1946 Doodstraf geëischt tegen “Kriegsmarinier”

Onder deze kop berichtte de krant “Groot Gouda” op 14 februari 1946 over het eisen van de doodstraf tegen de toen 20-jarige J. A. W. Mittelhauser uit Landsmeer.

Uit zucht naar avontuur had de thans 20-jarige J. A. W. Mittelhauser uit Landsmeer in 1943 dienst genomen bij de Duitsche “Kriegsmarine”. Het Duitsche voorbehoud, dat slechts menschen met een blanco strafregister dienst konden nemen, bleek maar een wassen neus te zijn. Mittelhauser, die reeds twee maal veroordeeld was, vulde eenvoudig in, dat hij nooit was veroordeeld.
Dientengevolge belandde hij in de Oostzee op een Duitsche mijnenveger en streed tegen de Russen.
Tot de capitulatie bleef hij in Duitschen dienst. Tijdens een verlof in Nederland waagde hij geen poging tot onderduiken.
De advocaat-fiscaal, Mr. A. H. v. d. Veen requireerde doodstraf tegen verdachte. Uitspraak 27 Februari a.s.

Mijnenveger van de Duitse Kriegsmarine

In de rubriek Binnenland onder de kop “Doodvonnissen”, berichtte op het Friesche dagblad 28 maart 1946 over de zaak.

[…] Voor het Bijz. Gerechtshof te Amsterdam stonden twee thans 19-jarige jongens terecht, de één S.S.-er en de ander nam dienst bij de Kriegsmarine. Beide jongens stammen uit N.S.B.gezinnen.
De S.S.-er betuigde spijt en kreeg met drie maanden jongenswerkkamp kans op een voorw. veroordeeling…. doch de ander, Mittelhaeuser, voerde niets ter zijner verdediging aan, had ook geen spijt, bleef er koud onder.
Tegen hem werd de doodstraf geëischt.

“Doodstraf geëischt tegen jeugdigen S.S.er” was op 30 maart 1946 de kop boven het bericht in het “Zutphensch dagblad voor Graafschap en Veluwezoom”

Nadat het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam den thans 19- G. H. Hoogland, die op zqn 16e levensjaar dienst nam bij de waffen S.S. de kans heeft gegeven in drie maanden tijds (door te brengen in een jongens-Wérkkamp) te toonen, dat- hij ’n voorwaardelijke veroordeeling waard is en voorloopig althans —dé eisen van den advocaat fiscaal, mr. M. H. Geelinck, tot een gevangenisstraf van 2 1/2 jaar niet heeft ingewilligd, eischte gistermiddag mr. Geelink’s collega, de advocaat-fiscaal mr. H. H. van de Veen, tegen den thans 20- jarigen J. A. Mittelhaeuser uit Landsmeer, die op zijn 17e jaar dienst had genomen bij de Kriegsmarine, den doodstraf.
Beide jongens stammen uit N.S.B.- gezinnen, beiden wenschten zij hun militaire hartstochten bot te vieren. Er was slechts dit verschil op te merken: Hoogland betuigde zijn spijt en légde er dén nadruk op, dat hij misleid was, terwijl Mittelhaeuser volkomen apathisch in het verdachtenbankje stond en weinig of niéts tot zijn verdediging aanvoerde.

Familie

Ik vond deze krantenberichten bij een onderzoek naar de in 1957 in Algerije omgekomen legionnaire van het Franse Vreemdelingenlegioen Albertus Mittelhaeuser. De in de krantenberichten genoemde J. A. W. Mittelhaeuser was voluit Johannes Adrianus Wilhelm Mittelhaeuser, geboren op 21 september 1925, een jongere broer van Albertus Mittelhaeuser.

Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Kriegsmarine

In mei 1943 begon het werven van Europese, en dus ook Nederlandse vrijwilligers voor de Kriegsmarine. Het animo leek niet zeer groot eind juni hadden zich in totaal slechts 60 Nederlanders aangemeld.
Het aantal liep op tot circa 700 in april 1944, zodat een voorzichtige schatting gemaakt kan worden van circa 1.000 man Nederlandse vrijwilligers bij de Kriegsmarine.
De vrijwilligers werden in eerste instantie opgeleid te Sennheim in de Elzas. Daar was al een opleidingseenheid voor Europese vrijwilligers van de Waffen-SS gevestigd en was nu ook de thuisbasis voor de 28. Schiffsstammabteilung (SStA), opgericht speciaal voor de Europese Kriegsmarine vrijwilligers.
In Ede bevond zich de 20. SStA die diende als verzamelplaats, Auffanglager, voor de vrijwilligers uit België en Nederland, waarvandaan tweemaal per maand een lichting vertrok naar Sennheim.

[ Kriegsmarine op de Veluwe ]

Johannes Mittelhaeuser

Johannes Mittelhaeuser werd op 21 september 1943, 18 jaar oud en als hij inderdaad toen hij 17 jaar oud was, dienst had genomen bij de Kriegsmarine, moet dat dus voor die datum geweest zijn.
In mei 1942 was hij nog fabrieksarbeider zoals blijkt uit de aangifte van de diefstal van zijn fiets die hij bij de Politie in Amsterdam deed:

Dit is dan ook het enige document betreffende Johannes Mittelhaeuser dat tot nu toe werd gevonden.


Doodstraf


Of Johannes Mittelhaeuser destijds ook de doodstraf heeft gekregen en deze werd uitgevoerd kon tot nu toe niet achterhaald worden.

1944 Politie Buitendienst en een mededeling in “Frontzorg”

Verder onderzoek naar Albertus Mittelhaeuser in het Nationaal Archief resulteerde in volgende twee dossiers: Archiefinventaris: 2.09.06. Inventarisnummer: 4894. Mittelhauser, A.J. [2582] 1942-1944
Archiefinventaris: 2.06.078. Inventarisnummer: 551 Knoester t/m Mittelhaeuser

Het eerste dossier is van de Politie Buitendienst van het Ministerie van Justitie in Londen.
Het toeval wil dat daarin zowel Albertus Mittelhaeuser als zijn broer Johannes Mittelhaeuser voorkomen.

Frontzorg, krantentitel uitgave November December 1944

In maart 1944, kwam Albertus Mittelhaeuser, wederom [eerder eind 1942] , in de belangstelling van de Politie Buitendienst in Londen vanwege een mededeling van zijn broer Johannes Mittelhaeuser in het blad Frontzorg. Frontzorg was een Nationaal Socialistische organisatie die zich bezig hield met het ondersteunen van Nederlandse vrijwilligers in Duitse Krijgsdienst, voornamelijk leden van de Waffen SS. Zij gaven een tijdschrift uit onder dezelfde naam.

In een schrijven van 9 maart 1944, met indexnummer 2582 stond

2582

Politie Buitendienst
82 Eaton Square.
Londen.SW.1.

9.3.44.

Betreft John MITTELHAUESER.

Dhr. P. Van Houten deelde mij heden mede, dat hij in het blad FRONTZORG van 3.4.41. [sic, zeer waarschijnlijk 4.3.1944, FJ] een mededeeling heeft gezien dat bovengenoemde bij de Duitsche Marine werkzaam is en thans een cursus volgt.

Bij de Nederlandsche koopvaardij in Engeland is tot voor kort werkzaam geweest, zekere MITTELHAUESER, waarover reeds vroeger, diverse rapporten binnenkwamen en die zeer kort geleden werd veroordeeld tot opsluiting van 3 jaren in een verbeteringsgesticht in Engeland. Mogelijk is het van belang om wanneer er misschien meerdere gegevens voorkomen in het bureau van den Majoor Oliviers, den zeeman MITTELHAUESER, daarover verder te doen ondervragen.

Op 11 april 1944 werd er bij de Britse autoriteiten en verzoek gedaan om meer informatie over Albertus Mittelhaeuser. Het antwoord kwam 2 maanden later binnen, waarbij werd ingegaan uit wel leden de familie Mittelhaeuser bestond. Albertus Mittelhaeuser verklaarde dat toen hij zijn ouderlijk huis verliet Johannes Mittelhaeuser nog naar school ging.

Van de Kriegsmarine naar het Vreemdelingenlegioen

Van de Nederlandse mannen die dienst hadden genomen bij de Kriegsmarine namen er na de oorlog enkele dienst bij het Franse Vreemdelingenlegioen bekend zijn:

Jan Montijn

Andries Lock

Adrianus Beumer

Jan Wachtmeester

Harent van der Zee [ Niet zeker of deze ook bij het Vreemdelingenlegioen dienst heeft gedaan ]

W., G.J.




© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over