23-01-1915 Van Vrienden in den Vreemde

Nieuwe Venlosche courant. J. van der Velde

Op 23 januari 1915 verscheen er in de “Nieuwe Venlosche courant” een brief van J. van der Velde.
Hij leek redacties van verschillende kranten aan te schrijven met het verzoek kranten naar hem en zijn kameraden op de sturen.
J. van der Velde bevond zich eind 1914 als legionnaire in de functie van ordonnance in Tuyen Quang, Tonkin.

Tonkin – Tuyen Quang – Casernes

Van Vrienden in den Vreemde.

Onder dit opschrift brengen wij een drietal uittreksels van brieven ter kennis onzer lezers, waarin over afgelopen dagen uit de grote wereldverschrikking, het een en ander lezenswaardig wordt verhaald.

Het eerste schrijven is van den Heer J. van der Velde, een gewestgenoot, thans verblijvend als ordonnance in het Vreemdenlegioen te Tuyen-Quang (Fransch-Indo-China), vanwaar zijn brief aan onze Redactie gedateerd „September 1914″ eerst thans in ons bezit geraakt. Wij schrijven er het volgende uit over:

Wees zoo goed en zend nog eens enige couranten over den toestand in Europa, want hier weten we niets over wat er zo al omgaat buiten Azië. Ook hier in het „Hemelsche Rijk” vangt het aan naar kruitdamp te ruiken. De Japansche vloot maakt de gehele kust onveilig in haar vele havenplaatsen, laat niet een schip uit Europa meer passeren. Ook de Chinezen vangen aan te mobiliseren, met welk doel ?
In geen geval tegen Duitsland, immers Frankrijk heeft hier -een duel van zijn land — Anam en Tonkin — in bezit. Reeds vele malen liet China blijken dat een spoedig vertrek der Franse troepen wei zeer aangenaam zou zijn. Misschien acht men het oogenblik gekomen, om er zich van te ontdoen. Ik hoop dat ze nog wat wachten want wanneer de geregelde Chinese troepen hier door dringen, zijn we alle naar de maan. Frankrijk trekt al zijn koloniale troepen, welke maar enigszins gemist kunnen worden, terug naar Frankrijk, om de „Patrie” te verdedigen. Zo blijft er dus niets over dan het Legioen, waaruit alle Duitsers en Oostenrijkers worden verwijderd en naar een concentratiekamp gezonden worden.
Natuurlijk wekt zulk een maatregel veel ontevredenheid in onze gelederen. Vele oud gedienden welke nooit genaturaliseerd werden en dat ook niet willen, worden na 12 en 13 jaar dienst er uit verwijderd. In Lany-Son vonden reeds ernstige onlusten plaats tussen Franse en Duitsche legionairs, welke zich van scherpe patronen hadden voorzien en er lustig op los knalden, 27 werden er gewond en 10 gedood.
Op de post Kao-Bane werden 4 Franschen met de bajonet afgemaakt. Natuurlijk hebben de officieren geen ogenblik rust en slapen zij met de geladen revolver in de hand, terwijl zo onze geweren en bajonetton hebben afgenomen om erger to voorkomen. Het verwondert mij dat alles nog zo rustig blijft. Onze kommandant is nog de wijste van alle en ligt reeds enige dagen dronken te bed: hij is voor niemand te spreken.
De inlandsche militie-troepen zijn ook al niet te sterk, en bepalen zich tot de bewaking van de gevangenen, welke, nu de vele mijnen hun werkzaam eden hebben gestaakt, een toevlucht zoeken in de gevangenis. Wat zullen we alzo aanvangen tegen een overmachtige opmars van de Chinese troepen, wanneer die in beweging komen.
Ons bataljon hier in Tuyen-Quang bestaat hoogstens uit 260 man. Artillerie ontbreekt hier vooral, alles steunt op enige machinegeweren, welke bij genomen proefneming op 100 meter een 2 meter hoge schijf niet kunnen treffen.
Laat de Chineezen dus in Godsnaam niet komen.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over