1862 Zelfmoord oud-legionair

Inleiding

In het midden van de 19e eeuw was het schijnbaar niet ongebruikelijk dat Nederlandse militairen deserteerden en vervolgens dienst namen in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Na hun contract bij het Vreemdelingenlegioen te hebben uitgediend, dan wel daar wederom gedeserteerd te zijn, keerden velen van hen weer terug naar Nederland. Soms gaven ze zich zelf aan, anderen werden bij de grens gearresteerd. Uiteindelijk moesten ze voor de krijgsraad verschijnen.
Ondanks het feit dat ze gedeserteerd waren en in vreemde krijgsdienst waren geweest, keerden velen daarna weer terug in dienst bij het Nederlandse leger of het Nederlands Indisch leger.
Een uitvoerige lijst van deze mannen is te vinden in deze blog.
Het hoogtepunt van deze “desertie koorts” was rond 1846.
De meeste mannen die hun vijf jaar in het Legioen hadden vol gemaakt dan ook zo rond 1851 – 1853 weer terug naar Nederland.

In 1862 was de terugkeer van oud- of ex-legionairs beduidend minder, of lastiger op basis van archiefstukken na te gaan.
Uit twee krantenberichten verschenen in 1862 bleken er toch nog wel mannen te zijn die na desertie uit het Nederlandse leger en dienst in het Vreemdelingenlegioen naar Nederland terugkeerden.

Het eerste artikel gaat over de 1ste luitenant der artillerie A. J. C. d. R.

‘S Hertogenbosch , 21 Juni.
In de maand Augustus van het vorige jaar, was de 1ste luitenant der artillerie A. J. C. d. R., uit zijne garnizoensplaats Bergen-op-Zoom verdwenen, zonder dat iemand wist waarom en waarheen, en zonder eenige orde op zijne zaken gesteld te hebben. Op last van den krijgsraad werd hij tot viermalen toe op de gebruikelijke wijze ingedaagd, doch liet niets van zich vernemen.
Gisteren echter kwam hij zich vrijwillig als deserteur aanmelden.
Naar zijn zeggen moet hij zijn eigenmachtig genomen verlof in Algiers hebben doorgebracht en daar als soldaat bij het Fransche vreemden legioen gediend hebben.

[ Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad 23-06-1862 ]

De 1ste luit. der art. […] is heden alhier door den militairen Krijgsraad in de 1ste militaire afdeeling, bij vonnis, terzake Van desertie door een officier in tijd van vrede gepleegd, gecasseerd, verklaard eerloos en onbekwaam om voortaan enige burgerlijke of militaire charge te bekleden. Van deze uitspraak is hij onmiddellijk in appel gekomen.
De zaak zal alsnu voor het Hoog Militair Gerechtshof dienen.

[ Dagblad van Zuidholland en ‘s Gravenhage 17-07-1862 ]

Onderzoek
1ste luitenant der artillerie A. J. C. d. R. kon geidentifeerd worden als Adriaan de Roo
Zijn vonnis word bewaard in het National Archief:
3.03.45 Inventaris van het archief van de Krijgsraad van de Eerste Militaire Afdeling, 1867-1875

Van de man in het tweede artikel werden geen initialen genoemd, waarschijnlijk vanwege het feit dat hij zelfmoord pleegde.
Zijn verhaal verscheen o.a. in het Algemeen Handelsblad op 8 september 1862:

Dezer dagen had te Nijmegen een treffend voorval plaats.
Een jongeling van goeden huize was als sergeant in dienst bij het 1ste regt. infanterie en loste in drift een schot op een officier, die hem over zijn gedrag berispte.
Voor dit misdrijf in hechtenis geraakt werd hij tot cellulaire gevangenisstraf veroordeeld, maar wist te ontvluchten en nam dienst bij een vreemden-legioen.
Onlangs in het vaderland teruggekeerd, gaf hij zich als deserteur aan en werd door den krijgsraad veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en tien jaren dienst als gemeen soldaat.
De Koning schonk hem gratie, ten gevolge waarvan hij in zijn voormalige rang weer in dienst trad.
De kolonel van het regiment in het begin deze week uit het kamp bij Millingen teruggekeerd, onderhield hem ernstig over zijn gehouden gedrag, toen hij hem voor het eerst ontmoette en zeide hem aan, dat de sergeantsstrepen hem moesten worden ontnomen.
Dat zou Donderdag 11 geschieden, niet voor altijd, maar voor enige maanden.
Woensdag zou hij met anderen uitgaan, nadat hij een brief aan zijne moeder geschreven had, maar keerde terug, zeggende nog iets vergeten te hebben.
Kort daarop hoorde men een schot en het bleek dat hij een pistool geladen en zich doodgeschoten had.

Een identificatie van deze deserteur en voormalig legionair is tot nu toe nog niet gelukt.

Enkele dagen later, op 12 september 1862 verscheen er in het Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad in de rubriek “Opmerkingen VAN ALETHOPHILOS“, Nr. XXIV nog de volgende verhandeling over het gebeuren:

Woensdag 11. had er te Nijmegen een treffend voorval plaats. Daar joeg een jongeling van goeden huize zich een kogel door het hoofd. En dat waarom? Zie hier wat ik er van weet. Die wetenschap is geput uit een voor mij geloofwaardig bericht.
Die jongeling, vroeger als onderofficier in dienst bij het 1ste regiment, had in drift een schot gelost op een officier, die hem over zijn gedrag berispte.
Voor dit misdrijf werd hij in hechtenis genomen. Hij werd tot cellulaire gevangenis veroordeeld.
Hij wist te ontvlugten en nam dienst bij een vreemd legioen.
Zijn hart trok hem naar zijn vaderland terug, hij gaf zich zelf als deserteur aan, werd door den krijgsraad tot 1 jaar gevangenis , en 10 jaren dienst als gemeen soldaat veroordeeld.
De koning schonk hem gratie.
Die gratie moet hij door zijn vroeger en later gedrag zich waardig gemaakt hebben. Wat toch was zijne misdaad. Hij had op een man, burger als hij, doch die door eene wet boven hem gesteld werd, een schot gelost. Dat was niet goed. Maar wat was do oorzaak dat hij dit gedaan had? Men zegt: de drift. Toorn is eene kortstondige razernij. Had welligt die boven hem gestelde ook aanleiding gegeven ¦¦ dat hij in drift ontstak? Zoo ja, dan begrijp ik mij waarom de Koning hem gratie schonk; . want zijne ontvlugting, waardoor hij deserteur werd, was een ge- j volg zijner vroegere waarschijnlijk in zijn oog te harde veroor- j deeling. De Koning liet genade voor regt gelden, en dat was edel. Hiermede zou men dus de zaak als afgedaan hebben kunnen 1 beschouwen, doch een kolonel uit het kamp van Milligen, j waar de soldaten vrolijk onder den regen waren, begreep dit f anders. Hij, de door den krijgsraad veroordeelde. —Hij.de door den Koning begenadigde, werd door dien kolonel ernstig over zijn gedrag onderhouden, toen de ongelukkige het rampzalig lot trof, dien vreeselijken kolonel uit het kamp van Milligen te ontmoeten. j Verschrikkelijke ontmoeting. De regtsregel ” Non bis in idem* ” was den kolonel onbekend.

*Latijnse term in het strafrecht voor het beginsel dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan terechtstaan en mag worden gestraft.

Hij plaatste zich boven den krijgsraad, boven het geëerbiedigd j Hoofd van den staat, en zeide dat hem de sergeant-strepen moesten worden ontnomen. Heeft die kolonel dan geen idee van het eergevoel van den soldaat. Moest en kon zich die ongelukkige jongeling deze buitengewone vernedering laten welgevallen?
Helaas ja! want hij deed het. Hij schoot dien kolonel niet “in drift” dood. En toch had ik mij dit kunnen verklaren. De jongeling boog, diep gegriefd, zijn hoofd. De koninklijke genade was tot spot voor hem gemaakt. Een altoos nog ondergeschikte, al is het dan ook een hoofd-officier, durft het wagen, die genade aan te randen. Wat zal zijn, lot zijn als hij als gemeen soldaat dienst moet doen? De dood is verkieslijker! En hij wist te sterven. Ongelukkige moeder. “Ween! ween! Men heeft u uwen zoon ontstolen.
Kolonel! Onbarmhartig schepsel Gods, de tranen dier ongelukkige moeder zullen in gloeiende droppels veranderen en u op de ziel branden.
Kolonel! Indien gij vader zijt… maar neen, dat is niet mogelijk. De goede God kan aan hem geen vadervreugde schenken, die der moeder haren zoon ontsteelt; die een jongeling tot wanhoop, tot zelfmoord brengt.
Kolonel! Ik heb medelijden, diep medelijden met n. De tijd zal komen, dat de 3chim van dit uw slagtoffer, u dag noch nacht met rust zal laten. De tijd zal komen, dat gij nwe oogen naar boven zult wenden, om ontferming en genade te smeeken. Maar die schim zal tusschen u en de ontferming en genade staan! Do weenende moeder zal het gebed verdringen, dat gij tot den Allerhoogste zult opzenden. Zij zal het laatst vaarwel van haar kind u voor oogen houden. Zij zal Ongelukkige kolonel! Ik beklaag u- (4084)

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over