Op 29 november 1951 probeerde een, als chauffeur, legionair, mijnwerker en manusje van alles omschreven, 50 jarige man een overval te plegen op het postkantoor in Cadier en Keer.
Vooral kranten uit het zuiden van Nederland berichten in April 1952 over de rechtszaak tegen hem.
De man werd aangeduiden met de initialen H.J.S., soms ook H.J.St. [1]
Geboren moet hij zijn omstreeks 1901 – 1902, mogelijk in Maastricht.
Wanneer hij dienst had gedaan in het Vreemdelingenlegioen werd niet genoemd.
Gazet van Limburg 09-04-1952
Mislukte overval op postkantoor
Met masker en pistool toog Maastrichtenaar naar Cadier en Keer
MAASTRICHT. Gewapend met een rood carnavalsmasker en een geladen pistool liet de vijftig-jarige chauffeur, legionair, mijnwerker en manusje van alles H.J.S. uit Maastricht zich, op Donderdag 20 November ’s morgens om half tien, per taxi, naar Cadier en Keer rijden.
„Ik ga het postkantoor overvallen” had hij tegen de taxi-chauffeur gezegd, terwijl hij veelbetekenend met zijn revolver zwaaide.
Zover kwam het echter niet, want langs de rijksweg te Heer stonden gewaarschuwde politie-agenten met open armen die revolverheld op te wachten en enkele uren later reeds vielen de zware gevangenispoorten achter hem dicht.
[1] Limburgsch dagblad 09-04-1952