1851 Veldtogt van het Fransch-Afrikaansche leger tegen Klein-Kabylië

Aanleiding,
Luitenant Gerardus Petrus Booms

Al in 2016 attendeerde Erik Naberhuis, researcher op het gebied van militaire historie, mij op het feit dat de Nederlandse Luitenant Gerardus Petrus Booms deel had genomen aan de Franse veldtocht tegen Klein-Kabylië.
Het lukte mij toen niet te achterhalen bij welke Franse eenheid Gerardus Booms destijds was ingedeeld.
Een kleine 6 jaar later attendeerde Rende van de Kamp, schrijver van boeken over Nederlanders in vreemde krijgsdienst en oud-legionair, op het in 1852 verschenen boek van Gerardus Booms:

“Veldtogt van het Fransch-Afrikaansche leger tegen Klein-Kabylië in de eerste helft van 1851”

Veldtogt van het Fransch-Afrikaansche leger tegen Klein-Kabylië in de eerste helft van 1851
P.G. Booms

Rende was op zijn beurt eveneens door Erik hierop geattendeerd.

Indeling bij het Vreemdelingenlegioen

Op pagina 26 van dit boek, treffen we de indeling van Gerardus Booms aan:

“Na een kort gesprek met den generaal [ De Saint-Arnaud ] werden wij ingedeeld, ieder bij het wapen waartoe hij behoorde; ik mogt dienst doen bij de voltigeur kompagnie Gaucz van het bataillon Vreemden Legioen dat den volgenden dag van Batna moest aankomen;
niets kon mij welkomer zijn, daar ik mij hoofdzakelijk had ten doel gesteld de bijzonderheden van het oorlogsleven na te gaan en het lot van den soldaat te deelen.

Als zodanig is Gerardus Booms dus een Nederlander die in het Franse Vreemdelingenlegioen gediend heeft en zal hij opgenomen worden in de lijst van Nederlandse legionnaires.

1851 – 1853 De kranten over Gerardus Booms

In kranten uit die tijd, 1851, werd ook aandacht besteed aan zijn tijd in Franse dienst, echter zonder expliciete vermelding dat die bij het Vreemdelingenlegioen was ingedeeld.

Men verneemt met veel genoegen dat de 2de luit. Booms van het 7de regiment infanterie , die met vergunning der regering de jongste fransche expeditie in Kabijlië bijwoonde, door den President der Fransche Republiek is benoemd tot Ridder van het Legioen van Eer, wegens zijne betoonde buitengewone dapperheid op dien krijgstogt.
(Zie Frankrijk hierboven).

[ Bredasche courant 17-08-1851 ]

De Moniteur behelst verscheidene benoemingen tot ridder van het legioen van eer van hen, die zich in den laatsten veldtogt in Algiers hebben onderscheiden.
Onder dezen telt men een Sardienisch officier, twee Belgische, en een Hollandsch de heer Booms.

[ Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad 18-08-1851 ]

Breda, 5 September.
De kolonel en verdere officieren van het 7de regement inf, hebben gisteren avond, in de bovenzaal van de groote sociëteit, den onlangs uit Algiers teruggekeerden 2den luitenant, den heer Booms, een uitmuntend souper aangeboden. Er werd by die gelegenheid menig toast op vaderland en koning gedronken, telkens afgewisseld door de hoorenmuziek van het regiment.
Een geest van gulle vrolijkheid en orde kenmerkte dit schoone feest.

In 1852 en 1853 was er ook aandacht voor zijn boek :

Bij de Boekhandelaars Gebr. Muller te ‘s Hertogenbosch is een zeer belangwekkend verhaal verschenen van den veldtogt van het Fransch Afrikaansche leger tegen klein Kabijlie in 1851, beschreven door den luit. P. G. Booms, die persoonlijk aan dien veldtogt heeft deel genomen. Men vindt daarin, behalve eene inleiding, en eenige bijzonderheden omtrent den overtogt van Marseille naar de kust van Afrikanen verdere marschen naar Milah, het vereenigingspunt van de expeditionnaire troepen, eene beschrijving der expeditionnaire afdeeling en van het tooneel det oorlogs, en eindelijk het dagboek van de operatien zelven, die van het begin van Mei 1851 tot omstreeks de helft van Juli van dat jaar hebben plaats gehad. Dat dagboek behelst een nauwkeurig verhaal van de verschillende togten, ontmoetingen en gevechten der expeditie, hetwelk door de bijgevoegde terrein-schetsen wordt verduidelijkt. Het geheel is in een onderhoudenden stijl geschreven, en levert ook voor niet militairen eene aangename lectuur op.
(Zie Advertentie.)

Algemeen Handelsblad 23-08-1852

‘s Gravenhage, 13 Mei.
Aan de nieuw voorgenomen expeditie der Franschen tegen de Kabijlen in Algiers, zullen weder twee officieren van bet Nederlandsche leger deel nemen. De 1ste luitenant de Jong van Rodenburg, van het 4de regement infanterie, en de officier van gezondheid, 1ste klasse, van Ghert, namelijk, hebben daartoe van het Fransch Gouvernement de vergunning bekomen, te welken einde, door den Koning, aan hen het vereischt buitenlandsch verlof met behoud van traktement is verleend.

De 1ste luitenant Booms, die aan de voorgaande espeditie insgelijks deel nam, en, deswege door den voormaligen President der Fransche Republiek tot Ridder van bet Legioen van Eer is benoemd, heeft van dien togt eene beschrijving in het licht gegeven, die voorzeker met zeer veel belangstelling is gelezen door allen, die aangaande de kolonisatie der Franschen in Algiers hunne weetgierigheid wenschten te bevredigen, terwijl het tevens als eene verdienstelijke bijdrage tot de nieuwere krijgsgeschiedenis kan worden aangemerkt.

[ De Sheboygan Nieuwsbode 14-06-1853 ]

Stamboek registratie

In de kolom ” Gedane veldtogten, bekomene wonden, uitstekende daden of bijzondere verrigtingen” staat bij de Stamboekregistratie van Gerardus Booms uit die periode:

Dank

Dank aan Erik Naberhuis en Rende van de Kamp

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over