1869 Schetsen en Toonelen uit den Atlas en den Aöerès

In 1853 mocht de Nederlandse 1ste luitenant Cornelius Marius de Jong van Rodenburgh van het 4de regiment infanterie deelnemen aan de voorgenomen expeditie van de Fransen tegen de Kabylen in Algerije.

De Nederlandse kranten berichten er als volgt over:

Aan de op nieuw voorgenomen expeditie der Franschen troepen tegen de Kabylen in Algiers, zullen weder twee officieren van het. Nederlandsche leger deel nemen. De 1ste luitenant de Jong van Rodenburg, van het 4de regiment infanterie, en de officier van gezondheid, 1ste klasse . van Ghert, namelijk, hebben daartoe van bet Fransch Gouvernement de vergunning bekomen, te welken einde, door den Koning, aan hen het vereischt buitenlandsch verlof met behoud van traktement is verleend.

[ Groninger courant 17-05-1853 ]

Een paar dagen later verscheen een gedeelte van een brief van De Jong van Rodenburgh uit Algerije in enkele kranten.

‘s HERTOGENBOSCH, 19 Mei. Blijkens een particulier schrijven van den 1sten luitenant C. M. de Jongh van Rodenburg, uit Algiers aan een zijner vrienden alhier geschreven, hebben de troepen bestemd tot het doen van eenen veldtogt, die eerstdaags een aanvang nemen zou, en waaraan hij als Nederlandsch officier zou deel nemen, zich in het laatst der maand April in beweging gesteld, om zich bij Setif te verenigen tot eene expeditie tegen de bergbewoners. Het leger bestaat uit omtrent 14,000 man, waaronder acht bataljons scherpschutters, en zal door den Gouverneur-Generaal in persoon worden aangevoerd; twee vuurwerkkompagnien wonen tot proeve den togt bij. De landstreek welker ten onderbrenging het doel der onderneming is, heeft nog nimmer de Fransche wapenen gezien en werd steeds door de Turksche troepen vermeden, uit hoofde van de strijdbaarheid der bewoners.

[ Algemeen Handelsblad 21-05-1853 ]

Zijn deelname aan de veldtocht werd geregistreerd in het Stamboek van Officieren van het 4e regiment infanterie.

“Heeft deelgenomen aan den veldtogt in het Bahorgebergte
met het Fransch Afrikaansch leger in 1853″
[ Djebel Bahor ]

1869 Het boek “Schetsen en tooneelen uit den Atlas en den Aöerès”

Deel van advertentie uit “Het vaderland” 10-08-1869

Zestien jaar later schreef De Jong van Rodenburgh een boek over zijn ervaringen opgedaan bij de expeditie.
Het boek werd destijds als volgt aangeprezen.

De naam van den luitenant kolonel De Jong van Rodenburgh is als schrijver te onzent reeds te gunstig bekend, dan dat een nieuw werk van zijne hand eene uitvoerige aanbeveling zou behoeven. De talrijke vrienden, die hij, onder ons lezend publiek, zich reeds verwierf, zullen dan ook ongetwijfeld met belangstelling de aankondiging vernemen van de uitgaaf (bij D. A. Thieme te Arnhem) van “Schetsen en tooneelen uit den Atlas en den Aöerès.”
Voor degenen echter die met de werken van dezen schrijver nog onbekend mogten zijn, voegen wij hierbij gaarne de mededeeling, dat wij deze schetsen met de meeste belangstelling hebben gelezen. In levendigen, frisschen stijl vertelt de Heer de Jong ons zijne jagtavonturen in Algiers en Kabylië, maar de zeer belangwekkende schetsen van land en volk in die streken, waardoor deze verhalen worden afgewisseld en die den hoofdinhoud van het boek vormen, maken, dat ook gewone menschen nl, die niet veel gevoel hebben voor de lotgevallen van een harstogtelijk leeuwenjager — het boek gaarne ter hand zullen nemen en niet onbevredigd ter zijde zullen leggen.

[ Algemeen Handelsblad 27-08-1869 ]

De enige Illustratie uit het boek

In het begin van het boek schreef hij over de komende veldtocht:

Bij onze aankomst in Algiers vonden wij aan de gewone bedrijvigheid der stad een nieuw element toe
gevoegd. Binnen weinige dagen namelijk zoude eene onderneming op groote schaal in de binnenlanden van Kabylië , onder de leiding van den gouverneur – generaal zelve , den graaf de Randon , eenen aanvang nemen. Reeds lang te voren was deze expeditie bepaald geweest , wier doel was de onbekende gedeelten van Algerije te bezoeken , de aldaar aanwezige stammen tot onderwerping te brengen en wegen door hun land aan te leggen in verbinding met de steden langs de kust. Aan mij was door de Nederlandsche en Fransche regeringen de vergunning gegeven dien veldtogt bij te wonen , en gezamenlijk met twee Duitsche officieren werden wij door den opperbevelhebber als ordonnans -officieren ingedeeld bij de divisie van den generaal de Mac – Mahon.

De Jong van Rodenburgh schreef ook over het Vreemdelingenlegioen, hoofdstuk XX, daarbij ook iets over de “vele Nederlanders” die er toen in dienden. De Jong van Rodenburgh ziet het feit dat de Fransen hun soldaten voortdurend bezig houden als het geheim waarom deze Nederlanders in het Vreemdelingenlegioen wel functioneren en in het Nederlandse leger niet.

HOOFDSTUK XX Het Vreemden – legioen


Sidi-bel-Abbès behoort onder de schoonstgebouwde en meest regelmatige steden van Algerië. Hare lagchende omstreken , ruim voorzien van drinkbaar water, dat op eene diepte van zes of acht ellen overvloedig gevonden wordt, gaven mij den verfrisschenden indruk van een weelderig eiland op den zeeman na eene lange reize . Binnen deze plaats lag het Vreemden- legioen in bezetting onder bevel van den kolonel Bazaine (1) , wiens huis , door zijne toenmalige echtgenoote, eene zeer schoone Spaansche dame , verlevendigd , een aangenaam vereenigingspunt was in dit afgelegen oord .

François Achille Bazaine, geboren 11-02-1811 Versailles

Het legioen was, zooals de naam reeds aanduidde , geheel uit vreemde bestanddeelen samengesteld en bezat, welligt juist om deze reden , een uitmuntend muziekkorps. Een dezer heerlijke avonden vereenigde het zich binnen de belommerde ruimte voor des kolonels woning en droeg Jules David’s “Désert” voor. Liefelijk ruischten die toonen in de plegtige stilte ; zij drongen door het geopende venster en verhaalden in welluidende akkoorden tooneelen , kortelings bijgewoond : de eenzame woestijn , de opgaande zon , de naderende Kar’wane, de melodie des kameeldrijvers, de Samoen dit alles zweefde voor onze herinnering als een levend panorama.

Bij het Vreemden – legioen bevonden zich vele Nederlanders, en allen bragten mij een bezoek. Het waren wispelturige , onrustige gemoederen , aan wie het eentoonige Holland geene afleiding genoeg aanbood. Hier schenen zij tevreden met hun lot . De kolonel Bazaine had mij verklaard , dat deze Hollanders de besten waren onder zijne soldaten , en dit gezegde , door mij als beleefdheidsformule beschouwd , werd mij later door onderofficieren , die mij niet kenden , herhaaldelijk bevestigd. Twee of drie veldtogten waren voldoende, om hen tot krijgslieden te vormen zoo goed als de Zoeave. Gewillig in hunne dienstverrigtingen , onderworpen aan de krijgstucht, rustig in de garnizoenen , kalm in het vuur en daarbij goede schutters : ziedaar de eigenschappen , waardoor zij in het oog der boven hen gestelden voordeelig afstaken tegen andere natiën . Het misbruik maken van sterken drank is hunne zwakke zijde, maar daarin moeten zij de vlag strijken voor den Zoeave . Allen , op weinige uitzonderingen na , verklaarden mij tevreden te zijn met hunnen toestand ; doch menigeen gaf mij de verzekering, dat hij bij die vermoeijende oorlogsmarschen, zwaar beladen onder de brandende zon , zou neergezegen zijn , indien het mes van den loerenden Kabyl hem niet voor de oogen gezweefd had.
Wáárin nu ligt het geheim, dat mannen , hier te lande als onnut ter zijde gezet , in den vreemde goede diensten bewijzen ; waarom kunnen wij zelve de bestanddeelen niet gebruiken , die voor de hand liggen ? De oorzaak hiervan ligt grootendeels daarin , dat in Nederland de soldaat niet doelmatig en geregeld kan worden bezig gehouden en aan zijnen geest een voedsel gegeven , geschikt voor zijn verteringsvermogen . Bezigheid toch is het eerste vereischte, om tevreden te zijn ; zonder arbeid geen geluk. De verstandige man tracht aan zijn leven een doel
te verschaffen , waarin hij de kracht vindt, om het leven door te worstelen ; de ruwe natuurmensch zoekt een tijd verdrijf , om den dag door te komen . Beiden lijden aan de krankheid der ziel , door den grooten Bossuet zoo juist omschreven , wanneer hij de middelen bepeinst : »pour échapper à cet inexorable ennui qui fait le fond de chaque vie humaine” . Dat middel ligt voor de hand en is : bezigheid . Het meest bezige leven is het minst ongelukkige , en juist hierdoor wordt het soldatenleven in Afrika voor den nutteloozen zwerver een vruchtbaar bestaan .
Des zomers legt hij wegen aan , in het voorjaar vol brengt hij expeditiën naar afgelegen landstreken ; en des winters voert hij krijg tegen het barre jaargetijde , daar hij gewoonlijk in hutten woont en slechts bij uit zondering in de garnizoenen komt. Sommige bevelhebbers gebruiken hunne soldaten tot landontginningen , en vele regimenten bezitten eene eigen hofstede , waar alle werkzaamheden door de manschappen met vreugde verrigt worden , wijl een gedeelte van hunnen arbeid , hoe gering dan ook , dient tot veraangenaming van het leven .
Door den krijgsman aldus aan eene onafgebroken bedrijvigheid te onderwerpen, wordt de bandelooze geest geketend , en de ziel tot kalmte gebragt door aan hun ligchaam de rust te ontzeggen , even als de stugste roof vogel getemd kan worden door onthouding van slaap.

(1) Thans Hertog van Bomarsund.
In 1850 werd hij met de rang van Kolonel commandant van het 1e Regiment van het Vreemdelingenlegioen. Terug in Frankrijk trouwde hij op 12 juni 1852 in Versailles met de Spaanse Maria Juana de la Soledad.

Landmacht: Stamboeken Officieren
Achternaam:  de Jong van Rodenburgh
Voornaam:  Cornelius Marius

https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.13.04/invnr/470/file/NL-HaNA_2.13.04_470_0108

Kabylen
(Arab.: kabila, stam), Berberstammen die het bergland van Groot en Klein-Kabylië in het noorden van Algerije bewonen. Het bergachtige land is niet vruchtbaar Door de vroegere vrijwel permanente oorlogstoestand liggen vele dorpen op moeilijk toegankelijke bergtoppen. Hierdoor slaagden zij erin hun onafhankelijkheid tot de komst van de Fransen (1857) te bewaren. [ https://www.ensie.nl/oosthoek/kabylen ]

https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-F-1905-204-A

http://www.biografischportaal.nl/persoon/49296854

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over