1949 Vreemdelingenlegioen trekt nog steeds de Jansens, Smiths en Duponts

In April 1949 verschenen er in diverse Nederlandse kranten artikelen over het Franse Vreemdelingenlegioen, waarbij vooral geschreven werd over het grote aantal Duitsers in het Legioen en het feit dat deze mannen voornamelijk afkomstig zouden zijn van het verslagen leger van Erwin Rommel, het Afrikakorps.

Het Parool 02-04-1949

Vreemdelingenlegioen trekt nog steeds de Jansens, Smiths en Duponts. Meeste kandidaten Duitsers

Een klacht van een Amerikaanse ex-matroos, dat hij door het Franse vreemdelingenlegioen geronseld zou zijn, is door de Franse militaire autoriteiten van de hand gewezen. „Er zijn tegenwoordig zoveel aanbiedingen,” zeggen zij, „dat wij werkelijk niemand behoeven te ronselen. Integendeel, er worden honderden afgewezen.” De meeste kandidaten zijn, volgens de zegslieden, Duitsers. Het legioen in Indo-China telt er reeds 6000 op een totale sterkte van 20.000 man, en het zou nog wel meer Duitsers hebben opgenomen, indien niet was vastgesteld, dat het voor niet meer dan twintig procent uit soldaten van één bepaalde nationaliteit mag bestaan.

Het grootste rekruteringsbureau bevindt zich, aldus A.P., te Kehl, in de Franse bezettingszone van Duitsland, tegenover Straatsburg, aan de andere oever van de Rijn. „We hebben ze maar voor het uitzoeken,” zei een Franse woordvoerder, „en we nemen de meest ervaren beroepsmilitairen, technici en andere specialisten.” Dat zich zoveel Duitsers voor het legioen opgeven, ligt, volgens de Franse zegslieden, daaraan, dat Duitsland met zijn militaire geest altijd respect heeft gehad voor het professionele gehalte van het legioen en dat tijdens de tweede wereldoorlog vele Duitsers een zekere smaak in het woestijnleven hebben gekregen.
Na de Duitsers vormen de Spanjaarden de sterkste groep in het legioen; velen van hen zijn veteranen uit de Spaanse burgeroorlog van beide zijden. Naarmate hun hoop op een verandering van regime, die hun terugkeer naar Spanje mogelijk zou maken, vervliegt, willen velen zich hun militaire ervaring ten nutte maken.
De glans van het Franse vreemdelingenlegioen is danig verbleekt. Ongeveer de helft van het legioen bevindt zich in Noord-Afrika, maar van de oude schilderachtigheid is na de oorlog, toen de beide cavalerie regimenten gemechaniseerd werden, niet veel meer over.
In de tweede wereldoorlog heeft het legioen zich zowel in Afrika als in Europa geweerd. Een tijd waren er zelfs twee vreemdelingenlegioenen, een van generaal de Gaulle en een, dat het eens was met Vichy.
Tegen de tijd, dat Europa bevrijd werd, waren zij echter al weer samengesmolten.
En thans mag het in Indo-China de kastanjes uit het vuur halen, zeggen de Fransen ietwat bitter.
Er wordt een uitgebreid archief bijgehouden over de legionnaires, van wie er per maand nog steeds 200 a 300 worden aangenomen. Lastige vragen worden niet gesteld, al laat men het niet helemaal hierbij. Er worden vingerafdrukken genomen en inlichtingen ingewonnen om er tegen te waken, dat oorlogs- of andere misdadigers in het legioen onderduiken.
Maar nog steeds geldt de oude regel, dat de legionnair zich naar believen Jan Jansen, John Smith, Hans Muller of Jean Dupont kan noemen, al zou het archief vaak de ware naam kunnen onthullen, met nog een en ander, dat de legionnair liever voor zichzelf houdt.

De mannen, die zich onder de vlag van het legioen schaarden,
gebruind en gehard in het woestijnleven,
leggen een kaartje in afwachting van het moment, dat Frankrijk hun diensten nodig heeft.

Twee dagen later op 4 april 1949 verscheen vrijwel hetzelfde artikel, iets uitgebreider, in het “Gazet van Limburg”

Ze kregen de smaak van de woestijn te pakken
Hans Mueller heeft veel de animo voor Franse vreemdelingenlegioen
Spaanse oorlogsveteranen trachten er hun heimwee te vergeten

(Van onze correspondent).

PARIJS, April 1949. Een Amerikaanse ex-matroos, heeft kort geleden het Franse vreemdelingenlegioen er van beschuldigd hem geronseld te hebben, „’t Mocht wat” zeggen de Franse autoriteiten, we krijgen tegenwoordig zoveel aanbiedingen dat we waarachtig niemand behoeven te ronselen.” Ondanks de verliezen van het legioen in Indo-China worden dan ook honderden adspiranten afgewezen. De meeste kandidaten zijn Duitsers Het Legioen telt er reeds 6000 op ‘een totale sterkte van 30,000 man.
Het grootste recruterings bureau van bet legioen bevindt zieh te Kehl, inde Franse bezettingszone van Duitsland, juist tegenover straatsburg aan de andere oever van de Rijn.
EN SPANJAARDEN.
Duitsland met zijn militaire geest heeft altijd respect gehad voor het professionele gehalte van het legioen en tijdens de jongste oorlog hebben heel wat Duitsers een zekere smaak in het woestijnleven gekregen. Het legioen zou dan ook wel nog meer Duitsers tellen, ware het niet, dat de Franse autoriteiten nu eenmaal hebben vastgesteld, dat het voor niet meer dan 20 procent uit soldaten van één bepaalde nationaliteit mag bestaan. Na de Duitsers vormen in het legioen de Spanjaarden de sterkste groep. Hun strijdkwaliteiten worden er hoog aangeslagen. Velen van hen zijn veteranen uit de Spaanse burgeroorlog van beide zijden, die in het legioen hun heimwee trachten te vergeten.

Ondanks zijn naam is het Franse vreemdelingenlegioen niet gesloten voor Fransen en nog steeds sluiten ook vele Fransen er zich bij aan om de klassieke redenen: teleurstelling in de liefde, tegenslag in zaken of een of ander voorval, waar de politie niet erg over te spreken is, maar dat zij toch heeft besloten niet te vervolgen, in tegenstelling met de legende zijn er maar een handvol Engelsen en Amerikanen.
Vóór de tweede wereldoorlog vormden Tsaristische Russen eender steunpilaren van het legioen. Die er toen al waren mogen blijven, maar thans worden geen nieuwe Russen noch Witte, noch rode meer aangenomen.
NOORD-AFRIKA. Ongeveer de helft van het legioen bevindt zich in Noord-Afrika zijn traditionele verblijfplaats. Maar van de oude schilderachtigheid is na de oorlog, toen de beide cavallerie regimenten zijn gemechaniseerd, wel iets verdwenen. Er is nu nog slechts een bereden compagnie, die aan de infanterie is toegevoegd.
De glans van het legioen is nog door een ‘andere oorzaak verbleekt. Afgezien van de grote compagnes uit de tijd van de oorlog is er, sinds aan Abd Bi Krim in 1926 de nederlaag werd toegebracht, niet noemenswaard gevochten n de woestijn.
Tijdens de tweede wereldoorlog heeft het legioen zich zowel in Afrika als in Europa danig geweerd. Een tijd lang zijn er zelfs twee Franse vreemdelingenlegioenen ge weest: een van generaal De Gaulle en een, ander dat het hield met de regering van Vichy. Tegen de tijd, dat Europa werd bevrijd, waren beide evenwel weer samengesmolten.
INDO-CHINA. Thans mag het vreemdelingenlegioen in Indo-China de kastanjes uit het vuur halen. De te Moskou opgeleide Ho Tsji Minh voert daar al jaren strijd tegen de Fransen. Frankrijk heeft de grote steden en de hoofdwegen in handen maar guerilleros beheersen een groot deel van het platteland en doen overvallen op de Fransen, welke de laatsten duur te staan komen. Dit soort vechten is juist iets voor het legioen maar wat het presteert is militair geheim.
Per maand worden gemiddeld 200 tot 300 rekruten aangenomen en nog steeds geldt de oude regel, dat de legionair zich naar believen Jan Jansen, John Smith, Hans Mueller of Jean Dupont kan noemen en dat hem geen lastige vragen worden gesteld. Toch laat de bevelvoering van het legioen het niet meer hierbij. Er worden vingerafdrukken gemaakt maten genomen en inlichtingen ingéwonnen teneinde er tegen te waken, dat bijv. oorlogsmisdadigers in het legioen zouden onderduiken, in het archief van het legioen bevindt zich maar al te vaak de ware naam van legionnair John Smith met nog het een en ander dat hij liever voor zichzelf gehouden zou hebben.
Maar zijn officieren doen geen enkele poging om hem er toe te brengen zijn ware identiteit te onthullen.
In het vreemdelingenlegioen heeft ook de gewone soldaat zijn witte kepi, die in andere eenheden aan de officieren is voorbehoeden. Verder draagt hij een brede wollen gordel om zijn maag te beschermen tegen de gevaarlijke verkoudheden en kolieken van de woestijn.

De rubriek of column “Vandaag” uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 3 mei 1949 lijkt een soort zwakke referentie naar bovenstaande artikelen te worden gemaakt.

“Wist U, dat van het Franse Vreemdelingenlegioen in Noord-Afrika ongeveer zestig procent uit Duitsers bestaat?
Voor het overgrote merendeel zijn het restanten van Rommels leger”
Illustratie soldaten van het Duitse Afrikakorps in 1942

Wist U, dat van het Franse Vreemdelingenlegioen in Noord-Afrika ongeveer zestig procent uit Duitsers bestaat?
Voor het overgrote merendeel zijn het restanten van Rommels leger, die na de vernietiging hiervan in de woestijn zijn blijven hangen en als werkloze beroepssoldaten de een voor, de ander na, in het legioen zijn terechtgekomen.
Hier hebben deze nazi’s, ternauwernood door de tucht in toom gehouden, een sterk element van wedijver gebracht temidden van al die desperado’s, die hier trachten een rookscherm te leggen voordat hun Europees verleden hen achterhaalt.
Er wordt ginds niet veel gevraagd naar iemands verleden en een andere naam en nationaliteit zijn gauw gevonden en aangenomen.
Men kan nu echter voor vervelende dingen komen te staan en het ergste is waarschijnlijk wel wat Vandagenaar dezer dagen las.
Er waren de laatste tijd enkele door Arabieren uitgelokte anti-Joodse betogingen in Noord-Afrika en zo trok onlangs een bataljon van het Legioen, hoofdzakelijk uit oud-S.S.’ers bestaande, het ghetto van Rabat binnen.
Zij gingen in het bijzonder de Synagoge beschermen, maar marcheerden onder het zingen van het Horst Wessellied Verdwaasde wereld, waar veel op zijn kop is komen te staan.

Geheimen der woestijn

Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland 11-05-1949


„De Nieuwe Eeuw” (r.k.) brengt een verhaal betreffende het Franse vreemdelingenlegioen in Noord- Afrika, dat 25.000 „zware jongens” zou tellen, waarvan meer dan 60 pet. Duitsers. ex-Hitlersoldaten, die vooral voor de strijd in Indo-China worden opgeleid. Welke wonderlijke situaties daardoor kunnen ontstaan, leze men uit het volgende:

„Voor een Amerikaanse veteraan van Tunis moet het gezicht van een Duitse patrouille in de woestijn, luidkeels het Horst Wessellied zingend, wel lijken op een terugkeer van de legendarische Rommel. Maar behalve de zenuwslopende vechtpartijen met oproerige Marokkanen heeft het Legioen op het ogenblik nog een speciale bestemming in dienst van de Franse natie.
De beste soldaten — meestal Duitsers — worden er uitgepikt voor de strijd in Indo-China. Een blad in Frankfurt aan de Main schreef reeds over een prachtige overwinning van Duitse legionnairs op de troepen van Viet-Nam. Het blad schreef:
„Zij marcheerden de strijd tegemoet onder het zingen van het Horst-Wessellied”

Vreemde situatie. Er zijn meer van die merkwaardige zaken, bijvoorbeeld met betrekking tot de Arabische stammen. Er hebben de laatste tijd in Noord- Afrika een aantal anti-Joodse betogingen plaats gevonden door Arabieren. Enige tijd geleden trok een bataillon legionnairs, hoofdzakelijk bestaande uit ex-nazi’s het ghetto van Rabat binnen, om daar de Hebreeuwse synagoge tegen oproerkraaiers te beschermen, de „Hermanns” en „Heinrichs” blijken zien dus wel aan de nieuwe situatie te kunnen aanpassen. En in Franse kringen heerst de stille hoop dat zij dat ook in de toekomst zulten doen. Gesteld dat Frankrijk van binnen uit of van buiten af communistisch wordt, wie beter dan het getrainde legioen van Afrika zou dan op dat ogenblik een vrije Franse regering met de wapenen kunnen ondersteunen?”

Alfred Misselhorn

Alfred Misselhorn (* 08.05.1928)

15 Juli 1945 Parolen gehen wieder im Lager um.
Sollen 1000 Arbeitsstunden in 4 Monaten ableisten.
Dann soll es zurück nach Deutschland gehen, wo wir uns verpflichten sollen, bestimmte Arbeiten zu verrichten.
In den letzten Tagen sind mehrere Zählappelle mit freiem Oberkörper durchgeführt worden.
Auch der Franzose sucht SS-Leute, für die Fremdenlegion, heißt es.
Mit entsprechendem Druck auf die Gefangenen kommt man schnell zu guten Soldaten.
Was vorher war, zählt dann nicht mehr.
Direkt neben unserem Lager ist ein Sammellager für Freiwillige der Fremdenlegion eingerichtet.
Kein Wunder, dass viele sich allein wegen der schlechten Verpflegung melden.
Vielleicht sparen die Franzosen so eine große Werbeaktion, denn offensichtlich leiden die Insassen keinen Hunger.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over