1950 „Ik wil naar Korea !” Avonturiers

Inleiding

Het Franse Vreemdelingenlegioen is sinds zijn ontstaan altijd geassocieerd met avontuur en zij die er dienst in wilden nemen of namen werden dan ook vaak aangeduid als avonturiers.
In dit bijzondere artikel over vrijwilligers voor dienst in Korea uit “De Zaanlander ” van augustus 24 augustus 1950, komt zo’n “avonturier eerste klasse” zoals hij door de “militaire medewerker” van de krant werd aangeduid aan het woord.
Hij zou in Siam overgehaald zijn dienst te nemen in het Vreemdelingenlegioen. Zodoende kwam hij in Marseille terecht waar hij echter “de benen nam”.

„Ik wil naar Korea !” O.V.W.-ers geven ook thans weer de toon aan 8 journalisten hebben zich gemeld.

(Van onze militaire medewerker) Ongeveer tweeduizend jonge Nederlanders hebben zich aangemeld om als vrijwilliger deel te nemen aan de strijd tegen de Noord-Koreanen. Een bewijs, dat jong Nederland klaar wakker is; een teken van durf en ondernemingsgeest.
Wie zijn deze tweeduizend, waar komen ze vandaan, wat deden ze vroeger in het leger, welk beroep oefenen ze thans uit?
Wij willen U er iets van vertellen. Uit alle rangen en standen zijn ze gekomen, deze mannen, en uit alle delen des lands. Alle beroepen zijn vertegenwoordigd: timmerlui, buffetbedienden, pianostemmers, sjouwers, handelsreizigers, chauffeurs, opperlieden en filmoperateurs.
Er zijn acht journalisten bij, die als oorlogscorrespondent mee willen, één commissaris van politie, drie artsen, drie oud-veldpredikers (o.a. ds. Timens*, de bekende parachutisten dominé), ongeveer 80 officieren, onder wie drie hoofdofficieren.

*Legerpredikant Herbert Jacobus Timens (1920).
Overleden op 12 februari 1951 in Hoengsong, Korea.




De O.V.W.-ers staan ook hier weer vooraan, juist zoals zijn in Indonesië het spits hebben afgebeten. Ruw geschat vormen zij de helft van het aantal vrijwilligers. Daarnaast hebben vele oud-KNIL-militairen zich gemeld. Onder hen was er een van 79 jaar, die helaas wegens „vergevorderde overschrijding van de leeftijdsgrens” moest worden teleurgesteld.
Onder de eersten, die zich kwamen melden, bevonden zich ook vier dames, n.I. vier kwieke chauffeuses van het V.H.K. Of zij mee zullen gaan, is ook de vraag.
Merkwaardige figuren kon men ontmoeten in het aanmeldingsbureau aan de Casuariestraat in Den Haag. Merkwaardige gesprekken werden er gevoerd.

Zo kwam er zich een jongeman aanmelden, die als dienstplichtig onderofficier in Indonesië had gediend. Nonchalant vertelde hij: „Ik ben in 1948 in Indonesië gedemobiliseerd, want eerlijk gezegd, zag ik er hier in Nederland geen brood meer in.
Maar na de souvereiniteitsoverdracht beviel het me daar ook niet meer, en via Malakka ben ik naar China gegaan. Als kapitein in het leger van Tsjang Kai Sjek werd ik naar Tibet gestuurd om paarden te kopen. Een goeie business!
Maar ik raakte in een wapensmokkelarij verzeild en moest naar Siam uitwijken.
Daar kwam ik in contact met Franse militairen, die me overhaalden voor ’t vreemdelingen-legioen te tekenen. Zo kwam ik in Frankrijk terecht, maar in Marseille had ik het al bekeken en nam de benen.
In de kranten las ik van het Heilig Jaar en ik besloot als pelgrim naar Rome te reizen. Dat ging de eerste maanden best, maar ten slotte werd ik bij gebrek aan goede papieren over de Zwitserse grens gezet. In Zwitserland heb ik als buffetbediende gewerkt, maar toen ik een keer wat te veel borrels op had, sloot de politie me op. De Nederlandse consul kwam er aan te pas, en ik kreeg een enkele reis naar Nederland.
En nu? Nou, laat me nu maar naar Korea gaan, ik zie hier nog steeds geen brood in!”

Een avonturier eerste klasse. Maar zijn het niet zulke avonturiers, die van Nederland indertijd een wereldrijk gemaakt hebben?

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over