31-03-1962. Het levensverhaal van Adrianus van Haaren in het weekblad de TeleVisier.

“Om het graf van mijn zoon …”

Op 2 november 1959 overleed legionnaire Adrianus van Haaren op de Boulevard de Champagne in het 1er Arrondissement van de stad Algiers in Algerije.
In maart 1961 werd het levensverhaal van Adrianus van Haaren landelijk nieuws nadat zijn vader na het winnen van een geldbedrag in een televisieprogramma had aangeven dit te willen gebruiken: ” om het graf van mijn zoon in Algerije te bezoeken”. De media aandacht duurde nog meer dan een jaar voort.
Uiteindelijk zouden de ouders niet alleen het graf in Algerije bezoeken, maar er ook in slagen het stoffelijke overschot van hun zoon in Nederland herbegraven te krijgen.
Het Familie – en Televisie – weekblad de TeleVisier wijdde er in hun nummer van 31 maart 1962 een met foto’s geïllustreerd artikel van 6 pagina’s aan.

Het echtpaar van Haaren in Vlissingen is deze dagen opnieuw geconfronteerd met het drama van het verlies van hun in Algiers gesneuvelde zoon die in 1959 dienst nam bij het vreemdelingenlegioen.
Op de pagina’s 6 tot en met 11 treft u het schrijnende levensverhaal aan van deze in de Algerijnse strijd omgekomen jongeman van Nederlandse herkomst

Adrianus van Haaren uit Vlissingen is een van de 100 duizenden doden uit de bloedige Algerijnse oorlog. Hij diende in het Vreemdelingenlegioen en sneuvelde tweeëntwintig jaar oud. Jeanne Speet vertelt het levensverhaal van deze jongeman die het slachtoffer werd van zijn zucht naar avontuur.

“… Om het graf van mijn zoon in Algerije te bezoeken …”
Dit waren de woorden van factuur Van Haaren uit Vlissingen toen hem vorig vorig jaar maart als deelnemer aan Lou van Burgs televisieprogramma “Een kwartje per seconde” werd gevraagd waarom hij aan dit programma had willen deelnemen en waaraan hij de gewonnen tweehonderd gulden wilde besteden. De woorden waren eruit voor hij het goed en wel besefte. “Eigenlijk,” zo vertelde hij nu, “had ik onmiddellijk spijt van mijn bekentenis, want zelfs met mijn vrouw had ik nog nooit over mijn plannen gesproken. En nu wist ineens heel Nederland het”… Maar “heel Nederland” reageerde anders dan hij misschien verwacht had. Postwissels, chèques en brieven met inhoud stroomden binnen om de tweehonderd gulden die het televisieprogramma had opgeleverd, aan te vullen tot het bedrag dat nodig was voor de reis van vader en moeder van Haaren naar Algiers.
Op 28 juni [1961] vertrokken zij per trein naar Marseille, op weg naar het graf van hun zoon die in november 1959 in Algerije als légionnaire was gesneuveld. Het ouderpaar Van Haaren behoorde daarmee tot de spaarzame buitenstaanders die zijn toegelaten tot de mysterieuze harde wereld van het vreemdelingenlegioen

“Wij hebben geluk gehad, veel geluk,” zegt facteur Van Haaren nu wanneer hij ons in zijn flat aan de Hercules Segherslaan in Vlissingen verteld over de reis naar Algerije, waar hij en zijn vrouw het graf van hun gesneuvelde zoon hebben kunnen bezoeken. Geluk… Een vreemd woord in een zo trieste zaak waarbij een tweeëntwintig -jarige jongen het slachtoffer is geworden van zijn eigen zucht naar avontuur, van zijn vechtlust zijn innerlijke onrust.
Die zucht naar avontuur had Adrianus van Haaren overigens al heel Jong te pakken. Amper zestien was hij toen hij – na een korte periode op de ambachtsschool – geld had opgespaard van verschillende baantjes die hij te hooi en te gras had gehad: bakkersknecht, slagersjongen en manusje-van-alles. Van dat geld kocht hij eens spiksplinternieuwe racefiets en samen met een neefje vertrok hij voor een tocht door Europa. Een half versleten tentje stevig op de bagagedrager gebonden. Glimlachend deed moeder Van Haaren haar ondernemende zoon uitgeleide. Binnen enkele dagen verwachten ze hem wel weer terug.

Op de lagere school in Den Helder het bekende plaatje met de meesters.
Amper 16 trok hij al op avontuur per fiets door Europa.
17 jaar oud nam Adrie dienst bij de Koninklijke marine.
Op een van de schepen van de Middellandse koopvaardijvloot

Als jongen reeds lokte het avontuur Adri van Haaren

Maar die enkele dagen werden weken en de weken maanden. Een half jaar bleef het tweetal weg, fietsend van het ene land naar het andere. Kamperend, zingend en hier en daar de handen uit de mouwen steken om aan de kost te komen. De ene nacht sliepen ze op een luxueus Middellandse Zeejacht van een miljonair, die schik had in die twee vrolijke Hollandse jongens de volgende nacht zetten ze hun oude tentje op in de bergen, vol verwachting uitziend na de dag van morgen want die hen weer voor nieuws te bieden zou hebben. Na een half jaar stonden ze weer op de stoep van de ouderlijke woningen, twee flinke knapen bruin gebrand en boordevol verhalen. Toen dacht Janus, zoals hij thuis altijd werd genoemd, te weten wat hij wilde: bij de marine. Varen en vreemde landen zien. In ieder geval niet thuisblijven bij moeders pappot, zoals hij het zelf kernachtig uitdrukte.
Na de militaire dienstjaren die hij ook bij de marine uitdiende, werd het de koopvaardij. Ook toen luisterde moeder Van Haaren steeds met een trotse glimlach na de verhalen over zijn belevenissen in andere landen, als hij na een reis van drie maanden weer een week met verlof thuis was. Praktisch alle wereldzeeën had hij op zijn tweeëntwintigste jaar bevaren. In Calcutta was er even zeer thuis als in Den Helder; de haven van New York had even weinig geheimen voor hem als Genua. Portugal, Spanje, Joegoslavië het waren voor hem niet slechts lokkende namen maar in alle landen had hij wel kort korte of langere tijd doorgebracht.
Marseille… Ja ook over Marseille kreeg moeder Van Haaren enthousiaste verhalen te horen vooral de jongens van het Vreemdelingenlegioen die hij daar dikwijls rond zag lopen in hun lichte pakken, zwarte keppi’s en bruine schoenen schenen een diepe indruk op Janus te maken. En zijn moeder hoorde hem stil aan zo langzamerhand wel wetend, dat het avontuur, het gevecht, de spanning om eigen lijfsbehoud de enige elementen waar die het leven van haar zoon de moeite waard schenen te maken.
Ze luisterde, zonder commentaar, omdat ze niet kon bevroeden dat die stoere mannelijkheid van haar oudste hem wel eens noodlottig zou worden. Want hij sprak wel over die jongens van het vreemdelingenlegioen maar nimmer gaf hij te kennen zelf tot hen te willen behoren.
En toen moest hij al lang met dat plan hebben rondgelopen. Dat bleek uit de brieven, die hij later geregeld schreef. Hij wachtte slechts op het goede ogenblik waarop naar zijn gevoel de tijd rijp was.

“Waarom?”

Die tijd kwam in april 1959. Als matroos was hij met de “Muiderkerk” vertrokken. Zoals alle vorige keren werd ook op deze reis Marseille aangedaan hij ging van boord om niet meer terug te keren. Samen met een scheepsmaat Roel Makken uit Haarlem, meldde hij zich aan bij het kantoortje van het Vreemdelingenlegioen. “Bewust heeft hij het gevaar gekozen,” is de stellige overtuiging van de ouders, die tijdens hun verblijf in Algiers een week lang Roel Makken, die ter gelegenheid van het Nederlandse bezoek verlof had gekregen, bij zich hebben gehad en die hun vertelde over zijn vriendschap met hun zoon. Maar zij weten het ook uit de talrijke brieven die zij van Adrianus kregen.

Brieven die zijn nog steeds van tijd tot tijd tevoorschijn halen en herlezen als om alsnog antwoord op die grote vraag:” waarom ?” Want zij mogen dan de moed hebben weten op te brengen de fatale gevolgen van de stap van hun zoon te aanvaarden, diep in het hart blijft toch die ene schijnen de vraag” “waarom?”.
Ondanks de harde, goed bedoelde brieven. “Mijn levensloop kunnen jullie toch niet veranderden,” schreef Adrianus in zijn eerste brief vanuit Mascara, waar hij zijn spoedopleiding van het Vreemdelingenlegioen kreeg. “Mijn levensloop kunnen jullie toch niet veranderen. Ik moet mijn eigen leven leven. Vraag niet waarom. Ik leef nu eenmaal anders dan de meeste mensen. Ga hierover niet zitten prakkiseren want daar heb je weinig aan.”

Martelende onzekerheid

De volgende de volgende maanden werden de brieven steeds talrijker alsof Adrianus daarmee zijn vertrek voor zijn ouders wilde goedmaken.
Hij vertelde hen over zijn eigen wens om bij de parachutisten te worden ingedeeld. Later schreef hij dat hij na een selectie hiervoor was afgekeurd en ingedeeld bij de infanterie.

“Er gaan geruchten dat de hele opleiding nog zo’n vier weken duurt wat ik ook maar hoop en dan zullen we wel ingedeeld worden hier of daar. Waar ik terecht kom weet ik niet ik hoop dat het meevalt tot nu toe is het maar opleiding geweest maar daarna wordt het menens”….
Deze brief is gedateerd op 13 september 1959.
Daarna bleef ieder bericht uit en wat erger was, eigen geschreven brieven kwamen onbestelbaar terug in Vlissingen.
Toen begon een tijd van martelende onzekerheid was het “menens” geworden in de meest strikte zin van het woord? Op 10 november kwam eindelijk de tijding. De onheilstijding van de dood van Adrianus.

Nu twee jaar na de grote slag, is het gemis en het verdriet in het gezin Van Haaren en niet minder geworden, maar de ouders zijn er in geslaagd de realiteit te aanvaarden. En na de eerste verslagenheid begon bij vader Van Haaren het vermetele plan te rijzen om koste wat het kost het graf van zijn zoon te bezoeken, als een laatste afscheid, een laatste stille blijk van ouderliefde.
Factuur Van Haaren die zelf dit jaar bij de marine gehuldigd zal worden wegens 36 jaar “trouwe dienst”, liet geen poging onbeproefd om zijn eenmaal voorgenomen plan te verwezenlijken. Eenieder die invloed zou kunnen uitoefenen werd door hem benaderd. Zijn commandant zegde al zijn medewerking toe, de vlootaalmoezenier en iedere denkbare instantie werd ingeschakeld.
Van de Nederlandse consul in Algiers mr. F.A. Hoefer kreeg hij het adres van het

“Ministère Des Anciens Combattants et Victimes de Guerre
– Direction des Statuts et des Services Medicaux –
Sous Direction des Statuts de Combattants et de Victimes de Guerre.
4e Bureau Restitutions des Corps,
Paris (7e)”,

het bureau waar dergelijke gevallen in onderzoek worden genomen.
In deze periode viel ook de televisie uitzending van Lou van Burg met alle financiële gevolgen van dien.

“Het geluk”

En hier begint “het geluk”. Op 28 juni kon het ouderpaar Van Haaren afreizen naar Marseille, dagen vol ongewisse spanning tegemoet. Het motor schip “Ville de Tunis” bracht hen van Marseille naar Algiers, waar zij werden opgewacht door de legeraalmoezenier van het Vreemdelingenlegioen Biegosinski (een vluchteling uit Polen) en door de Nederlandse consul.
“Het is goed dat u gekomen bent,” waren de eerste woorden van mr. Hoefer zonder verder commentaar.

Eenmaal in het centrum van Algiers maakt het echtpaar Van Haaren direct zelf het strijdgewoel mee dat hun zoon het leven moet hebben gekost.
“Niet kijken,” wat de simpele raad die de aalmoezenier en gaf, toen zij een café binnen stapte waar een fel gevecht werd geleverd. “Niet kijken, doorlopen,” en zij werden meegevoerd naar de achterzijde van het café waar achter een houten beschot enkele “rustige” zitjes waren gemaakt. En terwijl door de dunne wand heen het gevechtsrumoer tot hem doordrong luisterden zijn naar de stem van de aalmoezenier die hem vertelde dat zij tijdens hun zesdaags verblijf in Algiers konden rekenen op de hulp van het plaatselijke leiding van het Vreemdelingenlegioen.
Een hulp die zij de volgende ochtend direct al dringend nodig hadden.
Want hotel “Suisse” maar zij waren ondergebracht lag in het centrum van de Arabische wijk.

“Overal maar je keek stonden tanks en kanonnen opgesteld. Voor en achter het hotel. Kneedbommen maakten op die eerste dag van ons verblijf daar 43 slachtoffers in de stad.”
Om 7:00 uur de volgende morgen werd dat zij uit het hotel weggehaald. Onder geleide van gewapende officieren en de legeraalmoezenier heden zij naar het militair hospitaal, dat zo groot is als heel Vlissingen.
Bij hun aankomst ontwaarden zij daar een heel regiment jongemannen, die uitgeput lagen te slapen op uitgestrekte gasvelden rond het hospitaal. Pas later begrepen zij welke mannen dat waren: alle militairen van het regiment waartoe hun zoon behoord had. Zij hadden vijf dagen gereisd om bij de plechtige dodenmis die voor hun gesneuvelde kameraad zou worden opgedragen, aanwezig te zijn …
Na de plechtigheid in de kerk waar de mis gezongen werd door een koor van légionnaires en ook de erewacht bij de katafalk(a) was betrokken door militairen van het Vreemdelingenlegioen kon het echtpaar Van Haaren voor de tweede maal een bezoek brengen aan het graf van hun zoon op een van de vele begraafplaatsen honderden kilometers buiten Algiers.

“Wat ik voelde toen ik daar in dat vreemde land voor het graf van mijn zoon stond is moeilijk te vertellen,” vertelt Mevr. van haren achteraf. “Maar in plaats van een zekere rust voelde ik een groeiende weerzin: Kan mijn zoon niet op Hollandse grond begraven worden?” ‘t Klonk als een gesmoorde noodkreet. De gedachte haar zoon hier weer achter te moeten laten, overgeleverd aan de willekeur van een ongewisse toekomst van dat vreemde land, werd plotseling ondraaglijk. Wonder boven wonder zijn deze woorden van een vertwijfelde moeder niet verloren gegaan.
De tolk die naast haar stond reageerde niet onmiddellijk, maar reeds de volgende dag, toen zei die te gast waren in het huis van de Nederlandse consul kreeg mevrouw Van Haaren te horen, dat alles in het werk gesteld zou worden, om het stoffelijke overschot van haar zoon naar Nederland over te laten brengen.

Zo zal in deze dagen nu officieel de vrede in Algerije tot stand is gekomen, de wond ,die de Algerijnse oorlog in dit Nederlandse gezin heeft geslagen opnieuw worden blootgelegd.
In Vlissingen zal het stoffelijke overschot van een van de duizenden gesneuvelde opnieuw met militaire eer worden begraven. Het Franse ministerie liet weten dat mijn rekening moest houden met de komst van Franse militairen die het Franse leger zullen vertegenwoordigen. Bij de plechtigheid van de Nederlandse begrafenis.
Een gebaar dat weliswaar uniek is in de geschiedenis van het Vreemdelingenlegioen en dat door de nabestaanden met dankbaarheid is aanvaard, maar dat het verlies niet zal vergoeden…

Het graf van Adrianus van Haaren. Een eenvoudig houten kruis herinnert aan deze jongeman van Nederlandse afkomst wiens leven eindigde in de Algerijnse oorlog.
Toen de ouders daar – nadat Nederlandse televisiekijkers het geld voor de reis bij een gebracht hadden – het graf bezochten ontbrak het “Souvenir Français” dat zo trots op de officiële foto, welke zij van het legioen ontvingen (boven) te zien was.
Het stoffelijk overschot is inmiddels naar Nederland overgebracht.
De uniform stukken van de gesneuvelde legionnaire werden door de Franse regering aan de ouders van Adrianus van Haaren gezonden. Het zijn dierbare herinneringen voor vader Van Haaren.

[ Televizier, nummer 13, 31 maart 1962]

(a) Een katafalk is een kleine verhoging, waarop een doodskist wordt opgebaard

Dank

Bijzondere dank aan Gerard Nieuwenhuize voor het opsturen van dit nummer van de Televizier.
Deze werd jarenlang bewaard door J.C.Harting-Bijl ( 1905-1998)

Légionair in Nederland begraven

Algemeen Handelsblad 26-03-1962

(Van onze correspondent) Vlissingen, 24 maart. De heer A. J. van Haaren, facteur bij de Koninklijke Marine in Vlissingen, die in maart vorig jaar bekendheid kreeg, toen hij in het televisie-quizprogramma “Een kwartje per Seconde”, ƒ 200.- won en verklaarde dit geld te willen besteden aan een reis naar Algiers om het graf van zijn zoon te bezoeken, heeft toestemming gekregen het stoffelijk overschot van zijn zoon naar Nederland te laten overbrengen.
Vorig jaar bezochten de heer en mevrouw Van Haaren in Noord-Afrika het graf van hun zoon, Adrianus van Haaren, die op 22-jarige leeftijd als legionair 2e klas van het Franse vreemdelingenlegioen in Sidi Bel Abbes overleed.
De Franse ambassade zorgde na de televisie-uitzending voor de reisbiljetten en van alle kanten stroomden de bijdragen binnen. Het stoffelijk overschot van de Nederlandse legionair komt via de Franse plaats Arras maandag aanstaande per trein in Vlissingen aan.
Adrianus van Haaren zal in het Vlissingse Sint Jozefziekenhuis worden opgebaard en donderdag naar zijn laatste rustplaats op de rooms-katholieke begraafplaats in Vlissingen worden gebracht.

St CHEF RODIER Gabriel – Louis 1918 – 1959
Priez pour lui. A mom époux Regrette.

© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over