Weer ontliepen twee jongens het Legioen
Net op tijd in Marseille bevrijd
(Van een onzer verslaggevers)
TWEE ZEVENTIENJARIGE APELDOORNSE JONGENS, H. W. Rutgers en B. J. Groenberg, hebben wel bijzonder veel geluk gehad, toen zij op het laatste moment nog werden vrijgelaten uit het Franse Vreemdelingenlegioen.
Zij waren reeds in de kazerne te Marseille en hun uniformen lagen gereed.
Dank zij veel medewerking, in het bijzonder van de Nederlandse vice-consul, de heer Ticbackx te Parijs, zijn zij nu terug in de ouderlijke woning te Apeldoorn, die zij 27 April verlieten.
Met weinig geld gingen de knapen op stap, zonder bepaalde bedoelingen, voorlopig in de richting Parijs. Al hadden zij geen paspoorten, de Belgische grens werd vlot gepasseerd. Maar bij de Franse grens liepen zij in een val en de douane daar leverde hen uit aan de Franse politie.
Een ronselaar kreeg hen in het oog en spoedig had het tweetal zich laten overhalen voor het Vreemdelingenlegioen te tekenen, na medische keuring en doorlichting.
De volgende dag werden de jongens onder, geleide van twee officieren overgebracht naar Parijs en de daaropvolgende dag ging het naar Marseille, waar zij ten slotte werden opgesloten in een fort, omringd door water.
Daar gingen zij iets meer begrijpen van de gevolgen van hun daad. Het eten werd slecht, de behandeling zeer ruw en de ligging in de barakken liet alles te wensen over.
De Apeldoorners vonden er meer landgenoten, zes à zeven, onder wie Henk Smeenk en een zeeman uit Enschede. Een (nog minderjarige) zoon van de heer Wilders uit Haarlem was er ook, maar zijn vader bewoog hemel en aarde om hem terug te krijgen.
Het lukte hem in Marseille en zo hoorde hij ook van de lotgevallen van de twee avonturiers. Terug in Nederland waarschuwde de heer Wilders de politie, die zich dadelijk in verbinding stelde met de dodelijk ongeruste ouders. Daarna ging alles in snel tempo; er was ook haast bij, want inscheping in Marseille zou alle mogelijkheden afsnijden.
Burgemeester-Des Tombe van Apeldoorn zette persoonlijk spoed achter de zaak en in korte tijd waren de passen op het raadhuis in orde voor hen, die de jongens zouden gaan ophalen.
Snelle actie
Een broer van Groenberg, de vader van Rutgers en de heren H. v. d. Kamp en T. v. d. Horst reden zo snel zij konden in een auto naar Zuid-Frankrijk en dank zij het krachtdadig optreden van de .Nederlandse consul in Marseille konden zij de twee jongens, die van al hun bezittingen waren beroofd, los krijgen.
De consul zorgde voor transport naar Parijs en daar namen de autorijders de verloren zoons over. Woensdagnacht kwam het hele gezelschap thuis, juist op de verjaardag van de weduwe Groenberg, die daarmee met een bijzonder cadeau gelukkig werd gemaakt.
[ Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad 10-05-1952 ]