1938 “Smirnoff vertelt” o.a over het Vreemdelingenlegioen

Iwan Smirnoff (Vladimir, 30 januari 1895 – Palma de Mallorca, 28 oktober 1956) was een Russisch-Nederlands verkeersvlieger bij de KLM in een periode waarin de KLM vele historische vluchten uitvoerde, waarvan de piloten een heldenstatus verkregen.
Smirnoff is bekend geworden als de gezagvoerder van de beroemde kerstvlucht van de Pelikaan in 1933.

Hij nam bij aanvang van de Eerste Wereldoorlog vrijwillig dienst in het Russische leger.
In 1915 behaalde hij zijn militair vliegbrevet. Hij wist als jachtvlieger twaalf overwinningen op zijn naam te zetten.
Bij het uitbreken van de Russische revolutie vluchtte Smirnoff via Vladivostok en vele andere plaatsen uiteindelijk naar Londen.
In 1938 verscheen van hem het boek “Smirnoff vertelt”.


In het hoofdstuk “Op weg naar Engeland” over de vlucht beschrijft hij hoe hij van de Fransen het aanbod kreeg dienst te nemen in het Franse Vreemdelingenlegioen.
Smirnoff bedankte na kennismaking met eenheden van het Legioen in Indochina “zéér hoffelijk” voor het aanbod.

Op weg naar Engeland

De machines van ons Russisch schip puften en kraakten als een asthmalijder. Voortdurend hadden de machinisten de grootste moeite om het zaakje aan de gang te houden, tot het ogenblik dat ze er geheel mee zouden uitscheiden. Dat ogenblik kwam. Het was het sein om alles wat maar aan zeil beschikbaar was bij te zetten en het teken voor den machinist om in luide krachttermen uitte drukken, dat de hele machine voor zijn part naar de hel kon lopen. Intussen was hij toch ijverig doende om het raderenstelsel weer aan de gang te krijgen en ook dat ogenblik brak gelukkig aan. Zeilen werden weer gestreken en al stotend en krakend gingen wij verder. Maarde hele reis bleven de voortstuwingsorganen even betrouwbaar als de wind. We lagen, omdat er soms geen aasje wind was, na uren drijven nog op dezelfde plaats.
Zo sukkelden we door tot Hai-Fung, waar wij flink meehielpen met het laden en lossen het zweet gutste ons over de ruggen, de hitte was bijna niet uitte houden, over het water lag een hete damp, welke bijna zo goed als alle arbeid onmogelijk maakte. Wij zijn in Saigon aangekomen na een gelukkige reis, want de machinekamer en de zeerovers in aanmerking genomen, mochten wij, toen ons doel inzicht kwam, nog van geluk spreken dat wij er doorheen gerold zijn. Het afscheid van den kapitein had nog heel wat voeten inde aarde was hij niet uiterst menslievend geweest? Wisten wij niet, dat wij hem wellicht nooit meer zouden ontmoeten dat wij nooit in één of andere vorm hem zouden kunnen dankbrengen voor alles wat hij in die omstandigheden voor ons deed? Enige officieren van de Franse Inlichtingendienst stonden ons aan de kade op te wachten. Onze eerste taak was hen er van te overtuigen, dat wij werkelijk dienst wilden nemen en niet de Duitse spionnen waren, waarvoor men ons ongetwijfeld aanzag. Eindelijk konden wij ons op weg begeven naar de barakken van het plaatselijk garnizoen, waar wij door de militaire autoriteiten werden ontvangen. Wij kregen door hun bemoeiingen onderdak in het beste hotel van de stad en gebruikten onze maaltijden in de officiersverblijven. Het was een prettige tijd voor ons het was een kwestie van wachten op het telegram uit Parijs, dat het ons mogelijk zou maken hier in dienst te komen en intussen hielden wij ons bezig met het vieren vane en of andere zwaar bevochten overwinning.
Ergens op aarde werd een victorie behaald en het was altijd een welkom motief om de bloemetjes maar weer buiten te zetten. Met één ding konden wij minder overweg. Na de ontzettende koude in Siberië was de overgang naar de tropische hitte van Indo-China wel heel onaangenaam uren brachten wij door onder de koudwater-douches om ons bij het verlaten van de cabine er weer slechter aan toe te voelen dan tevoren. Na twee weken kwam uit Frankrijk de voor ons bestemde jobstijding.

Dienstnemen bij de troepen in Frankrijk was uitgesloten, maar wilden wij ons niet aansluiten bij het Vreemdelingenlegioen, waarvan afdelingen in Indo-China dienst deden?
Het was niet alleen slecht nieuws voor ons, maar ook voor de Franse officieren, die het Parijse voorstel als een belediging voor ons beschouwden. Ik zei echter niet direct néén, maar vroeg en verkreeg toestemming om te gaan uitvinden wat het voorstel voor ons inhield.
Bij de kennismaking met de bewuste legerafdeling bleek mij reeds heel gauw, dat het geen plaats was voor Russische officieren.
Ik maakte er, tegen mijn zin, kennis met het uitvaagsel van de maatschappij, moordenaars en dieven, deserteurs van alle mogelijke legers: van Britse, Duitse, Russische en Franse troepen. Hoewel wij als het er op aan kwam ook deserteurs waren, voelden wij ons toch anders en toch zeker te goed om dienst te nemen in het Vreemdelingenlegioen. Wij hebben dan ook zéér hoffelijk voor het aanbod bedankt.

[ p. 110-111 ]

In deze context het volgende artikel van 21 augustus 1918 verschenen in “De Soldatencourant; orgaan voor leger en vloot” betreffende Russische soldaten in Franse krijgsdienst.
Bijzonder de vermelding dat Franse regering Russische soldaten in Frankrijk zou vervolgen die geen dienst het het vreemdelingenlegioen willen nemen.

RUSLAND Een oproep aan de Russen in Frankrijk. MOSKOU.

De raad der volkscommissarissen richtte tot de Russische soldaten in Frankrijk den volgenden oproep:
Na het uittreden van Rusland uit het verbond der oorlogvoerende mogendheden eischt de Sovjet-regering, dat de zich in Frankrijk bevindende Russische troepen voor goed naar Rusland terugkeren.
Zij protesteert zowel tegen het feit, dat zij nog langer in Frankrijk worden vastgehouden, als tegen hun inlijving bij het vreemdelingenlegioen van het Franse leger en tegen de voortdurende vervolgingen der Russische soldaten, die geen dienst willen nemen bij genoemd legioen.
De Russische soldaten in Frankrijk, die de Sovjetrepubliek zijn toegedaan, hebben in weerwil van alle vervolgingen geruimen tijd standvastig geweigerd zich bij het vreemdelingenlegioen te voegen. De Franse troepen verrichten tegenwoordig vijandelijke handelingen tegen de Russische republiek en de revolutie, waardoor de zich in het Franse leger bevindende Russische soldaten indirect deelnemen aan de oorlog tegen de Russische republiek en de revolutie. De raad der volkscommissarissen spoort daarom de Russische burgers, in Frankrijk aan, zich met alle mogelijke middelen te verzetten tegen hun inlijving bij het Franse leger.
Die Russische burgers echter, die een dergelijke inlijving bevorderen of zich vrijwillig daaraan onderwerpen, worden door de raad der volkscommissarissen tot vijanden der republiek en de revolutie verklaard.
Het stuk is o.a. ondertekend door Lenin en Tsjitsjerin.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over