3 mei 1914 Frankrijk HET VREEMDEN-LEGIOEN IN DEN REICHSTAG

Op 3 mei 1914 publiceerde de Telegraaf het volgende artikel van hun correspondent in Parijs.
Het ging over een verklaring die de Duitse onder-secretaris voor Buitenlandse Zaken Arthur Zimmerman in de Duitse Reichstag had afgelegd. Het ging over een onderwerp dat de gemoederen in beide landen al jaren bezig hield “het Franse Vreemdelingenlegioen” of meer specifiek de Duitse mannen, vooral jonge mannen die daar in dienden of dienst wilden nemen.
Er waren in Duitsland veel geruchten over werving en ronselpraktijken en er was een hele stroming op gang te komen om te “waarschuwen” voor het Legioen in allerlei vormen zoals boeken, pamfletten , ansichtkaarten maar ook theaterstukken en meer recent zelfs films. Deze waarschuwingen werkten eerder averechts, ze brachten het Vreemdelingenlegioen zelfs meer onder de aandacht.
Zimmermann verklaarde o.a. voor het eerst van officiële zijde dat berichten in de pers over werving vals waren en betwijfelde of de openlijke waarschuwingen wel nut hadden.

(Van den „Telegraaf”-correspondent) Parijs, 1 Mei.
Persoonlijke informatie stelt mij in staat mede te delen dat men, in politieke kringen hier, met voldoening nota heeft genomen van de verklaringen betreffende het Vreemdenlegioen, door den Duitschen onder-secretaris voor Buitenlandsche Zaken, den heer Zimmermann, in de budget-commissie van den Reichstag afgelegd.
In antwoord op vragen van den Centrum-afgevaardigde Erzherger en van een ander commissielid, zei de heer Zimmermann het volgende:
„Met betrekking tot het Vreemdenlegioen is met Frankrijk ene overeenkomst gesloten, welke minderjarige, nog geen twintig jaar oud zijnde Duitschers, die zich hebben laten aanwerven, vrij gelaten kunnen worden.

Wat de werving in Duitschland betreft, die moet worden tegengegaan. Maar omtrent de in de pers ter-sprake-gebrachte, gevallen (daarvan), is elken keer gebleken, dat men te doen had met valsche geruchten.
De gunstige uitwerking van openlijke waarschuwingen tegen het Vreemden-legioen is twijfelachtig.
In het gezin en in de school kan in dit opzicht veel meer worden bereikt.

(Bezüglich der Fremdenlegion ist mit Frankreich eine Verstandiging entfolgt dass minderjahrige, unter zwanzig Jahre alte Deutsche, die sich haben anwerben lassen, freigegeben werden können. Der Werbethatigkeit in Deutschland muss gesteuert werden, doch es hat sich bei den Fallen die in der Presse gebracht wurden regelmassig: gezeigt dass es sich um falsche geruchte handelte. Die Wirkung öffentlichen Warnungen vor der Fremdenlegion ist zweifelhaft. Viel mehr können die Familie und die Schule wirken)”.

De heer Zimmermann, merkt men hier op, heeft zich vergist waar hij sprak van een (bijzondere) „overeenkomst (Verstandigung)” tussen Frankrijk en Duitsland volgens welke minder dan twintig jaar oud-zijnde Duitschers, die bij het Vreemden-legioen in dienst zijn getreden, naar huis kunnen worden gestuurd.
Deze, sedert jaren bestaande, bepaling, is er een van algemene strekking en het gebeurde reeds herhaaldelijk, dat „légionaires” van verschillende nationaliteiten op verzoek van hun familie gerepatrieerd werden, wanneer bleek dat zij, om een verbintenis bij het Legioen te kunnen aangaan, een hogere dan hun waren leeftijd hadden opgegeven.

Voor de rest heeft men alle reden om tevreden te zijn met de loyale verklaringen van de Duitse onder-minister, die nu, officieel, heeft erkend, dat al de relazen omtrent Franse wervers voor het Vreemdenlegioen, die in Duitschland hun „mensch-onteerende, een beschaafd volk onwaardige praktijken” uitoefenden, op „valse geruchten” waren gegrond.
En men hoopt te Parijs dat, vóórtaan, deze, door den heer Zimmermann als praatjes gekwalificeerde verhalen, achterwege zullen blijven…
Wij hebben zó weinig behoefte aan „racolage” in het buitenland wordt mij, in een goed ingelicht milieu, gezegd dat wij bij voortduring in Frankrijk zelf volk weigeren voor het Vreemdenlegioen, waarvan de numerieke sterkte, begrijpelijkerwijze, beperkt is. Nous refusons du mondt’!
Verbeeld u dat wij in den vreemde zouden gaan zoeken met het vooruitzicht van allerlei onaangenaamheden en verwikkelingen! wat wij in ons eigen land vijfmaal op de 10 van de hand wijzen. Quelle invraisemblable sottise!
Het doet ons genoegende onwaarheid van dit belachelijke sprookje nu eens officieel te horen constateren door de Duitsche regering. Het spreekt wel van zélf, niet waar?, dat de heer Zimmermann niet zou hebben nagelaten om, indien ook maar een enkelen keer de authenticiteit gebleken was van een, door de Duitsche pers gesignaleerd, geval van „racolage” voor het Legioen, dit in de budget-commissie te zeggen. C’est été son droit et même son devoir!
Maar hij heeft het tegendeel verklaard, et pour cause: „Geregeld (regelmassig)” bleken de krantenverhalen omtrent werving voor het Vreemdenlegioen in Duitschland, „op valse geruchten gegrond” te zijn. Door zijn opmerkingen dat „die Wirkung öffentlicher Warnungen” tegen het Legioen ‘hem „twijfelachtig” voorkwam, heeft de heer Zimmermann impliciet de methoden afgekeurd van hen die, door theater-voorstellingen en dergelijke middelen, stemming pogen te maken tegen het Vreemdenlegioen en daardoor, noodzakelijkerwijze, tegen Frankrijk

Der Fremdenlegionär
Leiden und Abenteuer eines Deutschen in der Fremdenlegion in 5 Akten
[SKD Museum]

Het doet ons oprecht genoegen te constateren, dat dit soort propaganda niet wordt goedgekeurd door de verantwoordelijke Duitsche regeeringspersonen.
Verwonderen doet het ons te meer dat, 24 uur na deze loyale verklaringen van den onder-secretaris van Staat, Duitsche officieren in uniform een toneelvoorstelling van dit genre, in het Berlijnse Eis-Palast gegeven, hebben kunnen bijwonen.
Maar dat, zoals sommige kranten vermelden, de Duitsche militaire autoriteiten soldaten ter beschikking hebben gesteld van de ondernemers dezer vertoning, waarvan een der „tableaux” de executie voorstelt van een Fransch soldaat door Duitsche militairen, dat geloven wij, voorlopig, niet.
Dit zou zo tegenstrijdig zijn, en zo ongehoord (cela serait tellement contradictoire et tellement inoui)”
Tenzij dit is een opmerking die ik in petto maakte tenzij de Duitsche burgerlijke en de Duitsche militaire autoriteiten het onderling niet ééns zijn over sommige aangelegenheden.
In élk geval, een „bon point” voor den heer Zimmermann.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over