeld tot drie jaren kruiwagenstraf, te ondergaan in het huis van militaire detentie te Leijden.
Na zijn ontslag, te Rotterdam gekomen, was hij voornemens zich weder in Fransche dienst te begeven.

Kruiwagenstraf

De kruiwagenstraf werd toegepast op veroordeelden met een militaire achtergrond wat werd gedefinieerd in de 18e eeuw als : “bestaat in het plaatsen des veroordeelden in eene militaire strafgevangenis voor den tijd van drie tot vijftien jaren, ten einde aldaar, vervolgens de voor veroordeelten den landmagt bestaande veroordelingen, aan het verrigten van arbeid te worden ontworpen”
Aan de kruiwagenstraf gaat bij dek- en onderofficieren steeds degradatie, bedoeld in art. 41 lit. a des wetboeks, bij mindere schepelingen de vervallen verklaring van den militaire stand, vooraf.

Kruiwagenstraf: “het verrichten van grondwerk, geketend aan een kruiwagen, is eene straf voor sommige misdaden of misdrijven”. Vandaar ook het gebruik van ‘t woord kruiwagen als naam van die straf een soort dwangarbeid dus.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over