19 april 1937 Klompenmaker G. Voortman, een gevaarlijke zonderling

Als “een gevaarlijke zonderling” zo omschreef de “Nieuwe Tilburgsche Courant” op 19 april 1937 de 26-jarige klompenmaker G. Voortman(1), inwoner van het buurtschap Colmschate.
In de onderkop werd samengevat wat er 3 dagen eerder op Zaterdagavond 16 april 1937 gebeurd was waarom men hem een zonderling en gevaarlijk vond.
Werklooze wilde van de straat af en loerde met een karabijn gewapend op den burgemeester van Diepenveen“.
Het daarop volgende krantenbericht verscheen in verscheidene landelijke en regionale kranten.

Vermeld werd in de berichten dat G. Voortman

zich al eens heeft aangemeld voor het Vreemdelingenlegioen en,
tevergeefs, voor dienstneming in het N.I.-leger“.

Het is niet duidelijk of G. Voortman daadwerkelijk gediend had in het Vreemdelingenlegioen of zich slechts geprobeerd had dienst te nemen, maar net als bij het N.I.-leger, niet was aangenomen.

De “Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant” publiceerde het als volgt:

Een Wild-West-bedreiging tegen een burgemeester 
De heer Arriëns te Diepenveen aan groot gevaar ontsnapt

Zaterdagavond te half elf kreeg de burgemeester van Diepenveen, de heer J. W. Arriëns, in zijn woning bezoek van een man, inwoner van zijn gemeente in de buurtschap Colmschate, de 26-jarige G. V., een klompenmaker, die den burgemeester een met scherp geladen huzarenkarabijn met bajonet en vijf patronen overhandigde en daarbij in koelen bloede vertelde, dat hij in den tuin van den burgemeester op den loer had gelegen, om dezen dood te schieten.
Toen hij den burgemeester in diens werkkamer had zien loopen, had iets hem van zijn voornemen weerhouden en thans kwam hij den burgemeester daarvan vertellen.
Meteen vertrok de bezoeker. Burgemeester Arriëns, die natuurlijk danig was geschrokken, belde de marechaussee, te Deventer op.
Intusschen was V. naar de gemeentepolitie te Colmschate geloopen, die hij eveneens op de hoogte van zijn aanvankelijk voornemen had gesteld. V. werd toen ingesloten. Bij het verhoor, door de politie hem afgenomen, bleek V. thuis twist te hebben gehad.
Hij is een driftkop, die al meer heeft gezworven, een paar vonnissen achter den rug heeft, zich al eens heeft aangemeld voor het Vreemdelingenlegioen en, tevergeefs, voor dienstneming in het N.I.-leger.
Hij had geen bepaalden wrok tegen den burgemeester, doch wilde van de straat komen, omdat hij anders werkloos zou rondzwerven.
Hij huurde Zaterdagmiddag een auto en ging naar een familielid in Twello, die huishoudster is bij een wachtmeesterhoefsmid bij de huzaren te Deventer. Daar nam hij uit een foudraal het karabijn met bajonet weg, en vulde het foudraal weer met een plank. Hij nam de patronen uit een pakje en deed zand op de open plaats. Zoo is hij op pad gegaan, naar den burgemeester.
Aan de marechaussee zeide hij bij het verhoor, dat hij ieder zou hebben neergeschoten, die hem in den weg zou zijn getreden. V. zal bij de justitie worden voorgeleid.

[ Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 19-04-1937 ]

Op 11 juni 1937 moest G. Voortman voor de rechtbank van Zutphen verschijnen de eis luidde 8 maanden.

RECHTSWEZEN
Rechtbank te Zutphen.

KARABIJN MET SCHERPE PATRONEN WEGGENOMEN.


De rechtbank van Zutphen behandelde gisteren [11-06-1937] de zaak tegen G .V. uit Deventer, wien ten laste was gelegd diefstal van een karabijn met scherpe patronen, toebehoorende aan den staat der Nederlanden.
De verdachte, die bij een wachtmeester in den kost was, had de diefstal bij zgn kostbaas gepleegd.
Met de karabijn was hij naar het huis van den burgemeester van Diepenveen, den heer J. W. Arriëns, gegaan.
Daar had hij eerst wat in den tuin rondgedwaald om zich vervolgens te vervoegen aan de woning van den burgemeester, die hem uit zijn kamer reeds had gade geslagen.
Tegen hem zeide V., dat hij zich op het laatste oogenblik bedacht had en hij stelde den burgemeester de karabijn ter hand.
Uit een psychiatrisch onderzoek van den verdachte was zijn beperkte toerekeningsvatbaarheid gebleken. De officier hield daar rekening mede ,doch ook wenschte hij rekening te houden met het maatschappelijk gevaar, dat deze man opleverde.
De eisch luidde acht maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf en vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd.

Uitspraak over veertien dagen.

[ Arnhemsche courant 12-06-1937 ]

(1) Achternaam o.a. vermeld in De Graafschap-bode : nieuws- en advertentieblad voor stad- en ambt-Doetinchem, [..] 26-04-1937

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over