1945 De Lanyard, Invasie-koord Fluitkoord

19 maart 1945, te Velde

AFSCHRIFT

BEVELHEBBER NEDERLANDSCHE
STRIJDKRACHTEN
No. 218 – G
Onderwerp: Lanyard

Stafkwartier, te Velde, 19 Maart 1945
Naar aanleiding van de reeds eerder door mij aan U gegeven machtiging betreffende de lanyard van gevlochten Oranje en Nassau blauw zijden koord, doe ik U onderstaand de uitvoerings- bepalingen nopens het dragen toekomen.

1. De lanyard mag worden gedragen door al dat personeel van de Kon.Ned.Brigade “Prinses Irene”, dat gedurende het tijdvak tusschen de landing op het vasteland van Europa in Augustus 1944 en het bereiken van de Nederlandsche grens, onafgebroken tot het operatieve deel van de Brigade heeft behoord.

2. Het recht tot dragen wordt ook verleend aan hen die door verwonding of ziekte een deel van het bedoelde tijdvak afwezig zijn geweest, mits zij bij het begin van de campagne tot het operatieve deel van de Brigade behoorden.

3. De lanyard komt ter vervanging van de (en wordt gedragen op de plaats der) tot nog toe voorgeschrevene, zoowel op battle- als servicedress.

4. Ten einde het in verkeerde handen raken te voorkomen wordt bepaald, dat een nieuwe lanyard slechts mag worden uitgereikt tegen inlevering van een onbruikbaar gewordene, tenzij kan worden aangetoond, dat verlies te wijten is aan vijandelijke actie.

DE BEVELHEBBER NEDERLANDSCHE STRIJDKRACHTEN
De Luitenant-Generaal, w.g. Bernhard
Prins der Nederlanden

Aan:
C.-Kon.Ned. Brigade “Prinses Irene”

Voor eensluidend afschrift, de Luitenant-kolonel
Ch. F. PAHUD DE MORTANGES

[ P72 ]

26 maart 1945, Nederland te Velde

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE”
COMMANDANT
No 916

Onderwerp: Lanyard
Nederland, to Velde, 26 Maart 1945

Naar aanleiding van het gestelde in bovenstaand afschrift van brief No. 218 G dd. 19 Maart 1945 van den B.N.S……

Aan:
C.-Gov.Gr.
I (228 koorden)
II (184 koorden)
III (232 koorden)
Verk.Afd (102 koorden)
Arty (85 koorden)
Bde HQ (218 koorden)
Comp. Aanv. Troepen

Afschrift aan: C.-Bde Trein, C.-IWD

[ P72 ]

van den B.N.S. – naar den inhoud waarvan ik kortheidshalve moge verwijzen doe ik U hierbij toekomen een lijst met namen van personeel, dat gerechtigd is de nestel te dragen, en een pakket (afzonderlijk), inhoudende het achter Uw onderdeel in de adreslijst vermelde aantal koorden.
U gelieve aan ieder van de op de lijst genoemde militairen – voor zoover zij nog bij Uw onderdeel aanwezig zijn en hun naam niet is doorgehaald – 1 nestel te doen uitreiken, den betrokkene in kennis te doen stellen van bovenstaande uitvoeringsbepalingen en HEM VOOR ONTVANGST TE DOEN TEEKENEN. Dit laatste kan geschieden op bijgaande, of op een door U nieuw te maken lijst.

In verband met het feit, dat:
a) de lijsten en de pakketten met koorden reeds eenigen tijd geleden werden samengesteld;
b) de brief van den B.N.S. mij met vertraging bereikte;
c) het in de bedoeling ligt betrokkenen zoo spoedig mogelijk in het bezit van het koord te stellen;

wordt het volgende bepaald:

1e UITERLIJK op 1 APRIL 1945 verwacht ik van ieder der geadresseerden:
(i) de geteekende lijst met ontvangstbevestigingen;
(ii) een nominatieve opgave van militairen aan wie geen uitreiking heeft plaats gevonden en de reden daarvan; bij eventueele overplaatsing het onderdeel waarheen te vermelden;
(iii) een eventueele opgave van militairen, die volgens Uw gegevens ten onrechte niet zijn vermeld op de lijst van gerechtigden of die ten onrechte zouden zijn vermeld;
(iv) ALLE overgebleven koorden die niet konden worden uitgereikt.

2e. Van de uitreiking moet aanteekening worden gehouden op de controlelijst van betrokkenen.

3e. C.-Gev.Gr. II gelieve er bij het voldoen aan het gestelde in punt 1e. (iv) hierboven, rekening mede te houden, dat aan Kap. F.V. DE GROOF reeds twee koorden werden uitgereikt.

4e. Ter informatie van C.-Gev. Gr. III diene, dat aan Majoor J.J.L. HUBER reeds een koord werd uitgereikt.

5e. Ter bevestiging aan C.-Cie. Aanvullingstroepen diene, dat in overleg met Owr JASPER op 25 Maart 1945 – aan hem op laatstgenoemde datum werden verzonden een lijst, vermeldende 64 namen van gerechtigden, en 58 koorden, aangezien 6 koorden reeds in zijn bezit waren.

De Brigade-Commandant o.l. de Brigade Majoor
de Luitenant-kolonel

Ch.F. PAHUD DE MORTANGES

dV

[ P73 ]

29 maart 1945, te Velde

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE”
AANVULLINGSTROEPEN “A”
Commandant.
Bijlage(n):
No. 272.
Onderwerp:
Lanyards.

te Velde, 29 Maart 1945

Hiernevens doe ik U Hoogedelgestrenge beleefd toekomen de geteekende lijst als gevraagd in Uw schrijven d.d. 26 Maart 1945 No.916 onderwerp lanyards.
ad.I Een lijst gaat hierbij.
ad.II Geene. De administratieve bescheiden zijn medegezonden naar de onderdeelen waarheen overgeplaats (b.v.) Staf B.N.S.,
alwaar eveneens uitreiking kan geschieden.
ad.III Een aanvullende lijst gaat hierbij.
ad.IV
Sergt. Bohemen K. Is met 2 maanden zakenverlof.
L/Kpl. Ippel C. Wordt verpleegd in een hospitaal.
Typidi. Coll:
Pte. J. v.d. Kooy in tuchtklasse.

De Majoor,
Commandant voornoemd.

F. LOORINGH VAN BEECK.

Typ: dL.
Coll:

Aan.
den Heer Commandant Brigade
“Prinses Irene”
te VELDE.

[ P36 ]

30 maart 1945

30 Maart 1945

Brigade Commdt.
916
“Lanyard”

Naar aanleiding van Uw schrijven No. 272 dd. 29 Maart 1945 betreffende “Lanyards” deel ik U mede, dat

a) uit Uw schrijven niet blijkt of de lanyards in goede orde in Uw bezit zijn gekomen;
b) ik moet constateeren, dat de instructies, vervat in mijn schrijven No. 916 dd. 26 Maart j.l. niet zijn opgevolgd.

ad a) Op 20 Maart zijn door U persoonlijk medegenomen 76 koorden, waarvan er twee dagen later 70 werder retourneerd + een lijst met namen van gerechtigden, waarop 64 militairen voorkwamen.
Om U in de gelegenheid te stellen aan ieder der gerechtigden een koord te kennen uitreiken, werd U op 25 Maart j.l. een pakket met 58 koorden gezonden. Hierbij was een te retourneeren ontvangstbevestiging gevoeg, waarop dezerzijds abusievelijk 68 i.p.v. 58 was ingevuld. Deze ontvangstbevestiging werd nu terugontvangen, doch daaruit zou moeten blijken, dat U bij die zending 62 lanyards heeft ontvangen.
Ter opheldering van deze kwestie, moge ik U verzoeken mij alsnog een ontvangstbewijs te doen toekomen voor 58 lanyards.

ad b) Uit de geteekende lijst van ontvangstbevestigingen blijkt, dat hierop 61 handteekeningen voorkomen en 65 gerechtigden, aangezien U later Kap. JANSEN heeft bijgeschreven, die bovendien volgens onze gegevens administratief niet bij U is ingedeeld.
Geen lanyard werd uitgereikt aan: BOHEMEN, IPPEL v.d. KOOY en ZUREL.
Door U hadden dientengevolge 4 koorden geretourneerd dienen te worden en Kap. Jansen had opgegeven dienen te worden als “ten onrechte niet vermeld”.
Om deze kwestie nu alsnog te regelen, verzoek ik U mij omgaand 3 koorden terug te zenden.

Ten slotte…………..

Aan: C.-Comp. Aanv.Troepen

dv


[ P31 ]


-2-

Ten slotte moge ik nog Uw aandacht vragen voor onderstaande verduidelijking van het gestelde in pt. I van de uitvoeringsbepalingen, vervat in brief No. 218-G van den B.N.S.

De bedoeling is, de lanyard alleen uit te reiken aan diegenen, die tusschen 1 en 10 Augustus 1944 met de Brigade in Normandie zijn geland. Het is mij bekend, dat – zooals altijd – het trekken van een scherpe lijn voor sommige grensgevallen een nadeel beteekent, doch rest mij in dit geval geen andere keuze, om niet een nog grooter aantal grensgevallen en/of onbillijkheden te scheppen. In voorkomend geval gelieve U dit ook betrokkenen mede te deelen.
Ik verzoek U daarom, mij een door U geteekende lijst te doen toekomen, vermeldende de namen van diegenen, die volgens het in de vorige alinea gestelde, recht hebben op het dragen van de lanyard.

In dit verband zij nog opgemerkt; dat:

a) hiermede dus Uw aanvullende opgave dd. 23 Maart 1945 komt te vervallen;
b) in het geval reeds uitreiking aan – door deze bepaling nu niet meer – gerechtigden heeft plaats gehad, de koorden wederom moeten worden ingeleverd en aan mij geretourneerd.

de Brigade-Commandant
o.l. de Ondercommandant
de Majoor,
Ch. F. PAHUD DE MORTANGES

Aan
C.- aanv. Troepen

[ P32 ]

18 april 1945, te Velde

(In potlood) Veerkamp + Lisser niet. Zijn na 10 Aug geland

Wmr. J. de Jong. No.63.
33 C.A. Unit.
B.L.A.

Majoor.
Naar aanleiding van onze mondelinge afspraak van Dinsdag 17 April doe ik U hierbij toekomen een opgave van ex _leden van de “PRINSES IRENE” brigade geland in Normadie op 6 Augustus 1944.
Gaarne zagen wij dat U Majoor ons de onderscheiding daarvoor uitgereikt zoudt willen doen toekomen.

Namen:Voornamen:Rang:Army No.
de Jong.J.B.Wmr.63.
v.d. Heuvel.A.G.Sgt.728.
de Graaf.W.E.L/Cpl/130.
Veerkamp.W.A.Sold.803.
van Vugt.G.T.Sold.1967.
Hilberink.A.Sold.345.
Lisser.W.Sold.968.
Fresco.E.Sold.1891.
Michielsen.A.W.P.P.Sold.3482.
Horn.J.A.Sold.3539.
v.d. Voort.M.L.Sold.3317.
Kluitmans.J.P.H. Sold.3650.

te Velde 18 April 1945.
De verzoeker.
JB de Jong
Wmr. J.B. de Jong.

Koninklijke Nederlandsche Brigade
“Prinses Įrene” 19.4.45
Aanvullings Troepen
De majoor
b/a de kapitein
HJ.M

( stempel )F. Looringh van Beeck

[ P15 ]

24 april 1945, te Velde, aan C.-Bde HQ

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE ”
COMMANDANT

te Velde, 24 April 1945
No. 916

Onderwerp: Invasie Fluitkoord

Bij het voor verdeeling gereed maken van de Invasie Fluitkoorden voor diegenen, aan wie door overplaatsing en andere oorzaken nog geen uitreiking kon plaatsvinden, bleek mij, dat hiertoe ook Sgt. BROUWER K. behoorde (overgeplaatst van Company. Troepen naar Bde HQ).
Bij onderzoek blijkt nu, dat
Sgt. BROUWER K. reeds een koord van Bde HQ had ontvangen, terwijl zijn naam niet op de aan Bde HQ gezonden lijst van “gerechtigden” voorkwam en voor dit koord niet voor ontvangst werd geteekend.

In dit verband merk ik nog op, dat door den administrateur van Bde HQ destijds drie koorden te weinig werden geretourneerd en dat door hem als verklaring van dit tekort werd aangevoerd, dat zulks door een vergissing van mijn bureau moet zijn ontstaan, maar dat dit niet aan Bde HQ kon liggen.

Indien het gestelde in de tweede alinea hierboven juist is, acht ik het niet uitgesloten dat er t.z.t. nog een oplossing wordt gevonden voor het tekort van de andere twee koorden en moet ik tevens constateeren, dat niet voldoende zorg besteed schijnt te zijn aan de juiste verantwoording van de toegezonden koorden.

de Brigade-Commandant
o.l. de Luitenant-Kolonel

Ch.F. PAHUD DE MORTANGES

Aan:
C.-Bde HQ

[ P28 ]

26 april 1945, te Velde

KON.NED.BRIGADE
“PRINSES IRENE”
COMMANDANT

te Velde, 26 April 1945

No. 916

Onderwerp: Invasie Fluitkoord

Mij bereikte een verzoek van
Sgt. v.d.Heuvel A.G. No.728
en
dpl. Lisser W. No.968
met verzoek om uitreiking van een Invasie Fluitkoord aangezien zij op 6 Augustus 1944 met de Brigade in Normandie zouden zijn geland.
Ik verzoek U mij te willen berichten of het mogelijk is, dat bovengenoemde militairen met Uw onderdeel zijn meegekomen, en zoo ja, waarom zij dan niet voorkomen op de mij in afschrift toegezonden soldij-lijst 1 – 8 Aug 1944 van de Comp. Aanv. Troepen.

de Brigade-Commandant ol. de Luitenant-Kolonel

Ch.F. PAHUD DE MORTANGES

Aan:
C.-Comp. Aanv. Troepen
Vd

[ P16 ]

Luitenant-kolonel Charles Pahud de Mortanges, plaatsvervangend commandant van de Brigade “Prinses Irene

24 april 1945, te Velde

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE “
COMMANDANT

te Velde,
24 April 1945

No. 916

Onderwerp: Invasie Fluitkoord

Bij het voor verdeeling gereed maken van de Invasie Fluitkoorden voor diegenen, aan wie door overplaatsing en andere oorzaken nog geen uitreiking kon plaatsvinden, bleek mij, dat hiertoe ook Sgt. BROUWER K. behoorde (overgeplaatst van Comp. Aanv. Troepen naar Bde HQ).

Bij onderzoek blijkt nu, dat Sgt. BROUWER K. reeds een koord van Bde HQ had ontvangen, terwijl zijn naam niet op de aan Bde HQ gezonden lijst van “gerechtigden” voorkwam en voor dit koord niet voor ontvangst werd geteekend.

In dit verband merk ik nog op, dat door den administrateur van Bde HQ destijds drie koorden te weinig werden geretourneerd en dat door hem als verklaring van dit tekort werd aangevoerd, dat zulks door een vergissing van mijn bureau moet zijn ontstaan, maar dat dit niet aan Bde HQ kon liggen.

Indien het gestelde in de tweede alinea hierboven juist is, acht ik het niet uitgesloten dat er t.z.t. nog een oplossing wordt gevonden voor het tekort van de andere twee koorden en moet ik tevens constateren, dat niet voldoende zorg besteed schijnt te zijn aan de juiste verantwoording van de toegezonden koorden.

de Brigade-Commandant o.l. de Luitenant-kolonel
Ch.F. PAHUD DE MORTANGES (a)

Aan: C.-Bde HQ

[ P28 ]

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE”
COMMANDANT

No. 916

Onderwerp: Invasie Fluitkoord
Bijlagen: 6 koorden

B.L.A.
23 April 1945

Ik doe U hierbij nog toekomen zeven fluitkoorden met verzoek deze te willen doen uitreiken aan onderstaande, momenteel bij Uw o.h. onderdeel ingedeelde militairen, welke met uitzondering van sergeant GRIMMON F.M.M. en dpl. LORIAUX – bij de landing in NORMANDIE waren ingedeeld
bij de Comp Aanv Troepen.

Sgt. GRIMMON F.M.M.
Sgt. KRAAY S. gesneuveld 22/23 April 45
Sgt. WOLFF E.L.
dpl. POLAK J.Th.
dpl. POOT H.
dpl. WOLF S.
dpl. LORIAUX

U gelieve betrokkenen op bijgaande copie van dit schrijven voor ontvangt te doen teekenen, hen in kennis te doen stellen van de uitvoeringsbepalingen. voor het dragen van de lanyard, aanteekening van uitreiking te houden op de controlelijst en mij de ontvangstbevestiging daarna te doen toekomen.

de Brigade-Commandant
o.l. de Brigade Majoor
de Luitenant-Kolonel,

Ch.F. PAHUD DE MORTANGES

Aan:
C.-Gev.Gr. I (2x)

dV

[ P37 ]

26 april 1945, te Velde


KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE “
COMMANDANT
No. 916
Onderwerp: Invasie Fluitkoord
te Velde, 26 april 1945

Bij het voor verdeeling gereed maken van de koorden voor diegenen, aan wie door overplaatsing en andere oorzaken nog geen uitreiking kon plaats vinden bleken onderstaande militairen volgens onze laatste gegevens overgeplaatst te zijn naar Uw o.h. compagnie.

Aangezien het echter niet uitgesloten is, dat zij inmiddels weer een andere bestemming hebben gevolgd, verzoek ik U mij te berichten, waar zij zich volgens U bevinden.

Sgt. Snijders J.L.
Kpl. Spierenburg N.
Kpl. Straeten J.
Kpl. Jonkers J.A.
Kpl. Faber R.
dpl. Koopmans H.
dpl. Brouwer J.M.
Kpl. Telman J. H.
dpl. Hugens H.E.
dpl. Hummerman F.J. Gedeserteerd?
dpl. Willemsen A.D.J.
Sgt. Brouwer D.J.

Verder geeft U op in Uw brief dd. 4 April 1945 dat onderstaande militairen t.w.

dpl. MES W.
dpl. VAN ASCH G.J.
dpl. DIKKEN F.J.
dpl. SCHAAFSMA P.S.

gerechtigd zouden zijn het koord te dragen. Ik moge U verzoeken mij op te willen geven op welke datum deze militairen in Normandie zijn geland en bij welk onderdeel zij toen waren ingedeeld. In dit verband verwijs ik ook naar de inhoud van mijn schrijven No. 916 dd. 5 April 1945,
Ten slotte word ik gaarne ingelicht omtrent de datum van landing van de Mariniers ZUIDEMA F. en IRIKS M.M., aangezien deze niet voorkomen op Uw uitbetalingslijst van 1 t/m 8 Augustus.

de Brigade-Commandant
o.l. de Luitenant-Kolonel
Ch. F. PAHUD DE MORTANGES

Aan:
C.-Gev.Gr. II (2x)

dV

[ P71 ]

26 april 1945, v.d. Heuvel en Lisser

KON.NED.BRIGADE
“PRINSES IRENE”
COMMANDANT

te Velde,
26 April 1945

No. 916
Onderwerp: Invasie Fluitkoord

Mij bereikte een verzoek van

Sgt. v.d. Heuvel A.G. No.723
(met potlood : mijn fout. Was bij HQ. Krijgt koord
en
dpl. Lisser W. No.968
(met potlood : geen koord)
met verzoek om uitreiking van een Invasie Fluitkoord aangezien zij op 6 Augustus 1944 met de Brigade in Normandie zouden zijn geland.

Ik verzoek U mij te willen berichten of het mogelijk is, dat bovengenoemde militairen met Uw onderdeel zijn meegekomen, en zoo ja, waarom zij dan niet voorkomen op de mij in afschrift toegezonden soldijlijst 1 – 8 Aug 1944 van de Comp. Aanv. Troepen.

de Brigade-Commandant o.l.
de Luitenant-kolonel
ba. Zewties
Ch. F. PAHUD DE MORTANGES

Aan:
C.-Comp. Aanv. Troepen
dV
Z.O.Z.

[ P13 ]


Koninklijke Nederlandsche Brigade
“Prinses Irene”
Aanvullings Troepen “A”

Commanderende officier.-
De sergt Van den Heuvel A.G. Nr. 728 is niet met het onderdeel overgekomen.-

De spld. Lisser. W. Is op 12 Augustus aangekomen en op 16, Augustus d.a.v. overgegaan naar GG I.-
( Was z.g. passant bij de Reinforcement Coy)

te Velde, 1 Mei 1945

De commanderende officier voorn.

De Majoor,
Voor dezen de kapitein,
H.J. Moelands.-

[ P14 ]


18 mei 1945, te Velde

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE
“PRINSES IRENE”
Brigade – Reserve – Troepen
Bijlage(n): Nr.
Onderwerp:

te Velde, 18 Mei 1945.

Tijdens mijn verblijf als passand bij de Reinforcement zag ik dat allen in het bezit waren van een Lanyard.
Ondergetekende van Swieten, Pieters, Adrianus, geboren 18 Juni 26 is op 6 augustus 1944 met de II Unit overgekomen en geland in Frankrijk.
Zijn commandant was de Majoor Molenaar later de kapitein der Mariniers Arends.-
Daar hij zich thans bevindt als chauffeur bij 1-III R.I. te Velde verzoekt hij beleefd ook voor de lanyard in aanmerk te mogen worden gebracht.-

Aan
den Heer Brigade Commandant te Velde,

De soldaat,
P.A. van Swieten.-

Stempel
Koninklijke Nederlandsche Brigade
“Prinses Irene”
Aanvullings Troepen “A”

[ P08 ]
[ Mogelijk Engelandvaarder ]

22 augustus 1945, ‘s-Gravenhage

KONONKLIJKE NEDERLANDSCHE BRIGADE:
“PRINCES IRENE”.

SCHOOL ARTILLERIE.

Onderwerp: Invasie-koorden voor eerste Battle-dress.
Verzoeke uit te reiken aan de School Artillerie:

20 Invasie-koorden ten behoeve voor onderstaand personeel:
Kapt. Risseeuw. J.A.
Kapt. Gouman. G.
1ste lt. Wijnekes .J.A.A.
1ste lt. v.d.Sluis.C.J.
Opp.wmr. Gras .J.D.
wmr. Van Aanholt. W.M.S.
wmr. Buschman. M.M.
wmr. Van der Giesen. G.
wmr. Kroontje. J.
wmr. Den Outer. D.L.
wmr. Riemersma. J.H.
wmr. Van Walsem. J.
wmr. Wolters. E.
Kpl. Streng. J.
Kpl. Kluinhaar. E.
sold. Cove. J.
sold. Fransse. F.B.
sold. Van Harock. H.J.
sold. Kanters.P.A.
sold. De Wilde. L.

‘s-Gravenhage 22 Augustus 1945.
de Kapitein:
G. Gouman.

19 koorden uitgereikt (2e exemplaar ) op 22-8-45

[ P12 ]

Van Harock, H.J.
RangNaamBemerkingen
dpl.Wilderink F.J.Handtekening
dpl.Willems M.Handtekening
dpl.v. Witsen L. Handtekening
dpl.de Witte J.C.Handtekening
dpl.Witteveen C.Handtekening
dpl.v.d. Wolf J.Handtekening
[ P38 ]
RangNaamBemerkingen
XKpl.Steenbergen J.Engeland
VKpl.v.d. Tooren J.Handtekening
VKpl.v. Trier A.Handtekening
XKpl.v.d. Veen J.Engeland
VKpl.v. Vonderen W.Handtekening
VKpl.Vonken J.M.Handtekening
VSgt. Kpl. Weerdenburgh A.C.H.Handtekening
VWm. Mar.Weersma F.Handtekening
VKpl.v. ‘t Westende C.Handtekening
VMar.Wisse M.C.Handtekening
XKpl. de Wit S.Engeland
VKpl.Wooter C.W.Handtekening
Odpl.Aerts A.Aanv Troepen
Vdpl.Antonides GHandtekening
Vdpl.Bakker P.Handtekening
Vdpl.v.d.Beek R.E.Handtekening
Xdpl.Berflo G.J.C.B.M.S.
dpl.Bezemer D.Handtekening
dpl.Blom B.Handtekening
dpl.Blommestein H. F.Handtekening
Xdpl.Bijsterbosch J.C.
Kpl dpl.Boer G.M.W.Handtekening
Kpl dpl.ten Bohmer H.Handtekening
dpl.Boll C.J.Handtekening
dpl.v.Bommel A.Handtekening
dpl.Bon G. M. W. Handtekening
Odpl.Bon Th.M.G.Aanv. Troepen
dpl.Boorsma W.H.Handtekening
dpl.Bourquin A.M.Handtekening
dpl.Brinkman A. W.Handtekening
Xdpl.Buitenhof H.B.N.S.
dpl.v.d.Bult J. F.Handtekening
dpl.Buys G.J.Handtekening
dpl.Cornet J.Handtekening
dpl.Cronselaar J.Handtekening
[ P44 ]

HQ, Lijst Campagne Personeel, Najaar 1944

LIJST CAMPAGNE PERSONEEL
NAJAAR 1944
HQ
RangNaamBemerkingen
Kap.VAN AMERONGEN A.J.Handtekening
Maj.BEELAERTS VAN BLOKLAND J.B.N.S. (door Overste Palud uitgereikt )
Maj.Dr. BOERMA J.W.Handtekening
Kap.BREDT J.Handtekening
XMaj.Ds. Buenk C.D.LONDEN
Kaplten Doeschate J.J.M.Handtekening
Kap.Fack R.Handtekening
Kap.Hertzdahl M.Handtekening
Lt.Kleyn Molenkamp B.W.Handtekening
Maj.Pater Laureyssen L.J.A.Handtekening
XKap. Molhuysen C.MInsp. G.D. Landm.
Kap.Mulders P.J.Handtekening
Lt.van Oosterom H.Handtekening
Lt. Kol.Pahud de Mortanges Ch. F.
Kap.Punter K.Handtekening
OKap.Rijkens J.Aanv.
OKap.Dr. Ritmeester S.A.Aanv.
Lt.Rodenhuis J.Handtekening
Kol.de Ruyter van Steveninck A. C.
Lt.Slagter. H.J.Handtekening
XLt.v.d.Sluis C.J.Arty C.
Kap.Westenberg H.J.J.Handtekening
Maj.van der Wijck H.L.Handtekening
XKap.Dr. Zak M.In Engeland
Maj. Rabbijn Rodriguez Pareira S.Handtekening
Sgt.van den Adel P.Handtekening
Sgt.Andringa A.Handtekening
Owr.de Bakker P.Handtekening
Owr.Bakker M.Handtekening
OSgt.Sgt. Barten H.Aanv. Tpn.
OSgt.van den Bosch C.Aanv. Tpn.
Wmr.Boumans J.H.Handtekening
[P18]


Fluitkoord & Invasiekoord in de Nederlandse pers, 1945 – 1946

Buys, Gerard
Invasie-koord
[ Het baken 14-05-1945 ]

De waardering voor het optreden der Brigade werd door den Engelsen Commandant uitgedrukt in een boodschap tot den Luitenant van Steveninck waarin het o.a, heette “Wat moet u trots zijn op dat commando”.
Terecht met trots dragen de mannen van de Prinses Irene Brigade dan ook hun OranjeBlauwe fluitkoord, het teken van hun onafgebroken dienst sinds de landing in Normandie.

[ Laatste nieuws van Herrijzend Nederland 16-05-1945 ]

Nieuwe taken der Kon. Marechaussee
Geslaagde africhtingsdag der mobiele afdeeling
Wat bereikt werd na een training van 3 maanden

[…] Het programma is begonnen met een toespraak van den commandant, luitenant-kolonel C. F. Pahud de Mortanges, de vroegere ondercommandant der Prinses Irene Brigade, hij draagt het fluitkoord, het teeken dat hij met de invasie-troepen in Normandië landde. […]

[ Nieuwe Apeldoornsche courant 03-05-1946 ]

Geschiedenis

Samenvatting van het artikel: “De brief en het invasiekoord van R.W. Hemmes

De volledige geschiedenis van het koord is vrij onbekend, vooral wat de oorsprong betreft.
In de loop der jaren is er een soort mythe rondom het koord ontstaan, die niet meer historisch correct te noemen is. Zo is het koord niet toegekend door Koningin Wilhelmina voor betoonde moed. Het koord is ook niet uitgereikt bij het afscheid van de Brigade in juni 1945.
Een document dat rechtstreeks betrekking heeft op de oorsprong van het koord, is een afschrift van een brief van de Bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten ( B.N.S. ) aan de commandant van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene, verstrekt aan de Sergeant der Eerste Klasse R.W. Hemmes. De brief heeft betrekking op het dragen van het koord.
In een speech van de generaal Charles F. Pahud de Mortanges gehouden op 18 augustus 1954 staat iets over de oorsprong van het koord:
“In 1945, toen de Tweede Wereldoorlog ten einde was, en ook ons Vaderland was bevrijd, heeft de toenmalige commandant van de Irene Brigade, Kolonel De Ruyter van Steveninck, het plan geopperd om een blijvende herinnering aan de invasie en aan de veldtocht door Frankrijk, België en Nederland te ontwerpen. Hij stelde voor alle militairen van de Brigade met een oranje-blauw fluitkoord om de linkerschouder uit te rusten. De Minister van Oorlog ging met zijn plan akkoord.
Generaal Pahud de Mortanges was in die periode plaatsvervangend commandant van de Brigade. Het idee en de uitvoering het koord, een “coloured lanyard” zoals door Britse eenheden en korpsen gedragen, is mogelijk van hem afkomstig. In zijn bescheidenheid meldde hij dat niet en liet de eer aan de commandant.
Inderdaad ligt er een Ministerieel Besluit ten grondslag aan het “decoratiekoord Brigade Prinses Irene”, namelijk dat van 14 november 1945, nummer 417.
De minister ging niet zonder meer akkoord met de invoering van het koord, dat valt tenminste af te leiden uit een getuigenis van de Generaal Jan J.G. Beelaerts van Blokland. Deze wist zich te herinneren dat de minister in beginsel helemaal niets voor het plan voelde. Pas na bemoeienis van Prins Bernhard met de zaak, ging de minister overstag. Terwijl de discussie over de formele invoering nog gaande was, werd het koord al vele maanden gedragen.
Foto’s uit het vroege voorjaar van 1945 tonen militairen van de Irene Brigade die een koord dragen.
Majoor Arnold A. Paessens, commandant van Gevechtsgroep 1, vermeldde in zijn dagboek op 14 maart 1945:
“Een wagen naar Middelburg [waar de brigadestaf verbleef] gezonden om de lanyards op te halen”.
Dit citaat is de enige bekende schriftelijke verwijzing naar het koord.
Het afschrift van de brief, uitgereikt aan Sergeant der Eerste Klasse R.W. Hemmes.

De brief van de B.N.S. , Luitenant-generaal Prins Bernhard der Nederlanden, van 19 maart 1945, heeft betrekking op het dragen van het koord. Het document onderstreept nog eens de verklaring van Brigade-generaal Beelaerts dat de Prins waarschijnlijk zelf betrokken was bij de invoering van het koord. “Naar aanleiding van de reeds eerder aan U gegeven machtiging betreffende de lanyard van gevlochten Oranje en Nassau blauw zijden koord, doe ik U onderstaand de uitvoeringsbepalingen nopens het dragen toekomen.

De lanyard mag worden gedragen door al het personeel van de Kon. Ned. Brigade “Prinses Irene”?, dat gedurende de landing op het vasteland van Europa in Augustus 1944 en het bereiken van de Nederlandsche grens, onafgebroken tot op het operatieve deel van de Brigade heeft behoord.

In de brief aan Sergeant Hemmes, namens de brigade- commandant, met het bovenstaande afschrift, laat Kapitein Robert Fack weten:
“Hoewel U niet meer bij de Kon. Ned. Brigade “Prinses Irene” behoort en dus niet voldoet aan het gestelde onder 1 en 2 hierboven, vermeen ik, dat U het op prijs zult stellen als “souvenir” een Invasie Fluitkoord, als hierboven bedoeld, te ontvangen.” Hemmes had de Brigade namelijk al verlaten en verbleef in Engeland voor een officiersopleiding.
Fack gebruikte in zijn brief al de term “Invasie Fluitkoord”. Later zal dit nog verder worden ingekort in het spraakgebruik tot “invasiekoord”.
De machtiging wordt dus ruim een half jaar later omgezet in een Ministerieel Besluit.
Het tijdvak van de machtiging, van de landing tot het bereiken van de Nederlandse grens, wordt omgezet in een ander tijdvak, namelijk dat van 7 tot en met 15 augustus 1944.
Bovendien mocht het koord door alle militairen van de krijgsmacht worden gedragen die tot de Brigade hadden behoord en aan deze voorwaarden voldeden.
Met de invoering van het Ministeriële Besluit was het invasiekoord niet langer een “souvenir” voor de Sergeant Hemmes. Hij droeg het op zijn uniform, eerst nog bij de Landmacht maar al enkele jaren later bij de Luchtmacht, tot aan zijn functioneel leeftijdsontslag in 1978 als Generaal-majoor.

De Brigade “Prinses Irene” werd begin augustus 1944 ingescheept en naar Normandië vervoerd. Op 6 augustus landde de compagnie aanvullingstroepen samen met de kwartiermakers op het strand bij Courseulles-sur-Mer. Omdat ze vanwege een Duitse tegenaanval anders toch maar in de weg liepen, mochten de gevechtsgroepen pas een dag later aan wal. Zij werden ontscheept in de kunstmatige haven bij Arromanches.
Als laatste volgden op 8 augustus de staf, de verkenningsafdeling en de artilleriebatterij bij Courseulles-sur-Mer.
De gehele brigade, zo’n 1.200 man, verzamelde zich vervolgens in Cresserons.
Hoewel in naam een brigade, was de Irene Brigade in werkelijkheid niet meer dan een versterkt bataljon.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over