1911 – 1912 Uit Marokko, Rotterdamsch nieuwsblad

Van 2 januari 1911 tot 3 januari 1912 verscheen er in het “Rotterdamsch nieuwsblad” een feuilleton met de Titel “Uit Marokko”. Het waren brieven van een legionnaire van Nederlandse herkomst die diende in Marokko.
Deze brieven waren bij publicatie niet voorzien van een naam nog initialen.
Aangenomen wordt dat deze brieven van dezelfde schrijver zijn die in andere kranten gepubliceerd werden met de initialen v.d. V of uitvoeriger met J. van der Velde(n).

Rotterdamsch nieuwsblad 02-01-1911

DatumTitelOpmerkingen
02-01-1911Mestigmear
30-01-1911Mestigmear I
02-02-1911Uit Marokko II
06-02-1911Uit Marokko III
27-03-1911Mestigmear
03-04-1911Mestingmear
18-04-1911Mestingmear
24-04-1911Mestingmear
01-05-1911Mestingmear
15-05-1911Foum el Oued, 3 Mei
22-05-1911Deddou 8 Mei
Mestigmeur Intérieur de la Casbah Maroc

De eerste brief

Uit Marokko.
Mestigmear


Het soldatenleven in het Fransche vreemdelingenlegioen in Marokko, als Nederlander, ziehier mijn plan u dat enigszins duidelijk te beschrijven, des te meer er zoveIen in Nederland gevonden worden, vooral op het platteland, die er weleens van hebben horen spreken — misschien van de goede zijde — en zoo hier verdwaald raakten, gedreven door de zucht naar avonturen of om hier snel bevordering te maken en meer van dat soort luchtkastelen. Daarom, gij, die lust gevoelt u hier te verbinden leest dit en wilt u nadere inlichtingen, vraagt deze aan mensen van ondervinding op gebied evenwel aan geen consulaten.

Doch laat ik aanvangen en u den dienst beschrijven, hier op een kleinen post in Marokko, waar wij met een compagnie montée zijn geplaatst, om „politiedienst” te verrichten.
Deze comp. is ca. 120 man sterk bestaande uit alle natiën, welke men in Europa aantreft, waarvan de helft bereden is, niet te paard, doch op muilezels, daar deze „edele dieren” slechts gebruikt worden als lastdieren bij corvee enz. Ook wanneer de comp. weder verder optrekt, dragen zij alles, wat maar vervoerbaar is, mede.
Nu zijn wij alzo in Mestigmear, zes dagreizen afstand van de Algerische grenzen, een der voorste posten der Fransen in Marokko. Deze post bestaat uit een verlaten vesting der Marokkanen, omringd door een muur, welke op sommige plaatsen één meter dik is en overal 4m meter hoog. Hoe sterk ook, ze moesten hem verlaten, omreden zij wel inzagen, dat hun vesting niet bestand was tegen de granaten der Franse artillerie. Alzo hier hebben wij onze tenten binnen opgeslagen, enige barakken gebouwd voor officieren , enfin, het is voor ons een stad op zichzelf binnen deze muren. Men vindt er een broodbakkerij met een Hollandschen bakker, een steenfabriek, waar stenen gemaakt worden voor een nog aan te leggen waterleiding enz. Wij “huizen” evenwel allen nog in de grote tenten, waarin voor tien man plaats is; de stroo- of beter gezegd de graszakken – omdat zij met een soort gras worden gevuld – liggen op de grond terwijl ieder man twee dekens heeft daar het ‘s nachts zeer koud is, terwijl de dagen nog zo warm zijn. dat van elf tot twee uur rust wordt gegeven.
Onze werkzaamheden, wanneer wij in de post zijn, vangen aan ‘s morgens om zeven uur. Voor hen die een vak uitoefenen, timmerman, bakker, kok, schoenmaker of kleermaker, is hier immer werk genoeg, de overigen nemen den ezel en halen een soort grasm dat op de bergen groei, hetgeen de ezels zeer gaarne eten; anderen halen doornen, welke tot een bos gevormd met een touw achter de ezel worden meegesleept. Deze dienen tot versperringen rond de vesting. Verder wordt er gewerkt tot aanleg van wegen, immers verder Marokko in; deze corvée rukt ‘s morgens uit op den ezel, gewapend met geweer en 180 patronen doch bovendien met schop en houweel, neemt men tevens datgene mede, dat benodigd is voor het klaarmaken van eten voor dien dag en keert des avonds weer terug. Deze werkzaamheden vereisen evenwel de grootste opmerkzaamheid, daar het wel gebeurt, dat zij worden overvallen door Marokkanen — ja nog niet lang geleden kwamen er van de twintig man slechts vijf terug, de rest was afgemaakt door de wrede Marokkanen.
Wanneer het mogelijk is, wordt de Zondag als rustdag gebruikt, werkelijk is dit dan een rustdag, daar van uitspanning voor den soldaat hier niets te bespeuren is dan des Zondagsavonds concert der fonograaf der comp. op het plein of des Zaterdagsavonds optocht met stallantaarns, begeleid door de muziek onze vier clairons (hoornblazers).
Ook vindt men hier een bibliotheek; in een oude tent liggen op den grond verspreid enige Franse couranten en illustraties, waarvan een nog het huwelijk van onze Koningin beschrijft. Wanneer er lezers zijn, liggen ze op den grond, des avonds met een kaars als verlichting. Wat zijn alle landgenoten verheugd, wanneer ik zeg: „Jongens, het Nieuwsblad is weer aangekomen!” Dan bestormen zij mijn tent, ja, er zijn nog nummers ter lezing op den anderen post van zes maanden oud.
Deze post heet Taourirt er ligt ca. 26 K.M. zuidelijker; deze bestaat uit niets dan een kale rots, welke zich ca. 60 meter verheft boven den begane grond. Hier hielden de Marokkanen het langst stand, daar vielen aan onze zijde vijf doden en veertien gewonden, doch ze moesten wijken voor de overmacht der Fransen. Hun verliezen waren niet vast te bepalen, daar zij, wanneer enigszins mogelijk, hun doden en gewonden meevoerden.
Enfin, nu is het Fransch en zijn er ca. 1400 man in tenten ondergebracht; zelfs een kleine stad verrijst op deze plaats, van alle zijden komen Spanjolen daar hun tenten opslaan en verkopen alle zaken billijker dan de Franse cantines, daar in Marokko, geen in- of uitvoerrechten worden geheven.
Zo heeft men hier tabak van de Gebr. De Wit uit Rotterdam voor 10 cent het 1/2 K.G. Geen wonder, dat daar veel van wordt verkocht, daar de tabak in de cantine 12 1/2 cent de 80 gram kost. Minstens éénmaal per maand wordt een grote verkenning gemaakt door de gezamenlijke troepen, immer meer het Westen in, daar op ca. 60 K.M. van Taourirt da stad Debdou ligt, welke evenwel sterk bezet moet zijn door de Marokkanen. Nu is er weer artillerie op komst ; wanneer deze hier is gaat het er denkelijk weer op los.
Nu zijn wij evenwel nog tussen onze muren en ‘s avonds komt de Hollandsche club bijeen in een tent en wordt er gesproken over familieleden, de genoegens in Rotterdam in Casino of Circus, er wordt gezongen, zodat de Fransen met den mond open staan te luisteren voor onze: tent, kortom, wij moeten onszelf hier vermaken.Ook des Zondags, wanneer wij bijeen zijn en de „oude Jan’ verhaalt ons, hoe hij in Indië 12 jaar diendie bij cavalerie, waar zij hem wegjoegen omdat hij teveel jenever dronk, en nu hier weer 9 jaar dient en door de Franse rechter tweemaal ter dood is veroordeeld, doch steeds, gratie kreeg enkel „omdat zijn tijd er nog- niet was” zoals hij zegt, dan luisteren allen aandachtig naar zijn avonturen en wordt onder een glas wijn de Franse dienst vergeten, als niet het signaal voor het avondappèl noodzaakt uit elkaar te gaan. Dit appèl wordt des 7 1/2 uur gehouden, waarna niet meer mag worden gesproken en alle lichten worden uitgedaan zodat alles stil is in het kamp. Dan hoort men buiten de jakhalzen en hyena’s janken, welke hier met hopen rondlopen en alles verslinden wat onder hun bereik komt. Niet altijd is het evenwel zoo rustig, na het avondappèl in het kamp ; de dagen waarop de soldij wordt uitbetaald drinken velen meer wijn dan nodig is om hun gemoed lucht te geven tegen hun meerdere in rang; vooral de Duitsers die hier ook sterk zijn vertegenwoordigd kunnen dan gruwelijk te werk gaan onder de Fransen en Italianen, die op een anderen dag hun kameraden zijn.
De straffen op vechten of mishandelen onder, elkaar zijn dan ook zeer zwaar, om het veel mogelijk tegen te gaan, terwijl desertie beslist gestraft wordt met den dood den kogel. Evenwel lopen er zeer velen over naar de naaste Spaanse post, ca. 36 K.M. van hier ; nog niet lang geleden 18 tegelijk mei medeneming van geweer, patronen en levensmiddelen.
Evenwel ik moet eindigen, de zon gaat straks achter de bergen, dan gaat de Franse vlag, welke op het fort waait, naar beneden en dan moet ieder soldaat een saluut maken voor de dalende, en des morgens voor de omhooggaande vlag — en ook omreden dit schrijven te lang zou worden voor een brief.
Hiermede wensen wij tevens de Redactie van het Nieuwsblad onzen medelezers allen een gelukkig Nieuwjaar van Nederlanders in Franse dienst in Marokko


Categorie: Uncategorized
© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over