More majorum, oud-legionair Hein Brandes

De Latijnse uitdrukking “More Majorum” kan vertaald worden als
“naar de gewoonte of de manier van onze voorvaderen”

Deze spreuk verscheen voor het eerst in het Vreemdelingenlegioen op 25 februari 1940, in Order No. 1 van luitenant-kolonel Magrin-Vernerey, commandant van de pas opgerichte 13e Demi-brigade de marche de la Légion étrangère van het Vreemdelingenlegioen:

Vrij vertaald luidde deze order:

“Officieren, onderofficieren, korporaals en legionairs van deze bergtroep, opgeroepen om het Legioen buiten Afrika te vertegenwoordigen, onder de ogen van elitetroepen, en om te vechten voor de meest eerbiedwaardig doelen, We zullen ons hart verheffen tot het hoogtepunt van deze immense eer. In aanwezigheid van leiders, soldaten en volkeren die weinig of niets over u weten, en die het leger van Afrika en het legioen volgens u zullen beoordelen, zult u de esprit de corps, de hoge discipline en de hechte eenheid die de solidariteit van de legionairs versterkt. In uw naam breng ik hulde aan alle illustere leiders en glorieuze regimenten die de roem van het leger hebben verworven; bewaarders van hun glorie, door alle detachementen die u hebben gevormd, vertrouwend op de bewezen superioriteit van onze traditie, zult u gehoorzamen, u zult aanvallen, u zult staan, volgens het motto van deze eenheid “More Majorum” -, op de manier van onze voorvaderen”.

Alles is gezegd in deze 1e order van de 1e commandant van de 13e DBLE, de toekomstige generaal Monclar:

  • Eer om wapens te dragen voor de meest eerbiedwaardig doelen;
  • Eis om “de taak aan te kunnen”;
  • Solidariteit in de strijd, verworven door esprit de corps en discipline;
  • Erkenning van het glorieuze erfgoed dat door de voorouders is nagelaten;
  • De plicht van jonge mensen om in de strijd waardig te zijn aan deze overgeërfde glorie.

Deze spreuk moest het motto van de 13e DBLE worden en stond daarom ook op het 1e model van het insigne van deze eenheid.

De nalatenschap

Ik trof een exemplaar van dit insigne aan in de nalatenschap van Hein Brandes.
Weliswaar een kopie van latere datum, van de originelen in 1940 aangemaakt en uitgereikt zijn er maar enkele bewaard gebleven, maar dat geeft niet. Het laat mooi de betrokkenheid van hem met zijn oude eenheid zien.
Daarnaast trof ik nog een exemplaar aan van het insigne van het 13e DBLE zoals Hein Brandes dat in Indo China gedragen had. Ook dit was een kopie van latere datum. Het lijkt erop dat het origineel uit die tijd ergens verloren gegaan is.
Opvallend is het ontbreken in de nalatenschap van een insigne van het 4e REI, een eenheid was hij in Algerije nog enige tijd in diende. Schijnbaar had hij niet zoveel met die eenheid, terwijl hij zelfs deel uit mocht maken van de vaandelwacht
Niet voor niets omschreef men hem bij de NVOL als een 13e DBLE’er in hart en nieren.

De soundmixshow en het Kepi Blanc

Heel bijzonder vond ik in deze context de volgende foto.
We zien oud-legionair Hein Brandes in een geïmproviseerd uniform van het Franse Vreemdelingenlegioen op een podium, microfoon in de hand.
Dankzij zijn dochter Maureen weten we de context. Zij schreef:

Wij brachten vele zomers door op een camping.
Toen een soundmixshow werd georganiseerd deed mijn vader mee als Freddy Quinn met het lied “Der Legionär”
Hij droeg zijn originele witte Kepi Blanc.
Toen hij overleed is zijn kepi meegegaan in de kist.

Wellicht niet helemaal wat destijds luitenant-kolonel Magrin-Vernerey voor ogen had bij “erkenning van het glorieuze erfgoed dat door de voorouders is nagelaten” maar desalniettemin destijds een eerbetoon van Hein Brandes aan zijn oude eenheid en waarschijnlijk nog meer aan al zijn kameraden.

Nu op zijn beurt is deze gedeelde herinnering weer een mooi eerbetoon van zijn dochter aan haar vader.

Dank

Bijzonder dank aan Maureen.

Bron

Par le Général de division Jean Maurin commandant la Légion étrangère
(Képi-blanc Magazine N°769)

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over