22-03-1958 Hans Bell, Fremdenlegion

Konvooi van het Franse Vreemdelingenlegioen in Algerije 1958

Op dinsdag 15 september 1959 melden diverse landelijke en regionale Nederlandse dagbladen de dood of mogelijke dood van twee Nederlandse legionairs: Robertus van der Eem en Lambertus Nicolaes.
Wat er met deze twee Nederlandse jonge mannen precies gebeurd is, is tot op heden nog steeds niet opgehelderd.
Beide mannen zouden met de hulp van Algerijnse rebellen gedeserteerd zijn.

Hoe complex de situatie destijds was komt goed naar voren in het volgende artikel van 22 maart 1958 uit de Leeuwarder courant die uitvoerig berichten over een jonge gedeserteerde Duitse legionnaire, Hans Bell.
Hij bij een poging tot desertie hulp gekregen van de inheemse bevolking “maar had zich tenslotte uit wanhoop toch maar weer bij de Franse autoriteiten gemeld”.
Een woordvoerder van het Franse ministerie van Oorlog in Parijs verklaarde dat Hans Bell op 19 januari 1958 was gedeserteerd en dat hij sindsdien spoorloos was verdwenen.
In West-Duitsland baarde de affaire “Bell” destijds groot opzien.
De brief die Bell’s jongere zusje en broertje aan de Franse President Rene Coty schreven werd door de pers onder de aandacht gebracht.

Na wat speculaties wat er met Bell gebeurd zou kunnen zijn, concludeerde “de Leeuwarder courant”

“Het is echter zeker, dat Hans Bell onder de wielen van de internationale politiek terecht is gekomen”

Bell bleek zich uiteindelijk toch door de Franse autoriteiten gearresteerd te zijn.
Volgens een artikel uit “Der Spiegel” van september 1959, zou hij zelfs geëxecuteerd gaan worden, maar kon dit door middel van diplomatieke interventie vanuit West Duitsland voorkomen worden

Na vlucht uit Vreemdelingenlegioen Hans Bell (18) al maand spoorloos in Afrika Fransen voornemens hem wegens desertie te executeren, melden Algerijnse rebellen

(Van onze correspondent in Bonn)

„Lieve oom president” schreven de zevenjarige Renate en negenjarige Rudolf Bell boven de brief, die zij aan president Coty van Frankrijk hebben gezonden. Zij smeken hem daarin om hun achttienjarige broer Hans gratie te verlenen. Volgens mededelingen van de Repatrieringsdienst voor soldaten van het Franse Vreemdelingenlegioen”, een organisatie van het Algerijnse Bevrijdingsfront F.L.N., zijn de Fransen voornemens om Hans Bell wegens desertie te executeren, teneinde daarmee een voorbeeld te stellen voor talrijke andere buitenlandse legionaires, die uit het Vreemdelingenlegioen vluchten en met hulp van bovengenoemde en andere organisaties (die ook in westelijke landen kantoren en medewerkers hebben) naar hun vaderland worden teruggestuurd.

“Mammie en pappie hebben ons verteld, dat u onze Hans wilt laten ophangen”, zo schreven — volgens de “Neue Rhein Zeitung” — Renate en Rudolf Bell aan president Coty „Wij willen Hans graag weer terug hebben en als u hem weer levend terug stuurt, krijgt u van ons een mooie foto”.

Het werkelijke lot van Hans Bell is echter nog steeds onbekend. Het hoofdkwartier van het Franse Vreemdelingenlegioen heeft bepaalde inlichtingen over hem verstrekt, die zijn ouders in Keulen doen geloven, dat zij opzettelijk onjuist of tenminste onvolledig zijn.
Zij betwijfelen of het waar is dat hun zoon sinds zijn desertie op 19 januari j.l. „spoorloos is verdwenen” en vrezen, dat Hans (weer) in arrest is en op zijn berechting en eventuele executie wacht.

Groot opzien

In West-Duitsland heeft de affaire- Bell groot opzien gebaard en zowel de regering als de pers hebben inlichtingen over Hans Bell laten inwinnen en het lot dat hem wacht (of wellicht reeds heeft getroffen), teneinde het gezin Bell (er zijn vijf kinderen en het zesde is onderweg) op de een of andere manier zekerheid te verschaffen. Volgens de eerste berichten, die de ouders ontvingen en die afkomstig waren van de Repatriëringsdienst der F.L.N., zou hun zoon na zijn desertie weer door de Militaire Politie van het Vreemdelingenlegioen zijn gegrepen. Deze berichten maakten melding van de standrechtelijke executie van twee Duitse legionaires (Hans Bell en Hilmar Karglinius uit Berlijn) en een Hongaar. De Franse ambassade en het Franse militaire hoofdkwartier in West-Duitsland, dat in Koblenz is gevestigd, trokken de juistheid van deze berichten in twijfel, aangezien legionaires voor desertie disciplinair plegen te worden gestraft en de doodstraf alleen wordt uitgesproken, wanneer er sprake is van verraad.

Niets bekend

Het hoofdkwartier van het Vreemdelingenlegioen in Parijs bleek niets van de hele affaire af te weten en verklaarde, dat het geval van de geëxecuteerde legionaires al een jaar oud was en dat de Westduitse regering van de executie der beide Duitse legioensoldaten op de hoogte was gesteld. Dit kon echter niet kloppen, want Hans Bell verdween pas op 23 november van het vorige jaar [ 1957 ] uit de ouderlijke woning om zich bij het Vreemdelingenlegioen aan te melden.
Op 20 januari [ 1959 ]schreef hij uit Afrika, dat hij zich had gemeld ..om een kerel te worden”.
Op 21 februari j.l. schreef hij vervolgens aan zijn ouders, dat hij had geprobeerd om uit het Legioen te deserteren, maar dat zijn poging was mislukt. Hij had wekenlang door de Sahara gezworven, was door de inheemse bevolking geholpen en verborgen gehouden, maar had zich tenslotte uit wanhoop toch maar weer bij de Franse autoriteiten gemeld.
Hij had de stellingen der rebellen, die hij op zijn zwerftocht had gezien, aan de Fransen verraden. Deze brief bevatte geen adres of veldpostnummer. Sindsdien heeft men in Keulen niets meer van hem gehoord.

Spoorloos

Een woordvoerder van het Franse ministerie van Oorlog in Parijs verklaarde desgevraagd, dat Hans Bell op 19 januari [ 1958 ] was gedeserteerd en dat hij sindsdien spoorloos is verdwenen.
De legionair Karglinius, die op 30 november van het vorige jaar [ 1957 ] de benen nam, werd op 12 februari weer gegrepen. In ieder geval weet niemand in West- Duitsland — en blijkbaar ook niet in Frankrijk — waar Hans Bell werkelijk is en wat er met hem is gebeurd. Men vraagt zich af, of hij in Franse handen is, of dat de jonge Duitser nog een tweede desertiepoging heeft ondernomen en daarbij in handen is gevallen van de „rebellen” die wellicht wraak hebben genomen voor zijn verraad en nu proberen de Fransen de moord op Bell in de schoenen te schuiven.

De Franse autoriteiten houden vol, dat de gedeserteerde legionair Bell nog altijd niet is gevonden en gearresteerd.

Het is echter zeker, dat Hans Bell onder de wielen van de internationale politiek terecht is gekomen.

Deel van artikel uit “Der Spiegel”

Ein anderes Beispiel: Wir erfuhren, daß die beiden wieder von den Franzosen eingefangenen Legions-Deserteure Bell aus der Bundesrepublik und Karglinus aus der DDR erschossen werden sollten.
Wir alarmierten die Behörden beider Staaten. Beide reagierten in nützlicher Weise. Die Bundesregierung schickte sogar einen Rechtsanwalt für Bell, so daß ein ordnungsgemäßer Prozeß stattfand. Bell, ein Fleischerlehrling aus Köln, war höchstens 18 Jahre alt.

[ WER DESERTIERT, MUSS »ALEMANI« RUFEN 01.09.1959 DER SPIEGEL 36/1959 ]

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over