1859 De bedelende Krim veteraan

Op 10 augustus 1859 berichtte de Rotterdamsche courant over een Nederlandse veteraan uit het Franse Vreemdelingenlegioen.
De man had eerst in het Nederlandse leger gediend en mogelijk deelgenomen aan de tiendaagse veldtocht (1831). Daarna was hij gedeserteerd en had toen dienst genomen in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Meer dan 25 jaar later, niet langer geschikt voor de dienst, kwam hij in Nederland terug.

Detail van een ansichtkaart uit Saïda Algerije van het 2e Regiment van het Franse Vreemdelingenlegioen.
De kaart van na 1900 toont een tekening van gevechten op de Krim 1854 waarbij het 2e Etranger betrokken was.
Als referentie bij de tekening staat Collection Ringenbach Saïda.
[Coll NLL ]

Een inwoner der gemeente Woudrichem, die vóór onderscheidene jaren in dienst trad, deserteerde, na de Belgische onlusten en den tiendaagschen veldtogt, naar België en Frankrijk.
Bij het vreemdenlegioen heeft hij vele campagnes medegemaakt in Algerië en elders; ook woonde hij den oorlog in de Krim bij.
Dezer dagen is hij onverwachts te Woudrichem teruggekeerd, met paspoort, en verklaard, in Frankrijk als verder onbekwaam om te dienen.
Hij is doodarm de familie kan of wil hem niet onderhouden en op pensioen van ons Rijk of Frankrijk, als vreemdeling, heeft hij geen aanspraak.
Men verneemt dat hij bedelende is gevonden en naar de gevangenis is gebragt.
Ommerschans [ bedelaarskolonie] wordt denkelijk zijn toekomstig verblijf.

Naar het Vreemdelingenlegioen vanuit Ommerschans en Veenhuizen

Interessant in deze context is een artikel uit de Zuid-Willemsvaart van 26 augustus 1882 waarin twaalf mannen de omgekeerde beweging volgen i.e. van Ommerschans naar het Vreemdelingenlegioen:

Voor eenige dagen werden twaalf verpleegden uit het gesticht Ommerschans, na bekomen ontslag uit die inrichting, tot de grenzen des rijks geleid, om in Frankrijk, bij het zoogenaamde vreemdenlegioen, in militairen dienst te treden,
‘t Waren allen flinke kerels, die hier te lande en in onze overzeesche bezittingen soldaat geweest,
doch van den militairen stand vervallen verklaard waren.
Ruim een honderdtal dier verpleegden zijn voornemens hun voorbeeld te volgen en doen daartoe de noodige stappen.

Een paar weken later werden er in de “Provinciale Drentsche en Asser courant” van 12 september 1882 vragen bij deze actie en het krantenbericht gesteld:

Uit Ommerschans wordt ons berigt: Van ruim een honderdtal verpleegden, die aan den Minister van Justitie ontslag verzocht hebben om bij het vreemdenlegioen in Frankrijk als soldaat dienst te nemen, is zulks aan ruim zestig toegestaan.
Deze zijn beneden de veertig jaren oud.
Is het waar, dat men tot vijfenveertigjarigen leeftijd een engagement kan sluiten, dan wordt dezelfde gunstige beschikking op meerderen toegepast. Tot aan de Belgische grenzen worden ze door politie begeleid, terwijl te Roozendaal een plaatskaart voor hen wordt genomen tot Antwerpen.
Het Dagblad van Zuid-Hollaud en ‘s Gravenhage vestigt de aandacht op het berigt, dat tachtig jongelieden uit Veenhuizen zich laten keuren, om zoovelen als er goedgekeurd worden dienst te nemen bij het Fransche vreemdenlegioen.
Waarom, vraagt het blad, bij het Fransche vreemden-legioen, waarom versmaden de dienstlustige jongelieden van Veenhuizen het, te treden in Nederlandsche dienst, hetzij voor hier of voor Indie ? Worden de soldaten bij het vreemdenlegioen beter behandeld en verpleegd dan de soldaten in ons leger?
Wij weten beter. Kans van bevordering bestaat in Nederlandsche dienst meer dan in Fransche, vooral als men onbekend is met de Fransche taal. Of geeft men aan de verpleegden te Veenhuizen zulk uitstekend onderrigt, dat te gelijkertijd tachtig jongelieden in de overtuiging verkeeren, dat zij zich niet alleen in Frankrijk zullen kunnen helpen, maar ook kans hebben op naturalisatie enz. ? Of zijn die tachtig jonge mannen verkeerd voorgelicht ? Wie kan het raadsel der voorgenomen emigratie dezer tachtig oplossen ? Daar Veenhuizen een Rijksgesticht is, heeft het Nederlandsche volk, volgens het Haagsche blad, wel het regt, iets meer van dit zonderling verschijnsel te vernemen.

Interessant genoeg om eens verder uit te zoeken hoe deze actie is afgelopen en of deze mannen inderdaad dienst zijn gaan doen in het Legioen.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over