1926 Uit Syrië gedeserteerde Nederlanders

Op 20 juli 1926 verscheen in “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad” een “eigen brief” met als titel “Gestrande Hollanders”.
De schrijver verhaald over Nederlanders die gestrand zijn in Jerusalem, zoals pelgrims op weg naar Mekka.
Hij schrijft ook over, uit het Franse Vreemdelingenlegioen in Syrië gedeserteerde legionnaires, waaronder ook enkele Nederlanders.


Jerusalem 1926

Tenslotte nog over een andere categorie van gestrande Hollanders. Zoals men weet, wordt in Syrië nog steeds gevochten. De Fransen schijnen het in den laatsten tijd krachtiger aan te pakken om de Droezen geheel te bedwingen. Daartoe worden voortdurend verse troepen uit Frankrijk aangevoerd. Vrijwilligers uit het vreemdenlegioen.
Van alle nationaliteiten. Veel Duitschers, verschillende Hollanders. Met troepjes deserteren ze. Komen over de Palestijnse en Tranjsordaanschè grenzen. Ze worden onmiddellijk door de grenspolitie gepakt en gedesinfecteerd. En dan op transport gezet naar hun diverse landen, d.w.z. ze worden bij hun consulaten afgeleverd. Zo doet tenminste de Tranjsordaanschè regering. Het is een allertreurigst gezicht zo’n zending te zien. In lompen gehuld, barrevoets of op met lappen omwikkelde voeten, hinkende, als geslagen honden, gaan ze daar: Belgen, Denen, Duitschers, Hollanders, Spanjaarden, Tsjecho-Slowaken. Wanneer zij nog in het bezit van papieren zijn en kunnen bewijzen, dat ze tot de nationaliteit behoren, die zij opgeven, dan is alles in orde. Wanneer ze niets hebben, dan worden ze onder voorbehoud geaccepteerd en gedurende het onderzoek naar hun nationaliteit aan de Palestijnse politie overhandigd. Is dat onderzoek niet bevredigend, dan zullen ze eenvoudigweg weer als lieden zonder middelen van bestaan over de Syrische grens worden gebracht. En daar maakt men met deserteurs heel korte metten. Enige weken geleden is een Amerikaanse deserteur tot den strop veroordeeld. Door interventie werd het vonnis uitgesteld en nu veranderd in tien jaar tuchthuisstraf.

De Duitschers zijn het talrijkst. Zij hebben zeker, gedwongen door de slechte tijden, die in Duitsland waren, in het vreemdenlegioen dienst genomen. Ze worden allemaal netjes in de kleren gestoken en zoo gauw mogelijk gerepatrieerd.
De afgeleverde Hollander was een slachtoffer van de werkloosheid in ons land. Als monteur was hij meer dan zes maanden zonder werk geweest. Naar België gegaan. Daar ook geen werk kunnen vinden. Dan maar naar Frankrijk en ten slotte was hij op het werfdepot van het legioen aangeland. Voor vijf jaar had hij getekend. Maar glimlachend zei hij, dat hij Frankrijk de overige vier jaar schonk, In Frankrijk zelf had hij het best gehad.

Treinstation van Ezraa Syria, 1926

Maar in Syrië: We kregen zo goed als geen eten. En dan die hitte. En wat was ‘t me een zootje. Niks voor een Hollander. Hij zou blij zijn als hij weer goed en wel in zijn landje zat. Wanneer deze jonge man wat avontuurlijk van geest is, zal hij zeker daarvan genezen zijn.
[…]


Categorie: Uncategorized
© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over