1959 Hevige perscampagne tegen het Franse Vreemdelingenlegioen

Hevige perscampagne tegen het Franse Vreemdelingenlegioen

[ Het Binnenhof 04-06-1959 ]

Parijs verdenkt Algerijnse rebellen van initiatief (Van onze correspondent)

Illustratie bij het artikel
[ Het Binnenhof 04-06-1959 ]

PARIJS. — Er is de laatste tijd een hevige perscampagne aan de gang — met name in Belgische en Italiaanse bladen — tegen het legendarische Vreemdelingenlegioen. De affaire is in Italië aan het rollen gebracht naar aanleiding van een brief van een moeder van een legionair aan generaal De Gaulle waarin de moeder om gratie smeekt. Haar zoon zou in Noord-Afrika ter dood zijn veroordeeld na een poging tot desertie. Een onderzoek heeft intussen uitgewezen dat de soldaat in kwestie niet is veroordeeld omdat hij geen enkel kwaad heeft bedreven. Italiaanse journalisten zijn in de gelegenheid gesteld hem te ontmoeten en kwamen met de indruk thuis dat de jongeman in kwestie op een wat bizarre wijze bezig is geweest uit het legioen ontslagen te worden.
In België zijn er vragen in de Kamer gesteld, waarin de regering verzocht werd bij de Franse autoriteiten te protesteren tegen, de recrutering van jongelieden van 18 jaar. De aanleiding daarvan was het dienst nemen van een 18-jarige zoon van een groothandelaar in Charleroi. Van Franse zijde wordt beweerd, dat de jongeman in kwestie vrijwillig heeft dienst genomen; dat hij weigert naar zijn familie terug te gaan (als hij daar de toestemming voor zou verkrijgen wat meestal niet het geval is!) en dat de vader hem — bij wijze van uitzondering — mag gaan bezoeken in Sidi-Bel-Abbès. De vader zou op deze uitnodiging niet zijn ingegaan.
In Zwitserland heeft een deserteur voor het militair tribunaal verklaard, dat een zekere kapitein Polmann hem had willen dwingen een klein mohammedaans meisje te doden waarop de Fransen hebben gereageerd met de mededeling dat er In het hele legioen geen kapitein Polmann bestaat en dat het tribunaal, desgewenst, ter plaatse een onderzoek mag komen instellen.

Suikerzoete idealisten?

In Franse militaire kringen is men ervan overtuigd, dat deze internationale en bijzonder heftige campagne tegen het legioen op touw is gezet door de Algerijnse rebellenleiders. Dat men daarbij iets te ver gaat door het Vreemdelingenlegioen voor te stellen als een verzameling van weliswaar dappere maar suikerzoete idealisten, spreekt vanzelf.
Op de beschuldiging dat het niet aangaat jongemannen van 18 jaar te rekrutering, wordt geantwoord met de mededeling dat dit de normale leeftijd voor de dienstplicht in het gehele Franse leger is en dat deze bepaling is vastgesteld bij het reglement van 1831.

Verder wordt meegedeeld dat het legioen in het buitenland geen enkele ronselaar ter beschikking heeft, dat er geen misdadigers worden toegelaten en dat de mysterieuze „veiligheidsdienst” over middelen beschikt om waar ook ter wereld het verleden van een kandidaatlegionair na te gaan. De motieven waarmee de jongelui zich komen aanmelden zijn in volgorde:
werkloosheid,
ruzie in de familie,
„jeugdzonden”,
moeilijkheden van politieke aard.

De helft van de kandidaten wordt bij de vóórselectie afgewezen en na 15 jaar diensttijd heeft de legionair recht op pensioen.
Bij zijn indiensttreding mag hij zichzelf een nieuwe naam kiezen en kan rekenen op een volledig asielrecht: geen enkele politie, regering of familie kan hem nog achterhalen.
Meer dan de helft van het legioen bestaat uit „Germanen”: Duitsers, Oostenrijkers, Scandinavlërs en Zwitsers en voor de rest is het een mengelmoes van nationaliteiten waaronder in totaal niet meer dan 10% Fransen.

Voor de huidige perscampagne halen de leidende figuren van het Vreemdelingenlegioen hun schouders op. Ze zijn er aan gewend en de ervaring heeft geleerd dat juist bij dit soort acties het aantal aanmeldingen aanmerkelijk toeneemt!

Bijschrift van de foto geplaatst bij het artikel:

Een gewond lid van het Franse Vreemdelingen Legioen wijst zijn makkers, die hem tijdens een schermutseling met Algerijnse opstandelingen te hulp snelden, de schuilplaats aan van zijn vijanden. (Telefoto)

Een 18-jarige zoon van een groothandelaar [ Massin ] in Charleroi

LES ENGAGEMENTS DES MINEURS DANS LA LÉGION ÉTRANGÈRE
Le Monde 16 mai 1959

M. Massin, de Charleroi, dont les attaques contre la légion étrangère, à laquelle il reproche d’avoir accepté l’engagement de son fils mineur, ont eu de larges échos en Belgique, conteste dans une lettre qu’il nous adresse différents faits rapportés dans une note publiée par le Monde du 6 mai.

” Au moins une inexactitude et une affirmation totalement fausse se trouvent, nous écrit-il, dans l’article incriminé :
” L’affirmation du jeune Massin, comme vous l’appelez, de refuser de quitter la légion étrangère ayant toujours été incontrôlable, est sujette à caution.”

M. Massin dément ensuite qu’il ait repoussé ” une offre française d’une rencontre à Sidi-Bel-Abbès ” qui lui aurait permis de tenter une démarche auprès de son fils.
Il ajoute :
” La proposition dont vous parlez a bien été faite par de hautes autorités françaises qui n’y ont jamais donné suite malgré des rappels réitérés, pas plus qu’à une précédente information aussi officielle qui assurait que l’on bloquait mon fils à Marseille, alors qu’il se trouvait en Algérie. “

Een foto van Massin, gemaakt door de Nederlandse journalist en fotograaf Sem Presser in 1959.

In het artikel dat Sem Presser in 1959 in De Revue over het Vreemdelingenlegioen schreef berichtte hij als volgt over de ontmoeting met de jonge Belg:

Ik ben dan ook niet verbaasd dat de commandant van een opleidingskamp bij Sidi-Bel-Abbes mij aanbiedt een gesprek te hebben met een landgenoot, een Belgische legionair. Hij is van huis weggelopen en toen hebben zijn ouders zich hevig opgewonden.
De Belgische Regering heeft in Parijs geprotesteerd, de ouders zijn met andere ouders wier zonen ook in het Legioen zijn gegaan, bijeen gekomen (er is een vereniging van protesterende ouders uit voortgekomen), de Belgische kranten hebben er vol over gestaan. Zelfs door de muur van zwijgzaamheid die het Vreemdelingenlegioen omringt, is het daverende lawaai doorgebroken.
Legionair Massin uit Charleroi moest bij een hoge officier komen. Of hij het niet naar zijn zin had? Legionair Massin wist van niets. Hij was niet verantwoordelijk voor de actie van zijn ouders. Bel-Abbes berichtte het, het Quay d’Orsay en die land een boodschap naar Brussel: de jongen wil niet weg.
Maar het lawaai verstomde niet. Daarom heeft de leiding van ‘t Legioen toegestaan wat nog niet eerder was geschied: de Belgische consul uit Algiers mocht onder vier ogen met legionair Massin praten.
Een half uur heeft het gesprek geduurd.
Toen vertrok de consul; hij kon niet anders berichten dan dat de vrijwilliger niet naar Charleroi terug wilde. Zelf vertelt de jongen mij het verhaal:
“Schrijf toch asjeblieft dat ik vrijwillig hier ben gekomen en niet weg wil. En laten jullie me toch met rust – ik heb jullie toch niets misdreven.
Vertel in uw blad “de waarheid – alles wat u hier ziet. En stuur dan een exemplaar naar mijn ouders:
25 rue du Collège, Charleroi.
Misschien begrijpen ze dan dat ik waarlijk mijn eigen weg in het leven wil zoeken.”

Comité van “Verweer tegen de wandaden van het Vreemdelingenlegioen”

De vereniging van protesterende ouders die in België werd opgericht, dat Sem Presser in zijn artikel noemt, was een Comité met de naam “Verweer tegen de wandaden van het Vreemdelingenlegioen”.
Ze hadden in Augustus 1959 succes, zoals blijkt uit dit artikel verschenen in “Het Rotterdamsch parool”.
Genoemd in dit artikel worden ook de Nederlanders J. Klaasen Bos en J. van Raamt.

[ Het Rotterdamsch parool 12-08-1959 ]
© Copyright | NLLegioen | All Rights ReservedPowered by Crossing Over